Wilhelmus zingen in de kerk: mooi of ongepast? Volgens ds. Kersten „een kostelijk lied, maar niet om in de kerk te zingen”
Rond Koningsdag klinkt het weer overal: het Wilhelmus. Ook in diverse kerken wordt het volkslied, na de zegen, de zondag na Koningsdag gezongen. In Sprekend RD legt RD-muziekredacteur Jaco van der Knijff uit waarom de ene kerk hier wel voor kiest en de andere niet.
Ook gaat Jaco kort in op de herkomst van het Wilhelmus. Die blijkt behoorlijk in nevelen gehuld. Tot op de dag van vandaag is bijvoorbeeld niet helder wie de auteur is. „Heel lang heeft het op naam van Marnix van Sint-Aldegonde gestaan. Later is Datheen ook wel genoemd, op basis van nieuw onderzoek. Maar eigenlijk weten we het gewoon niet.”
Jaco deed voor een artikel in het RDMagazine onderzoek naar het gebruik om in de periode rond Koningsdag en 4 en 5 mei het Wilhelmus te zingen in de kerk. Er wordt door kerken verschillend over gedacht, ontdekte hij. „Een aantal kerken zegt: in de dienst passen alleen maar de Psalmen Davids en enkele gezangen. Daar hoort het Wilhelmus niet bij. Anderen vinden dat het gevoel van vaderland en koningshuis ook in de kerk een plek mag krijgen.”
In het verleden speelde de discussie ook al. Jaco citeert een stukje uit de Saambinder waarin een lezer rond 1935 aan de hoofdredacteur -ds. G.H. Kersten- vraagt of het Wilhelmus in de dienst gezongen mag worden. Volgens Kersten is het „een kostelijk lied, maar niet om in de kerk te zingen”.
Behalve Jaco komen in de podcast ook twee kerkgangers aan het woord die vertellen hoe hun kerk hiermee omgaat.