Het demissionaire kabinet organiseerde maandag in het Catshuis een bijeenkomst over het groeiende antisemitisme in ons land. Daarbij waren vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap, politie, rechtspraak, gemeenten en maatschappelijk organisaties aanwezig. De Jodenhaat neemt sinds de terreuraanslagen van Hamas op 7 oktober in Israël en de daaropvolgende oorlog in Gaza, schrikbarend toe.
Het was de Tweede Kamer die eind april, tijdens een uitgebreid debat over de toegenomen Jodenhaat, via een motie van ChristenUnie-fractievoorzitter Mirjam Bikker, op zo’n bijeenkomst aandrong.
Tijdens de bijeenkomst veroordeelde premier Rutte het oplaaiende antisemitisme in scherpe bewoordingen: „Onacceptabel en verwerpelijk.” Hij vroeg zich onder meer ook af „hoe diep iemand kan zinken”, die struikelstenen voor weggevoerde Joden in de Tweede Wereldoorlog uit het trottoir wrikt. Dat gebeurde in Dordrecht.
Terwijl in het Catshuis werd overlegd over antisemitisme waren er onder meer in Amsterdam en Groningen protesten van pro-Palestijnse studenten en activisten.
De rellen tonen aan dat de overheid het antisemitisme niet kan uitbannen door een Kamerdebat of door een sessie op het Catshuis. Rutte is daarvan ook overtuigd. Extra wetgeving komt er niet en is volgens hem ook niet nodig. Het gaat volgens de premier om „het duidelijker uitdragen van de normen”.
Rutte raakt daarmee aan een diepere laag van het menselijk bestaan. Het kwaad en de haat in de wereld kunnen leiden tot afschuwelijke en weerzinwekkende daden. En kan, zeggen filosofen terecht, niet begrepen worden vanuit een wereldbeeld dat alleen uitgaat van de waarneembare werkelijkheid. Het transcendente, het niet-waarneembare, speelt daarbij dus een doorslaggevende rol. Is antisemitisme niet ten diepste een geestelijke strijd? Een strijd die erop is gericht om het Joodse volk te vernietigen? De vraag stellen is deze beantwoorden.
Het antisemitisme is niet nieuw. Het is wereldwijd verspreid en het is bijna zo oud als de wereld. Het is een illusie om te denken dat het uitgebannen kan worden. Wie dat denkt, miskent hoe diep het kwaad is ingevreten in het menselijk bestaan. Een aantal moslims en een aantal radicaallinkse activisten vormen samen een giftige cocktail als het gaat om het groeiend antisemitisme. Maar laten christenen zich niet verheffen. Zij dragen vanuit het verleden ook een schuldenlast met zich mee.
Wat is de remedie? Artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis belijdt dat de overheid geroepen is het kwaad te beteugelen. Daarom de hand aan de ploeg als het gaat om het uitdragen van waarden en normen. Daarom zijn Kamerdebatten, overleggen in het Catshuis, onderwijs in de gruwelijkheden van de Holocaust en alle andere acties om antisemitisme tegen te gaan, onmisbaar.
Zal dat gaan zonder slag of stoot? Hopelijk wel, maar de kloven in de samenleving zijn dieper dan ooit. De geschiedenis leert dat de mensheid –helaas– niets leert van de geschiedenis.