Het is angstig stil in de Betuwe. De bomen in de kersenregio bij uitstek, zijn groen van het blad en niet rood van de sappige vruchten. En de kersen die er nog hangen zijn peperduur. „Dit komt hard aan bij de telers”, concludeert zachtfruitspecialist Frederik Bunt van de Nederlandse Fruittelers Organisatie NFO.
„Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt”, verzucht kersenteler Machiel van Capel uit Kesteren. Met 5 hectare en veertig verschillende rassen is hij een van de grootste telers in de regio. Jaren geleden al werden in de boomgaard van de Betuwse teler de hoogstambomen gerooid en verdwenen de kleine kersenboompjes onder het beschermende plastic. Vrijwel alle Nederlandse kersenboeren deden hetzelfde. Gevolg: minder last van spreeuwen, ziekten en weersomstandigheden. En dat ging goed. Alleen… niet dit jaar.
Rond deze tijd is het normaal gesproken een gezellig drukte van belang in de kersenboomgaard bij Van Capel. Plukkers legen hun rieten manden in kisten, waarna de vruchten worden gesorteerd voor verkoop. Niet dit jaar. Enkele kersen hangen er aan de takken. Het plukken van een hoenderik vol fruit duurt lang. Het is zoeken naar rijpe exemplaren. Slechts een handjevol plukkers waagt zich er aan en het bekende fruitstalletje van de familie aan de drukke provinciale weg tussen Kesteren en Maurik staat er verlaten bij.
„Er hangt bijna niks”, schetst Van Capel. „Oorzaak is de vrieskou van 27 op 28 maart, terwijl nota bene de bloesem nog in de knop zat. Normaal gesproken kunnen de bomen dan wel wat nachtvorst hebben. Daarna volgde er een koude en natte periode in de bloesemtijd, waardoor de bijen die voor bestuiving moeten zorgen in de kasten bleven. Vorig jaar was een goed oogstjaar. Het jaar daarop zijn de knoppen dan vaak wat zwakker. Al deze omstandigheden zorgen er voor dat met name de vroege rassen vrijwel geen vruchten dragen. Alleen aan het eind van het plukperiode kunnen we nog wat van het soort regina plukken, maar die laatste week kan het seizoen niet meer goed maken. Ook de hogere prijs niet, want dat zet alleen zoden aan de dijk bij een normaal volume. Bovendien zijn ook de plukkosten flink gestegen. Ik verwacht dat ik dit jaar zo’n 85 procent minder oogst heb. Niemand heeft dit aan zien komen.”
De malaise dit jaar in de kersenteelt is niet alleen regionaal, maar zelfs Europa breed, vertelt NFO-bestuurder Frederik Bunt. De met 40 hectare grootste pruimenteler van ons land heeft zelf ook last van de nachtvorst en het koude voorjaar gehad. Toch schat hij dat de schade in de pruimenteelt niet veel hoger ligt dan 15 procent. „Kersentelers zijn met name getroffen. Bij hoofdras Cordia komt de sapstroom namelijk al vroeg op gang.”
Het vroeger in het jaar overkappen van de bomen had dit probleem kunnen voorkomen. Maar die plastic paraplu is juist weer nadelig bij een warm en droog voorjaar, aldus Bunt. Hij schat dat er dit jaar landelijk 50 procent minder kersen zijn. „De vraag is groot, maar er is vrijwel geen aanbod. Ook niet vanuit Griekenland, Spanje en Macedonië. Daar hebben ze dezelfde problemen. De prijzen zijn nu hoog, zo’n 8-10 euro per kilo, maar dat weegt lang niet op tegen het verlies aan volume. We hebben prachtige theorieën, over bloesem die in de knop vrijwel niet kan bevriezen. Maar de praktijk laat dit jaar wat anders zien.”