De pijn van kerkverlating
Net als rond Pasen leven deze dagen veel jongeren toe naar het doen van openbare geloofsbelijdenis. Voor het oog van God en de gemeente geven ze tijdens de pinksterdagen hun ja-woord, verklaren ze de leer voor waar en zaligmakend te houden en voegen ze zich als belijdend lid bij hun kerkelijke denominatie.
Een vreugdevol moment, waarin –niet zelden in verwondering– meegeleefd wordt met de jonge mensen die tot de keuze kwamen om belijdeniscatechisatie te volgen en nu, voor in de kerk, antwoord geven op een aantal betekenisvolle vragen. Dat er ook een ándere kant aan dit moment zit, weten ouders wier kinderen niet tot deze stap kwamen of misschien zelfs de kerkdeuren definitief achter zich lieten dichtvallen.
De pijn die dit met zich meebrengt, komt naar voren in de verhalen die we deze en volgende zaterdag publiceren rondom het thema ”Bij de kerk”. Artikelen en podcasts waarin jonge mensen verwoorden waarom ze niet of juist wél bij de kerk bleven.
Moet dat wel, zulke verhalen, rond dagen die juist in veel kerkelijke gemeenten als hoogtijdagen worden beleefd? Toch wel, menen we. Omdat het juist op deze dagen zo gevoeld wordt dat voor in de kerk jongeren ontbreken die er wel hadden kúnnen staan. Omdat elke kerkelijke gemeente jaar op jaar te maken heeft met afhakers, jongeren voor wie het allemaal niet meer hoeft, die bewust andere wegen inslaan of onopvallend wegzwerven.
Het is dus gedeelde pijn, de gevoelde werkelijkheid achter de kille cijfers over ontkerkelijking die jaarlijks in de krantenkolommen verschijnen. Het gaat om de gezichten achter de jarenlange trend van kerkverlating en afnemende religieuze betrokkenheid, een fenomeen dat de gereformeerde gezindte in de kern raakt. Het is daarom goed om kennis te nemen van de worsteling, de overwegingen en de motieven van jonge kerkverlaters, zo bespraken we op de redactie.
Die spiegel is nodig om te beseffen dat een kerkelijke gemeente, dat de gezindte een grote verantwoordelijkheid heeft om jonge mensen, die vol vragen rondtasten in een wereld zonder vastigheden, met liefde te omringen. Ze niet af te schrijven als lastig, kritisch of opstandig, maar met een open houding tegemoet te treden. Hun vragen serieus te nemen en hen erop te wijzen hoe goed en heilzaam het is om de Heere te dienen. Want ook dát klinkt door in verschillende artikelen. Als een troostvol contrast, in de wetenschap dat de Geest van Pinksteren de verst afgedwaalde jongere weer kan terugbrengen.
Reageren? hoofdredactie@rd.nl