BuitenlandBuitenlandse zaken

Ik ga naar huis en neem mee… 

Nog even en het klinkt weer vanuit huiskamers: „Ik ga op reis en neem mee…” Op de vele reizen die ik beroepshalve maak, hielden mijn gastheren en -dames me vaak spiegels voor. Huiswerk kreeg ik mee, vooral uit Afrika.

24 May 2024 09:21Gewijzigd op 24 May 2024 11:27
beeld RD
beeld RD

Wat ik in de Afrikaanse binnenlanden geregeld aantrof was dat het christelijk geloof van mensen op cruciale momenten een vernislaagje bleek. Oppervlakkig belijden zonder dat het werkelijk had doorgewerkt tot in de vezels van hun bestaan.

„Ken jij dat niet?” luidde nogal eens de vraag als ik hoorde dat ook de toverdokter bij een christelijke begrafenisdienst was uitgenodigd – en dan vaak eerder kwam dan de dominee. Ik liet merken me daarover te verbazen. „Zijn jullie christenen dan zo maagdelijk en transparant op het moment dat het Evangelie binnenkomt?”

Het was vooral die laatste vraag waarmee ik vorig jaar uit Afrika terugkwam. Een vraag die me als een kwelgeest achtervolgde: hoe ontvang ik de boodschap van het Evangelie? Wat trilt er op de achtergrond mee zodra Gods Woord zich laat horen in de klankkast van mijn leven: mijn christenzijn als laatste reddingsboei of als een gelikte lifestyle, waarbij het niet uitmaakt of die volgens EO-snit is of naar een Elspeetse SGP-variant?

Bogota - een krottenwijk of sloppenwijk Casuca

Er zit ook iets van verlegenheid in deze kwestie van zelfverstaan van een moderne westerse christen. Als vandaag het „Adam, waar ben je?” klinkt, dan komt Adam niet vanachter een boom tevoorschijn, maar vanuit een gigantisch huis met veel kamers, die namen hebben als de prefrontale en de neocortex, de hippocampus en corpus callosum. Zo complex blijkt Adams geest te zijn vanwege al zijn neurologische functies. En in zijn reactie op die ene vraag echoën ze mee. Of hij nu wil of niet.

Dat neemt de ernst van de vraag niet weg. Ook het morele appel dat erin doorklinkt, blijft overeind.  En van het „waar ben ik?” komt het al snel tot „wie ben ik?”

Vooral zodra eeuwig leven ter sprake komt, is dat „wie ben ik?” van cruciaal belang. Ik merk dat mijn uit Afrika meegebrachte kwelgeest me juist dan lastigvalt. Het verlangen naar eeuwig leven kan zomaar opkomen vanuit mijn zelfverstaan als geslaagd christenmens: adeldom maakt straks naadloos plaats voor adeldom. Dat het volgens de Bijbel als een geschenk van de Eeuwige is dat mij wordt beloofd, terwijl dood en verderf me naar de keel grijpen, is dan uit beeld verdwenen. Mijn bolide nu en de gouden straten straks bieden evengoed een welkom perspectief.

In Afrika zag ik hoe dood en leven elkaar constant op de hielen zitten. Hoe welkom is vanuit die werkelijkheid dat Leven uit God!

We moeten kerken vlakbij begraafplaatsen neerzetten, dacht ik in een spontane bui. Dan leren we onze plek “op zijn Afrikaans” kennen.

Toen ik een tijdje terug in de Grote Kerk van Dordrecht over de graven van eerbiedwaardigen en notabelen  liep, was mijn spontane bui snel over. Ook dat biedt kennelijk geen soelaas. Ik had het kunnen weten: wie verlangt naar geestelijk leven en eeuwig leven, kijkt omhoog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer