Is God net zo wreed als Hamas?
Hamas vermoordde kleine kinderen in Israël. In Gaza sterven baby’s door het oorlogsgeweld. Maar in de Bijbel krijgt Israël van God de opdracht om de Amalekieten te doden, inclusief kleine kinderen. Is God net zo wreed als Hamas?
„Ga nu heen en sla Amalek, en verban alles wat hij heeft, en verschoon [spaar] hem niet; maar dood van den man af tot de vrouw toe, van de kinderen tot de zuigelingen, van de ossen tot de schapen, van de kemels tot de ezels toe” (1 Samuël 15:3). Die opdracht krijgt Saul in naam van de Heere. Maar hoe kan God vragen om een compleet volk uit te roeien? Als Hij liefde is, kan Hij toch niet zelf de opdracht geven om kinderen en baby’s te vermoorden?
Wat zeg je bij zulke vragen tegen een ander of tegen jezelf? Als eerste: kijk naar de Bijbelse boodschap als geheel. De Bijbel als geheel maakt glashelder dat de levende God niet hard of willekeurig is. Hij is niet uit op de dood maar zoekt het leven. Het is bovendien volstrekt duidelijk wat Hij van christenen vraagt: de vrede zoeken, vijanden liefhebben, de minste zijn, omzien naar kwetsbaren. Het past op geen enkele manier bij de boodschap van de Heere Jezus Christus dat christenen vandaag in Zijn naam geweld zouden gebruiken tegen andere religies of ongelovigen. In de geestelijke strijd zijn het Woord en het gebed de enige wapens. Het christendom is niet gevaarlijk.
„ Laten we vooral niet doen alsof Gods oordeel ‘logisch’ is en wel even valt uit te leggen”
Intussen staat het hier wel. Soms is er een context die je helpt te begrijpen waar het geweld vandaan komt. God gebruikt niet ‘zomaar’ geweld. De Bijbel legt vaak uit waarom Hij dat doet. De oproep aan Saul om de Amalekieten uit te roeien (1 Samuël 15) heeft een achtergrond. Het begon toen de Amalekieten zelf Israël aanvielen na de bevrijding uit Egypte (Exodus 17:8-16). Amalek stond bekend als een roversvolk; het viel Israël in de woestijn van achteren aan. Precies op de plek waar de mensen liepen die moe en zwak waren (Deuteronomium 25:17-19). Als gevolg daarvan krijgt Israël de opdracht om de herinnering aan dit volk te laten verdwijnen.
Maar dat was in de tijd van Saul toch al eeuwen geleden? Inderdaad. Dat laat zien dat het verleden doorwerkt en dat God het kwaad uiteindelijk straft.
Oorlogsgeweld treft een hele bevolking. In de Bijbel komt een oordeel vaak ook over een heel volk. Onze moeite daarmee komt deels voort uit een verschil in cultuur. Het Oude Testament is ontstaan in de wereld van het oude Nabije Oosten, waarin veel geweld voorkwam. De Assyriërs waren trots op de gruwelijke wijze waarop ze omgingen met opstandige vijanden. Internationale verdragen over mensenrechten of een strafhof waren er niet. Bovendien dacht men in die cultuur, en ook in de Bijbel, veel meer vanuit het volk als geheel, als collectief. Een heel gezin werd soms gestraft voor de zonde van een vader, zoals bij Achan, of een land om de overtreding van een koning, zoals bij de volkstelling van David. Gods verbond was ook met het volk als geheel en Rachab werd met haar gezin gespaard. Onze cultuur is veel individualistischer. Dat verschil in cultuur lost onze vragen niet op, maar we kunnen niet zomaar onze normen opleggen aan een andere tijd en cultuur.
Hoe kan Gód oproepen tot geweld – dat blijft de moeilijkste vraag. Die kinderen zijn toch niet schuldig aan wat hun (voor)ouders hebben gedaan? En was het kwaad van de Amalekieten erger dan de zonde van Israël zelf? Israël was niet beter, dat maakt de Bijbel heel duidelijk. Het is puur genade dat God dit volk uitkiest. Gods oordeel is een wezenlijk onderdeel van de Bijbelse boodschap, maar dat maakt zo’n opdracht over Amalek nog steeds moeilijk te begrijpen. Dit heeft een plaats op dat moment in de heilsgeschiedenis; het is niet toepasbaar op andere volken of onze tijd. En de heilsgeschiedenis is doorgegaan en loopt erop uit dat God Zijn eigen Zoon geeft om verloren mensen te redden. Christus droeg aan het kruis het oordeel dat wij verdiend hebben. Door Zijn werk is er behoud: de kleinste kinderen zijn welkom bij Hem en wie bij Hem schuilt vindt vrede.
Toch blijft het moeilijk. We krijgen geen pasklaar antwoord op al onze vragen. Laten we vooral niet doen alsof Gods oordeel ‘logisch’ is en wel even valt uit te leggen. Het is verschrikkelijk, huiveringwekkend! De Heere is de heilige God, Die de zonde straft en Die wij niet altijd kunnen begrijpen. Geef in gesprek met anderen gerust aan dat je zelf ook niet alles begrijpt. Zelfs als je alle omstandigheden meeweegt, blijft veel geweld vreselijk. Daar past zwijgen bij, geen grote woorden. En richt je in een gesprek eerst op de Bijbelse boodschap als geheel. God is niet uit op de dood, maar geeft in Zijn genade leven!
De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.