Parkinson door pesticiden
Het aantal mensen met de ziekte van Parkinson stijgt gestaag. Niet alleen in Nederland, ook wereldwijd. Milieuvervuilende stoffen en bestrijdingsmiddelen spelen een belangrijke rol. „Wat mij betreft is het bewijs overtuigend.”
Samen met drie Amerikaanse collega’s en de Nederlandse neuroloog dr. Jorritt Hoff schreef neuroloog prof. Bas Bloem het boek ”De Parkinson Pandemie”, dat in september verschijnt. Bloem, oprichter van het Expertisecentrum voor Parkinson & Bewegingsstoornissen van het Radboudumc, maakt zich grote zorgen over de groei van het aantal parkinsonpatiënten. „De toename voldoet aan alle criteria voor een pandemie, behalve dat het geen infectieziekte is.”
Vergrijzing speelt slechts gedeeltelijk een rol. „Als je de cijfers daarop corrigeert, zie je –anders dan bij alzheimer– nog steeds een zorgwekkende stijging van het aantal ziektegevallen. De toename is ook niet verklaarbaar door betere diagnostiek. Die is al 200 jaar weinig veranderd.”
Nederland telt zo’n 50.000 parkinsonpatiënten. Wereldwijd is het aantal de afgelopen twintig jaar verdubbeld naar zo’n 10 miljoen. Parkinson raakt zowel mannen als vrouwen. De meeste mensen krijgen de ziekte tussen hun vijftigste en hun zeventigste. Tien procent is jonger van vijftig jaar. „Onze jongste parkinsonpatiënt is dertien.”
Hoe ontstaat de aandoening?
„Parkinson ontstaat door een tekort aan dopamine. Het is een boodschapperstof, een zogeheten neurotransmitter, die informatie overbrengt van de ene zenuwcel naar de andere. Dopamine wordt aangemaakt in cellen die zich bevinden in de substantia nigra, een zwarte kern boven in de hersenstam. Pas als je nog maar 20 procent van de dopamineproducerende cellen over hebt, krijg je verschijnselen van parkinson.”
Welke risicofactoren spelen een rol bij het ontstaan?
„Allereerst veroudering. Gifstoffen uit de omgeving vormen de tweede factor. Daarnaast spelen erfelijke factoren bij zo’n 5 procent van de patiënten een dominante rol. Factoren hangen onderling ook met elkaar samen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van verhoogde blootstelling aan bestrijdingsmiddelen als jongere. Veroudering doet dan de rest in het latere leven.
Het risico op parkinson wordt behalve door blootstelling aan toxische stoffen ook bepaald door het ontgiftend vermogen van je lichaam.
Ook hoofdletsels door ongelukken, bokssport of profvoetbal kunnen zorgen voor schade aan de dopamineproducerende cellen.”
Wat heeft milieuvervuiling te maken met parkinson?
„Er is een duidelijke samenhang tussen industrialisatie en de opmars van parkinson door luchtvervuiling. In China stijgt het aantal patiënten explosief, gelijktijdig met de industrialisatie en de bijbehorende milieuvervuiling. Ook het verkeer doet een duit in het zakje. Wonen langs drukke snelwegen zorgt ook voor een verhoogd risico, blijkt uit een aantal studies.
Op de tweede plaats staan bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Het gaat om onkruidverdelgers zoals glyfosaat en om pesticiden zoals paraquat, mancozeb, maneb en rotenon.”
Hoeveel bewijs is er voor de schadelijkheid van bestrijdingsmiddelen?
„Proefdierstudies tonen aan dat landbouwbestrijdingsmiddelen vaak uitermate giftig zijn voor de substantia nigra. Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat boeren 2 tot 2,5 keer meer risico lopen op parkinson dan de algemene bevolking.
In Frankrijk zie je dat parkinson piekt in de wijnbouwgebieden. In de VS en Canada is in kaart gebracht waar parkinson het meest voorkomt. Die kaartjes komen precies overeen met landbouwgebieden. Dus daar waar de meeste bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Die stoffen komen ook terecht in het grondwater. Mensen die in deze gebieden water drinken uit natuurlijke bronnen hebben ook een verhoogd risico op parkinson.
Onderzoek op Hawaï heeft aangetoond dat restanten van het bestrijdingsmiddel heptachloor, dat werd gebruikt in de ananasteelt, was terug te vinden in de hersenen van overleden parkinsonpatiënten. Zelfs ook in moedermelk en in melk uit de supermarkt.
Uit meerdere studies blijkt trouwens dat fervente melkdrinkers 2,3 keer meer risico op parkinson hebben dan mensen die weinig tot geen melk drinken. De nuance is dat mogelijk niet alleen residuen van bestrijdingsmiddelen een rol spelen maar ook andere factoren.”
Welke beroepsgroepen lopen een verhoogd risico op parkinson?
„Boeren en wijnboeren die bestrijdingsmiddelen gebruiken. Verder lassers en anderen die met zware metalen werken en de al genoemde profvoetballers. In Frankrijk is parkinson bij wijnboeren erkend als beroepsziekte. Duitsland overweegt dit inmiddels. Ook mensen die vroeger werkten met trichloorethyleen, bijvoorbeeld in stomerijen, lopen een verhoogd risico. De stof vormde een bestanddeel van schoonmaakmiddelen en metaalontvetters en is zeer slecht afbreekbaar. In gebieden waar de bodem erg vervuild is met trichloorethyleen zie je ook meer parkinson dan elders.”
