Meer dan de ChristenUnie staat de SGP welwillend tegenover een kabinet met daarin de PVV. Dat bleek vorige week tijdens het formatiedebat. Hoe is dat te verklaren? Drie politicologen laten er hun licht over schijnen.
„Mijn grote zorg is dat er geen spat veranderd is”, verzuchtte CU-leider Mirjam Bikker tijdens het formatiedebat vorige week. Ze uitte haar twijfels over Geert Wilders en vroeg zich min of meer af of de PVV-voorman daadwerkelijk de democratische rechtsstaat omarmt. Voorman Chris Stoffer van de SGP, dat een rechts kabinet met de PVV ziet zitten, maakte het Wilders niet moeilijk. Hoe komt het dat SGP en ChristenUnie, met beide drie zetels in de Tweede Kamer, een populistische dan wel radicaalrechtse partij als de PVV uiteenlopend tegemoet treden?
Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de migratiediscussie, zo stelt politicoloog Samuel Vandeputte. Rond migratie zit de SGP duidelijk op „de rechtse, strenge lijn”, schetst hij. „De partij wil de christelijke cultuur beschermen. Voor de SGP is een kritische houding tegenover de islam vandaag de dag heel belangrijk. Omdat er volgens die partij een bedreiging uitgaat van de islam.”
Daarentegen heeft de ChristenUnie een „meer samenwerkende houding” met moslims, betoogt Vandeputte. „Voor de ChristenUnie is geloofsvrijheid belangrijk. De partij hamert op rechten van religieuze minderheden, onder wie moslims. Veel meer dan de SGP maakt de ChristenUnie er bezwaar tegen dat de PVV moslims in de hoek zet. De ChristenUnie zit sterk op de lijn van het benadrukken van het belang van rechtsstatelijkheid en mensenrechten. Daarmee staat de partij dus ver af van de PVV.”
De beide christelijke partijen verschillen ook stevig in hun waardering van nationalisme, analyseert Vandeputte. Dat heeft gevolgen voor hun houding jegens de PVV, een partij die Nederland op één zet. „De SGP-achterban heeft op dit punt veel raakvlakken met de PVV-achterban. Beide groepen hechten aan hun lokale gemeenschap. Leden van die groep zijn zogeheten ”somewheres”, mensen die geworteld zijn in een bepaalde plek. Denk aan SGP’ers in Staphorst. Hun omgeving heeft een liturgische werking, zeggen ze in rooms-katholieke kring. Dus de lokale omstandigheden bevorderen als het ware het christelijke geloof. Mensen horen op zondag kerkklokken en zien dat de winkels dan dicht zijn. Doordeweeks bezoeken ze een christelijke boekwinkel. De christelijke somewheres zijn, net als PVV’ers, beducht voor bedreigingen van buitenaf. Ze vrezen bemoeienis vanuit bijvoorbeeld de Europese Unie.”
Aarzelen
Onder christenen in SGP-kring leeft sterk de wens „om met rust gelaten te worden”, zegt Vandeputte. De twintiger is zelf woonachtig in Nijkerk, „aan de rand van de Biblebelt”. „Reformatorische christenen hechten belang aan hun eigen instituties, bedrijven en organisaties. Van Groen van Prinsterer is de bekende uitspraak: „In het isolement ligt onze kracht.” Die gedachte leeft nog altijd sterk in SGP-kringen.”
Als orthodoxe christenen hun toevlucht nemen tot populistische leiders, dan is dat vaak niet van harte, denkt hij. Ze kiezen een populist omdat ze het alternatief een stuk beroerder vinden. „Als SGP’ers zouden moeten kiezen tussen premier Geert Wilders of premier Rob Jetten of Frans Timmermans zullen ze massaal voor Wilders gaan. Maar in het stemhokje zullen ze wel aarzelen, het potlood zal even boven het papier zweven. SGP’ers beseffen best dat het liberale mens- en wereldbeeld van Wilders, het benadrukken van de individuele autonomie, in principe haaks staat op het SGP-gedachtegoed dat Gods soevereiniteit op de voorgrond zet.”
De verhouding van een partij als de SGP met populistische partijen als PVV en FVD is geen zwartwitverhaal, stelt de politicoloog. „Je kunt niet zonder meer zeggen: de SGP heult met de PVV of met de FVD. Feit is immers ook dat iemand als de populistische Tom de Nooijer binnen de SGP op zijn vingers is getikt mede vanwege zijn FVD-sympathieën en de partij heeft verlaten. Wel denk ik dat de SGP nu meer dan ooit openstaat voor een rechts kabinet met daarin een duidelijk populistische partij. Ook zal de SGP niet gauw pleiten voor een verbod op bijvoorbeeld de FVD. Want binnen de SGP beseffen ze: Als die partij verboden zou worden, kunnen wij de volgende partij zijn die op het schavot komt te staan.”
