Dat je christen bent is toch cultureel bepaald?
Logisch toch dat ik als christen ben opgevoed? Ik ben nu eenmaal in Nederland geboren. Als ik in India zou zijn geboren, dan was ik waarschijnlijk hindoe of moslim geweest. Is geloof niet gewoon cultureel bepaald?
Is het toevallig dat jij in Nederland geboren bent? Dat je opgroeide in een christelijke cultuur? Dat je naar de kerk kunt gaan en er thuis uit de Bijbel wordt gelezen? Je bent christen omdat je in een christelijk gezin geboren bent en in een christelijke omgeving opgroeit. Toeval? Of toch Gods voorzienigheid?
Door de Reformatie was Nederland een van de meest gezegende landen ter wereld. Het werd met recht een land met een dominante christelijke cultuur genoemd. Ondanks de bemoeienissen die de Heere met India heeft gehad, kan van dat land niet gezegd worden dat daar ooit sprake is geweest van een christelijke cultuur. Dus is het dan niet logisch om te stellen dat het merendeel van de mensen daar nu eenmaal hindoe of moslim is omdat dit cultureel wordt meegegeven? En is het dan ook niet logisch om christen te zijn, omdat ik toevallig in een land ben geboren met een cultuur die samenhangt met het christendom? We gaan bij drie genoemde woorden de vinger leggen: cultuur, toevallig en christendom.
Wat is cultuur eigenlijk? Letterlijk betekent dit het tegenovergestelde van natuur. Bij natuur denken we aan een prachtig bos. De natuur lijkt verstoord te worden door een wegwijsbordje dat mensen de weg moet wijzen door de schoonheid van de schepping heen. Dat bordje is cultuur en is bedoeld om een weg te banen door de natuur. Nu zijn wij als mens geschapen in de natuur van Gods beeld. Door de zondeval zijn we kinderen van Adam geworden. Heel veel volken leveren zichzelf over aan woest heidendom zonder God en zonder de Bijbel. Nu is Nederland een land waarin de cultuur vele eeuwen is gedomineerd door Gods Woord. Wat een zegen dat onze goddeloze natuur de weg krijgt gewezen door een cultuur die opkomt uit het Woord van onze Schepper.
Kunnen we zeggen dat het toevallig is dat we in Nederland geboren zijn? En dat we opgevoed zijn in een christelijke cultuur? Bij toeval denken we aan dingen die willekeurig gebeuren, alsof het bestaan geen betekenis heeft. Maar God regeert en beschikt in Zijn voorzienigheid. Alle dingen worden ons niet toevallig, maar door Zijn Goddelijke hand toegeschikt. We zijn niet toevallig geboren en getogen in Nederland, met de cultuur die daarmee samenhangt. Wat een grote zegen dat de Heere jou bij de boodschap van de Bijbel heeft gebracht. Moeten we dan niet juist vooral bidden voor al die mensen die van de Bijbel nog nooit gehoord hebben?
Dan het laatste woord: christendom. Is dat gelijk te stellen aan religies uit andere culturen? Nee! Het christendom is niet zomaar een van de vele religies die op de aarde te vinden zijn. Het is de dienst van de God van hemel en aarde. Die God openbaart zich door Zijn Woord. En dat Woord is zelfs tot in India gekomen. Christus beveelt de apostelen Zijn Woord te gaan verkondigen tot de einden van de aarde: „Gij zult Mijn getuigen zijn” (Handelingen 1:8b). De apostel Thomas wordt door de Heilige Geest naar India geleid, waar hij het Woord mag verkondigen en uiteindelijk de marteldood sterft als hij met speren wordt doorboord. Vrucht op zijn arbeid is het ontstaan van een christelijke kerk in India.
In diverse bronnen lezen we over de aanwezigheid van die kerk door de eeuwen heen. In de 13e eeuw ontmoet ontdekkingsreiziger Marco Polo in India mensen die zich Thomaschristenen noemen. Vanaf de 18e eeuw wordt aan zendingsarbeid gedaan vanuit protestantse kerken en tot op de dag van vandaag wordt er een christelijke kerk gevonden. Een christelijke kerk die in het niet lijkt te vallen bij de dominante godsdiensten: het hindoeïsme en de islam.
Stel je eens voor hoe de apostel Thomas met het Woord in de hand en bovenal in het hart heeft getuigd van het enige nodige. Wat heeft hij in India veel tegenstand en vijandschap ervaren. En daar wist Thomas zelf ook van. Hij kon immers zelf ook niet geloven dat de Heere Jezus echt was opgestaan. „Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steek in het teken der nagelen, en steek mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven” (Johannes 20:25b). In India zal hij alleen maar goed van God gesproken hebben. Hij zal de zondaar op het diepst hebben vernederd en uit zijn eigen ervaring hebben mogen getuigen van de hoop die in Hem was. „Mijn Heere en Mijn God” (Johannes 20:28b). Toen sprak Christus: „Zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben” (Johannes 20:29b). Dat is voor ons allemaal het meest belangrijk. Of we nu in Nederland of in India wonen. Of we nu als christen of als moslim of hindoe zijn opgevoed.
En zo christelijk is onze samenleving ook niet meer. Wordt de kerk hier ook niet steeds meer verdrukt? Worden christenen niet een steeds kleinere minderheid? Het is een wonder dat de Heere Zijn kerk dwars door alle omstandigheden heen bouwt.
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente van Hilversum.