Weerwoord: Toch maar niet schiften in de Bijbel
Heel wat mensen vinden gedeelten uit de Bijbel mooi en aansprekend, maar andere gedeelten afschuwelijk en verwerpelijk. Kunnen we hun niet tegemoetkomen door gewoon te erkennen dat we zelf ook veel moeite hebben met bepaalde passages en dat het erom gaat de kernboodschap van de Bijbel vast te houden?
JA
Gelovigen moeten inderdaad hun uiterste best doen om misverstanden rondom de Bijbel uit de weg te ruimen en bij (nog) niet gelovige gesprekspartners onnodige ergernissen weg te nemen. Soms kan dat eenvoudig door misvattingen als gevolg van onkunde of verkeerde informatie te weerleggen vanuit de Bijbel zelf. We vragen onze gesprekspartner om eens goed te lezen wat er écht staat, en niet klakkeloos anderen te volgen die de Bijbel laten buikspreken.
Er zijn ook gevallen waarin het veel moeilijker is. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan teksten die spreken over geweld in opdracht van God. Bekende ‘struikelteksten’ zijn 1 Samuël 15 en Jozua 6, waar in opdracht van God de Amalekieten, respectievelijk de inwoners van Jericho moeten worden uitgeroeid, zonder pardon voor vrouwen en kinderen. Er zijn nog veel meer bloedige en gewelddadige teksten aan te voeren. Waarin verschilt de Bijbel dan nog op het punt van gewelddadigheid van andere religieuze teksten?
Om op die vraag een zinvol antwoord te geven, moeten op het eerste gezicht aanstootgevende passages geplaatst worden in het verband van het gehele Woord van God, en dienen we intens te zoeken naar de werkelijke strekking ervan. We mogen in een openhartig gesprek gerust laten blijken dat wij zelf ook worstelen met zulke teksten, en dat we er zeker begrip voor hebben dat ze bij onze gesprekspartners in het verkeerde keelgat schieten.
NEE
Het is een heilloze weg om te gaan schiften in de Schrift. Dat gebeurde al vroeg in de kerkgeschiedenis door Marcion (85-160). Hij schreef het Oude Testament helemaal af en hield ook van het Nieuwe Testament maar een klein deel over. Hoewel hij veel aanhang had, is Marcion door de hoofdstroom van de christelijke kerk als ketter afgewezen. Daarin zien we de leiding van de Heilige Geest, Die ervan overtuigt dat héél het Woord van God ”theopneust” is (2 Tim. 3:16), geademd door de Geest als betrouwbare boodschap van God.
Niet elke tekst in de Schrift is even centraal, zoals in ons menselijk lichaam ook niet elk deel even wezenlijk is. Ons hart is belangrijker dan een teennagel. Ons gezicht is identiteitsbepalend, terwijl dat niet gezegd kan worden van een oorlel. Toch horen ook die teennagel en die oorlel bij ons lichaam en je zult ze dus niet zonder reden afschrijven.
Zo horen lastige, moeilijke teksten erbij, maar ze worden wél gelezen en verstaan in het licht van centrale Bijbelwoorden zoals bijvoorbeeld Johannes 1:18, Johannes 3:16 en Hebreeën 1:1. God heeft Zich tot in Zijn hart doen kennen in de Zoon van Zijn liefde. Hij is niet als de afgoden vol willekeur en wreedheid. Teksten die op het eerste gehoor die gedachte toch zouden kunnen oproepen, moeten gelezen worden in het licht van de kernboodschap van de Bijbel.
We kennen geen canon in de canon – we schiften binnen de Bijbel niet tussen onfeilbaar Gods Woord en feilbaar mensenwoord. Maar we kennen wel verschil tussen centrum en periferie, tussen kern en omtrek. De kern is identiteitsbepalend voor God, de omtrek helpt om eenzijdige interpretaties uit te sluiten.
Zo leren we dat God wezenlijk liefde is en niet toorn. Maar ook dat de God van liefde toornt tegen alle kwaad en in Zijn heiligheid geen ongerechtigheid kan verdragen. Gods genade zorgt ervoor dat Hij lankmoedig is, traag tot toorn, en gaarne vergevend, maar dat sluit niet uit dat Hij kan, wil en zal straffen wie Hem tot het einde toe verachten en verwerpen.
DUS
In het gesprek met mensen die (nog) niet geloven kunnen en mogen we niet nalaten onze overtuiging uit te spreken dat de Bijbel als geheel het gezaghebbende Boek van God is. Maar we zullen benadrukken dat dit Boek een hárt heeft en dat het allereerst nodig is de hartenklop te beluisteren voordat we zinvol op afzonderlijke ‘struikelteksten’ kunnen ingaan.
Met andere woorden, de Bijbel is Gods Woord van kaft tot kaft. Maar we bedenken daarbij dat zich tussen die kaften een openbaringsgeschiedenis en een heilsgeschiedenis ontvouwen, waarin Gods diepste bedoelingen steeds helderder aan het licht treden.
Maarten Luther zei al dat je niet alleen moet weten wat er gezegd is, maar ook tot wie het gezegd is. De gemeente van Christus roept tot de God der wrake om gerechtigheid, maar weet zich op het zelfde moment geroepen haar vijanden lief te hebben in barmhartigheid, en daarom van alle geweldpleging af te zien.