Islam verdraagt geen kritiek en (er)kent geen vrijheid
Wie in Wilders een gevaar voor de democratie en de rechtsstatelijkheid ziet, omdat hij wijst op het gevaar van de islam voor vrijheid en democratie, zet de boel op z’n kop.
Sinds de PVV de grootste partij werd, voelen allerlei mensen zich geroepen ons te waarschuwen. Gevaarlijke man, die Wilders. Democratie, godsdienstvrijheid en rechtsstatelijkheid zijn bij hem niet veilig. Dat heeft vooral te maken met zijn standpunt over de islam. Deze religieuze minderheid heeft van hem niets goeds te verwachten. En wie weet zijn andere godsdienstige groepen daarna aan de beurt. In dit koor zingt ook Bart Jan Spruyt mee ( RD 23-3 ). Vooral roept hij de SGP op de ideeën van Wilders over de islam niet te steunen. „SGP, let op uw zaak!”
In zulke waarschuwingen is naar mijn mening elk gevoel voor verhoudingen afwezig. Het grote gevaar dat de wereld bedreigt (ook Europa, ook Nederland) is de islam. Dat kan niemand ontkennen. Niet een bepaalde groep binnen de islam, niet ”de radicale islam”, nee, de islam als zodanig. Er is wereldwijd geen enkel islamitisch land met politieke vrijheid, democratie en godsdienstvrijheid. Zelfs in Nederland legt de islamitische minderheid nu al aan de meerderheid verschillende beperkingen op. In een ziekenhuis in Rotterdam krijg je ongevraagd halal vlees, ook al ben je christen, ook al heb je bezwaar tegen onverdoofd slachten. Al vele jaren geleden schreef Elsevier : „Op de knieën voor de islam”. Hoezeer de straat al beheerst wordt door de islam is wel gebleken bij ”demonstraties” voor Hamas in verband met de oorlog in Gaza. Wie daarom in Wilders een gevaar voor de democratie en de rechtsstatelijkheid ziet, omdat hij wijst op het gevaar dat de islam voor vrijheid en democratie betekent, zet de boel op z’n kop.
Vergelijking
Dat Wilders democratisch en rechtsstatelijk te werk kan gaan, heeft hij bij de formatieonderhandelingen duidelijk bewezen. Spruyt spreekt in dat verband minachtend van een knieval voor zijn onderhandelingspartners en laat dat volgen door wantrouwige opmerkingen over wat nog van hem (Wilders) te verwachten is. Zelfs eventuele maatregelen tegen Koranscholen waarin een ideologie zou worden verspreid die een afkeer van onze samenleving propageert, stelt Spruyt onder de verdenking dat voorstellen uit de koker van Wilders altijd tegen één bepaalde religieuze minderheid gericht zullen zijn, „en het is de vraag of je daaraan moet willen meedoen”. Hij schaart zich achter de waarschuwing van Koen Vossen dat het onverstandig is dat de SGP tegen de PVV ‘aanschuurt’: als kleine religieuze minderheid zou de partij Wilders’ ideeën over de islam niet moeten steunen.
Welke ideeën over de islam je dan wel mag hebben en uitspreken, zegt Spruyt niet. En helemaal niet hoe een democratisch land moet omgaan met een beweging die principieel tegen vrijheid en democratie is. Van de vrijheid van godsdienst wil niemand iets afdoen, maar van de vrijheid van meningsuiting ook niet. Dat betekent dat je moet kunnen zeggen dat een vergelijking tussen de Bijbel, Jezus en het christelijk geloof aan de ene kant en de Koran, Mohammed en de islam aan de andere kant zwaar in het nadeel van het tweede drietal uitvalt, maar dat je daaraan geen politieke gevolgen moet willen verbinden. Het probleem, tevens het gevaar, is echter dat de islam niet alleen een godsdienst is, maar ook een beweging die geen kritiek verdraagt en geen vrijheid (er)kent. (Tevens volgt daaruit dat de dikwijls geuite beschuldiging dat Wilders ”mensen uitsluit” onbillijk en in wezen onwaar is.)
Zinkend schip
Het ziet ernaar uit dat mensen die alarmerende kreten als die van Spruyt slaken („SGP, let op uw zaak!”), kreten die zich tegen het verkeerde gevaar richten, vooralsnog niet veel anders doen dan het grote gevaar niet (willen?) zien en dus ons daaraan uitleveren. Het is alsof iemand, terwijl het schip zinkende is doordat er een groot gat in is geslagen, alarm slaat omdat de dekstoelen niet schoon genoeg zijn.
De auteur is gereformeerd emeritus predikant.