Hoe geloof geluk bevordert via gezondheid
Omdat geloof gezondheid bevordert en gezondheid gelukkig maakt, is er een indirecte invloed van geloof op geluk.
In de voorgaande afleveringen van de serie ”Zijn gelovige mensen gelukkiger?” hebben wij vastgesteld dat geloof mensen gelukkiger maakt door het huwelijk. In deze vijfde aflevering behandel ik een tweede reden waarom gelovige mensen gelukkiger zijn, namelijk omdat geloof (mentale) gezondheid bevordert.
Het behoeft weinig betoog dat gezondheid van groot belang is voor iemands welzijn. Dit betreft zowel lichamelijke als mentale gezondheid. Mijn schattingen op basis van data uit de World Values Survey bevestigen dat; het geldt zowel data wereldwijd als data voor alleen Nederland.
Of gezondheid aan de verklaring van de positieve relatie tussen geloof en geluk bijdraagt, hangt dus af van het effect van geloof op gezondheid. Eerder onderzoek liet zien dat geloof een positieve houding, eigenwaarde en hoop bevordert. Mensen die zich geliefd en geborgen weten bij God kunnen daardoor meer compassie met zichzelf hebben, zelfs in tijden van teleurstelling of mislukking. Dat stelt mensen in staat om een gevoel van positieve eigenwaarde te behouden en tegelijkertijd hun eigen zwakheden en tekortkomingen te erkennen. De angst voor afwijzing neemt daardoor af. Het bijwonen van kerkdiensten gaat verder gepaard met minder stress en depressie, waarschijnlijk vanwege de sociale interactie die kerkdiensten met zich meebrengen. Denk bijvoorbeeld ook aan gebedspastoraat, waarbij de pastor met liefde en aandacht naar het gemeentelid luistert alvorens met elkaar in gebed te gaan.
Daarentegen, als gelovigen zich in hun relatie met God onzeker en angstig voelen, zullen zij minder compassie hebben met zichzelf. Het gevoel door God verlaten te zijn en een gebrek aan vertrouwen in God kunnen symptomen van depressie in de hand werken. Het godsbeeld blijkt dus belangrijk. Mensen die geloven dat God een liefdevolle en vergevingsgezinde Persoon is, hebben doorgaans minder psychische problemen. Ook geloofstwijfel kan bijdragen aan mentale problemen, als men (ten onrechte) meent dat deze twijfel in strijd is met de Bijbel. Daardoor kan het moeilijk zijn om deze twijfels met anderen te bespreken, wat de situatie er niet beter op maakt.
Ander onderzoek heeft aangetoond dat geloof het geven van betekenis en doel aan het leven versterkt. Mensen stellen zich soms de vraag: „Waarom ben ik hier?” Het christelijk geloof geeft daar een antwoord op en is daarmee voor velen een bron van betekenis. Een opvallende bevinding in de literatuur is dat het ervaren van betekenis in het leven door het geloof in arme landen sterker is dan in rijke landen. Dit sluit aan bij een andere opvallende bevinding, namelijk dat het verlenen van betekenis aan het leven voornamelijk bijdraagt aan de levenstevredenheid van mensen die ongelukkig zijn. Als iemand een plezierig leven heeft, is het gevoel dat men in het leven een doel heeft minder belangrijk voor de tevredenheid met het leven dan wanneer mensen een ongelukkig leven leiden.
Behalve mentale gezondheid biedt ook fysieke gezondheid een verklaring voor de positieve relatie tussen geloof en geluk. Geloof remt sigaretten- en alcoholconsumptie af, stimuleert lichaamsbeweging en bevordert gezonde voeding en slaappatronen. Dit komt doordat het geloof richtlijnen biedt die gezond gedrag stimuleren, zoals Bijbelse voorschriften tegen dronkenschap en te veel eten of passages die verwijzen naar het lichaam als ”tempel van de Heilige Geest”.
Om te kunnen nagaan of mentale gezondheid de relatie tussen geloof en geluk kan verklaren, maak ik gebruik van vragen uit de World Values Survey, die gevoelens van rusteloosheid, eenzaamheid en depressie meten, alsook een vraag of de geënquêteerde vindt dat het leven geen betekenis heeft. Voor het meten van fysieke gezondheid gebruik ik een vraag naar de algehele gezondheid. Van de verschillende geloofsdimensies bleek dat zowel de mentale gezondheid als de algehele gezondheid positief samenhangt met participatie in kerkdiensten en een protestantse denominatie.
Op grond van deze resultaten uit de literatuur en mijn eigen bevindingen kunnen wij dus concluderen dat gezondheid een tweede verklaring biedt voor de positieve invloed van geloof op geluk: omdat geloof gezondheid bevordert en gezondheid gelukkig maakt, is er een indirecte invloed van geloof op geluk. In de volgende aflevering zullen wij kijken naar een derde factor die een mogelijke verklaring biedt voor de positieve relatie tussen geloof en geluk, namelijk of gelovige mensen over sociale deugden beschikken die bijdragen aan hun geluk.
De auteur is hoogleraar Economie, Onderneming en Ethiek, Tilburg University. Reacties: opinie@rd.nl