In migrantenkerk komen christenen „even thuis in een vreemd land”
De ene week schoof hij aan in een eeuwenoude Armeense kerk in Amsterdam. Een andere keer bezocht hij een Afrikaanse gemeente in de Bijlmer. Met het boek ”Wereldkerken in Nederland” belicht fotograaf Bram Petraeus (36) de grote diversiteit aan migrantenkerken.
Anderhalf jaar lang trok Petraeus langs uiteenlopende internationale kerken. Met de fotoserie die dit opleverde won hij de derde prijs in een documentairecategorie van de Zilveren Camera 2023. Een groot aantal van zijn foto’s is gebundeld in het donderdag in Den Haag gepresenteerde boek ”Wereldkerken in Nederland”. De uitgave is onderdeel van een project van Museum Catharijneconvent in Utrecht, dat sinds 2021 aandacht vraagt voor de invloed van migratie op het Nederlandse christendom.
„Ik ben niet christelijk opgevoed en niet gelovig, maar heb wel altijd interesse gehad in wat er in kerken gebeurt”, vertelt Petraeus. Hij heeft zojuist koffie en gebakjes op tafel gezet in zijn studio op de tweede etage van een pand in Amsterdam, met uitzicht op het IJ. „Als 11-jarige jongen ging ik in Hoevelaken, waar ik ben opgegroeid, met een vriendje mee naar een protestantse kerk. De dienst vond ik heel saai, maar ik vond het leuk om de mensen te observeren die daar zaten.”
Het observeren kwam hem later goed van pas in zijn werk als fotograaf. Sinds vijftien jaar fotografeert hij onder meer voor dagblad Trouw. Dat bracht hem opnieuw in aanraking met kerken en christenen. „Ik vind het boeiend om te zien wat er in die wereld gebeurt en wat mensen die bezig zijn met zingeving beweegt.”
De 36 gemeenten die hij voor ”Wereldkerken” bezocht, van Amsterdam tot Appingedam en van Deventer tot Den Helder, kreeg hij op een presenteerblaadje aangereikt door Museum Catharijneconvent. „Een commissie van experts heeft er veel over vergaderd en maakte uit zes stromingen een selectie van steeds zes kerken die deze vertegenwoordigen.” Diverse auteurs schreven teksten bij de foto’s, over het ontstaan en de achtergrond van de gemeenten.
Sommige kerken hebben een lange historie. Petraeus noemt als voorbeeld de Armeens-apostolische kerk in Amsterdam, die in 1714 voor het eerst diensten belegde in de hoofdstad. Na anderhalve eeuw afwezigheid kocht de Armeense christelijke gemeenschap in 1984 het bedehuis aan de Kromboomssloot terug. Daar komt ze tot op de dag van vandaag samen.
Petraeus vond het „fantastisch” om een inkijkje te krijgen in een voor hem grotendeels onbekende wereld. „Dat is in essentie de reden waarom ik fotograaf ben geworden.” Hij ervoer „veel vrijheid” om zijn werk te doen. „Mensen waren trots dat ze uitgekozen waren voor dit project en wilden graag op de foto.”
Hoe ging u te werk?
„Ik zorgde dat ik ruim op tijd aanwezig was, zodat ik voor de dienst de voorganger kon spreken. Vervolgens maakte ik tijdens en na de dienst foto’s. Ik wilde niet alleen een voorganger die staat te preken in beeld brengen, maar zocht steeds ook naar iets wat de gemeente typeert. Om dat te ontdekken, bleef ik bewust tot het einde, al was dat weleens taai. Zo bezocht ik in Schiedam een Roemeens-orthodoxe dienst die drie uur duurde, terwijl ik er niets van verstond. Na afloop liepen de kerkgangers met z’n allen een rondje om de kerk. Dat had ik niet graag willen missen.”
„In Schiedam bezocht ik een Roemeens-orthodoxe dienst die drie uur duurde, terwijl ik er niets van verstond” - Bram Petraeus, fotograaf
Wat hebt u als de grootste uitersten ervaren?
„Dat zit, denk ik, vooral in de muziek. In sommige Afrikaanse kerken met drums deed ik oordoppen in vanwege het volume. Behalve die uitbundigheid maakte ik bij de evangelische broedergemeente in Zeist een dienst mee die juist heel stil en ingetogen was. Dat was een groot contrast. Maar ik zocht meer naar overeenkomsten dan naar verschillen.”
Wat waren die overeenkomsten?
„Mensen hebben het gevoel dat ze in de kerk even thuiskomen in een vreemd land. De taal, de cultuur, de muziek en het eten verbinden hen. De kerk is ook een plek waar veel emoties bovenkomen, zowel blijdschap als verdriet of boosheid. Mensen vinden het waardevol om elke week samen te komen. Er was een sterk gevoel van community, gemeenschap. Ik besefte dat dit heel anders is dan wat ik zelf ervaar op een sportclub. Daar kom ik vooral uit eigenbelang, niet voor de gemeenschap.”
„In sommige Afrikaanse kerken met drums deed ik oordoppen in vanwege het volume” - Bram Petraeus, fotograaf
Welke momenten bleven u in het bijzonder bij?
„Ik keek vooral met een professionele blik, bijvoorbeeld naar de lichtval”, zegt Petraeus, terwijl hij op zijn laptop door het boek scrolt. „In Rotterdam bezocht ik met Pasen een Grieks-orthodoxe dienst. Het was behoorlijk druk. Toen ik weer buiten kwam, bleek dat er ook nog eens honderden of misschien wel duizend mensen op het veld voor de kerk stonden. Vanuit het hele land waren ze daarheen gekomen voor Grieks Pasen. Dat vond ik indrukwekkend.”
Hij scrolt verder en wijst op een foto van een dienst van de Duitse evangelische gemeente in Den Haag. „Daar werd op hoog niveau gemusiceerd, werken van Bach. Dat was ook bijzonder. En weer totaal anders dan een Spaanstalige dienst in Den Helder, waar iedereen tijdens het gebed in vervoering raakte, terwijl een vrouw intussen rustig borstvoeding gaf aan haar kind.”
Naar welke gemeente zou u nog weleens terug willen?
„Er is niet één kerk waar ik me in het bijzonder toe aangetrokken voel. Ik was wel erg onder de indruk van de muziek van de Pentecostal Revival Church in de Bijlmer. Die muzikanten speelden, onder meer op keyboard en trommels, op hoog niveau. Daar zou ik nog weleens naartoe willen. Met oordoppen, ja, want het gaat er daar hard aan toe.”
Wereldkerken in Nederland, red. Madelon Grant, Sebastiaan van der Lans, Anne Versloot en Tamarra Willemsz, fotografie Bram Petraeus; Nai010 Uitgevers; € 49,95