Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer wil dat kersentelers toch de bestrijdingsmiddelen Tracer en Exirel mogen gebruiken om de Japanse suzukivlieg te bestrijden.
Zonder Exirel en Tracer komt er een einde aan de kersenteelt in Nederland, zeggen de kersentelers unaniem. Het zijn volgens hen de enige gepaste middelen om de Japanse suzukivlieg te kunnen bestrijden. Het uitheemse fruitvliegje zorgt voor een ramp bij het zachtfruit. „In de rijpe vrucht boort de suzuki een gaatje en legt daarin eitjes”, legt teler Dirk-Jan van Lutterveldt uit Kesteren uit. „Vervolgens ontstaat er een rottingsproces dat ook alle andere vruchten aantast.”
Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zouden verschillende kersentelers zich niet aan de strenge regels rond bestrijdingsmiddelen houden. Daarom adviseerde de toezichthouder om geen ontheffing meer te verlenen voor het gebruik van Exirel en Tracer. Landbouwminister Adema nam dat advies over. Die beslissing stuitte in de fruitsector op louter onbegrip. Immers, bij andere gewassen mogen deze producten nog wel gebruikt worden. En ook de andere Europese landen doen niet moeilijk. Bovendien is Tracer een biologisch middel.
De Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) kwam donderdagmorgen naar de Tweede Kamer om de zorgen van de kersenfruittelers over te brengen. Donderdagavond laat volgde een debat.
Daar bleek dat minister Adema bereid is de aanvraag van kersentelers voor het gebruik van de middelen Tracer en Exirel „serieus” te bekijken. Hij verwacht daarover op korte termijn een besluit te kunnen nemen, maar daarvoor heeft hij een zo gedetailleerd mogelijk beeld nodig van de mate waarin de telers de gebruiksvoorwaarden naleven, zei hij donderdagnacht in de Tweede Kamer. „Ik zie dat de naleving is toegenomen, dat er flink is geïnvesteerd in driftreducerende apparatuur (apparatuur die moet voorkomen dat fijne druppeltjes van de spuitvloeistof in de sloot terechtkomen, red.). Ik ben nog aan het onderzoeken wat daarin precies de ontwikkeling is en wat dat dan betekent voor wel of geen vrijstelling”, aldus de minister, die sprak van een besluit „in de komende dagen”.
Als stok achter de deur besloot BBB een motie in te dienen die Adema opriep de vrijstelling uiterlijk 3 mei te verlenen. Die kreeg bij de stemmingen de steun van een ruime meerderheid van NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, BBB, FVD, JA21 en PVV (samen 103 zetels). Als de vrijstelling er komt, moet de bewindsman van de Tweede Kamer ook in de gaten houden dat de gebruiksvoorwaarden die de NVWA daar als toezichthouder aan verbindt „werkbaar” zijn.