Hoe bereiken de giftige stoffen het brein?
„Via de bloedbaan en via zenuwcellen in de darm. Bij een groot deel van de patiënten begint parkinson in de zenuwcellen in de darmen. Al in een heel vroege fase van parkinson vind je in die zenuwcellen dezelfde afwijkingen als later in de dopamineproducerende cellen in de hersenen. Wat de oorspronkelijke trigger is, weten we nog niet precies. Gifstoffen spelen vrijwel zeker een rol. Bij een deel van de patiënten is het mogelijk een infectie.”
Waardoor ontstaat de schade?
„Er vormen zich in de zenuwcellen in de darm ophopingen van een bepaald eiwit: alfa-synucleïne. Dit eiwit hebben deze cellen nodig voor hun bestaan, maar ze moeten wel netjes worden ‘opgevouwen’. Bij parkinson is dat proces verstoord. De eiwitten liggen daardoor hotsknots opgestapeld in de zenuwcellen. Die gaan vervolgens dood. De verkeerd gevouwen eiwitten kunnen de zieke zenuwcel verlaten, een gezonde naburige cel binnendringen en daar dezelfde chaos veroorzaken. Via de tiende hersenzenuw, de nervus vagus, verplaatsen de afwijkende eiwitten zich vanuit de darmwand richting het brein.”
Speelt het darmmilieu een rol?
„Er wordt veel onderzoek gedaan naar de samenstelling van het microbioom, de bacteriecultuur in de darm. We weten dat als mensen eenmaal parkinson hebben, het microbioom anders is samengesteld dan bij gezonde mensen. We weten ook dat jarenlange obstipatie een heel vroeg kenmerk is van parkinson. Of het een oorzakelijke rol speelt of een gevolg is van een onbekend onderliggend proces, is onduidelijk.
Als je bij muizen een gen inbrengt dat parkinson veroorzaakt, krijgen ze parkinsonverschijnselen met de bijbehorende afwijkingen in het muizenbrein. Als je bij die muizen de darm steriliseert, worden ze echter niet ziek of veel minder ziek. Breng je vervolgens ontlasting in van iemand met parkinson, dan wordt zo’n muis extra ziek. Het lijkt erop dat er iets is met het microbioom dat het ziekmakende proces onderhoudt of versterkt. Het is spannend onderzoek. Al moet je voorzichtig zijn met conclusies, een muis is immers geen mens.
In een andere studie werd het foutief gevouwen alfa-synucleïne ingebracht in de darm van muizen. Vervolgens kregen ze na enkele weken parkinsonverschijnselen. Muizen waarbij de nervus vagus was doorgeknipt –waardoor de ‘snelweg’ die de darmen verbindt met de hersenen werd doorbroken– werden echter niet ziek.”
Wat kun je doen om het risico op parkinson te verkleinen?
„Zo veel mogelijk biologisch eten. Ik doe het zelf ook. Volg het mediterrane dieet. Dat lijkt te beschermen tegen parkinson. Evenals een paar koppen koffie per dag. Waarom weten we niet precies. De associatie blijkt uit epidemiologisch onderzoek.
Was groente en fruit goed. Zorg voor voldoende dagelijkse beweging of sport. Voorkom hoofdletsels door goede preventieve maatregelen. Mensen die met bestrijdingsmiddelen werken, moeten zich optimaal beschermen.”
”Tijd voor actie”, luidt de subtitel van het boek ”De Parkinson Pandemie”. Wat is volgens u nodig?
„Een scherper toelatingsbeleid voor nieuwe bestrijdingsmiddelen. Daar ligt een taak voor politici. Zij zouden ook de biologische landbouw gezamenlijk in Europees verband moeten stimuleren.
Bestaande en al toegelaten bestrijdingsmiddelen moeten alsnog worden onderzocht op mogelijk schadelijke effecten op de dopamineproducerende cellen. Niet alleen per middel afzonderlijk, ook in combinatie met elkaar. Uit steeds meer neurotoxicologische studies blijkt dat combinaties van bepaalde gifstoffen al schadelijk zijn in concentraties die ver onder de grenswaarde liggen die voor iedere stof apart is vastgesteld.
Bij toxiciteitsonderzoek met proefdieren moet niet alleen worden gekeken naar kanker, maar ook heel gericht onder de microscoop naar schade aan de dopaminecellen. De onderzoeksduur moet niet te kort zijn. Dan loop je het risico dat muizen aan het eind van het onderzoek kerngezond lijken, terwijl ze al een groot deel van hun dopaminecellen hebben verloren.
Ik hoop dat beter onderzoek leidt tot betere wet- en regelgeving. En –zo nodig– tot een verbod op bepaalde middelen. In november heb ik een presentatie gegeven over bestrijdingsmiddelen en de relatie met parkinson voor het Ctgb, het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het Ctgb heeft in maart onze zorgen gedeeld met de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA. De EFSA doet onderzoek, maar dat kost helaas erg veel tijd. De lobby van de industrie speelt daarin zonder twijfel een rol.
Boeren verwijt ik trouwens niets. Zij moeten ook hun brood verdienen en concurrerend kunnen werken. Feitelijk zijn zij zelf de grootste slachtoffers van blootstelling aan bestrijdingsmiddelen.”