Ontworteld
Gelovigen in kringen van de ChristenUnie zijn vaker „anywheres”, betoogt de politicoloog. „Ze zijn vaak meer internationaal georiënteerd en staan meer open voor de wereld. Anywheres zijn als het ware ontworteld, ze kunnen overal werken. Brussel is typisch de plek voor anywheres.”
Er leven ook nog genoeg CU-stemmers op het platteland, erkent Vandeputte. Al denkt hij dat de partij steeds meer moeite zal krijgen die groep vast te houden. Veelzeggend vindt de politicoloog dat de ChristenUnie bij de Tweede Kamerverkiezingen in november kelderde van vijf naar drie zetels. „De partij, zeker het partijbestuur, is steeds meer naar links-progressieve kant opgeschoven. Daarmee vervreemdt de ChristenUnie zich van het conservatieve deel van haar achterban.”
Het verbaast de jonge politicoloog niet dat evangelicals (behoudende christenen) in de Verenigde Staten massaal kiezen voor de populistische Donald Trump in plaats van voor Joe Biden. „Je zult in Amerika weinig christenen tegenkomen die het opnemen voor de persoon Trump. Ze zullen zijn levenswandel niet goedpraten. Maar ze denken pragmatisch. Ze weten dat Trump het voor elkaar kreeg om tijdens zijn presidentschap maar liefst drie conservatieve rechters in het Hooggerechtshof te krijgen. Ook verplaatste hij de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem. Dat soort acties wegen voor evangelicals heel zwaar.”
Zelfs steeds meer progressieve christenen zullen zich wel twee keer bedenken voordat ze op de Democraat Biden stemmen, denkt Vandeputte. „Veelzeggend vind ik de houding van de Amerikaanse theoloog Richard Mouw. Deze progressieve christen stemde in 2020 op Biden als een van de prominente ”pro-life evangelicals for Biden”. Maar kort na Bidens aantreden trok Mouw zijn steun teleurgesteld terug. Biden brak namelijk met de lange Amerikaanse traditie om belastinggeld niet te gebruiken om abortussen te financieren. Mouw voelde zich verraden. Belangrijk is om te bedenken dat medisch-ethische thema’s in christelijk Amerika heel zwaar wegen.”
De Amerikaanse socioloog Ryan P. Burge, die ook baptistenpredikant is, heeft „fascinerend” onderzoek gedaan naar stemgedrag van Amerikaanse christenen, betoogt Vandeputte. „Burge voorspelt dat over enkele jaren nog amper blanke christenen op de Democraten zullen stemmen. Ook veel katholieken keren Biden de rug toe, ze vinden hem te progressief. Die christenen zijn vaak geen trouwe kerkgangers, maar hechten wel waarde aan instandhouding van christelijke basiswaarden. Die zijn volgens hen bij de populistische Trump in veiliger handen.”
Jongeren uit SGP-kringen zullen meer dan voorheen onbekommerd op een populistische partij als de PVV stemmen, verwacht Vandeputte. „Voor de SGP is abortus een belangrijk thema. Veel jongeren redeneren echter dat de strijd rond zo’n prolifekwestie niet meer te winnen is. Dus stemmen ze niet meer bij voorbaat op de SGP, zoals hun ouders. Daarentegen vinden die jongeren dat op het gebied van asielkwesties wel resultaat te boeken is. Daarom kiezen ze bijvoorbeeld de PVV.”
Pro-Israël
Onmiskenbaar heeft de SGP tal van „raakvlakken” met de PVV. Dat stelt politicoloog dr. Hans Vollaard, verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij somt op: „Beide partijen zijn duidelijk pro-Israël. Verder hebben ze het niet zo op buitenlanders en zijn ze anti-islam. Ook hebben PVV en SGP moeite met allerlei klimaatmaatregelen en staan ze aan meer de kant van bijvoorbeeld de boeren.”
Bij de ChristenUnie waait een andere wind, constateert Vollaard. „Met betrekking tot de islam heerst binnen de ChristenUnie nadrukkelijker de gedachte: Als je zelf gebruikt maakt van de vrijheid van godsdienst, moet je die vrijheid anderen ook gunnen. De CU heeft zo de democratische rechtsstaat hoger in het vaandel staan. Bij de SGP zijn historisch gezien de reserves op dat punt groter. Die partij koestert meer het ideaal van de christelijke natie. Tekenend is dat SGP-leider Van der Staaij in 2016 ervoor pleitte een eind te maken aan dagelijkse gebedsoproepen via minaretten op moskeeën.”
Meer dan de SGP omarmt de ChristenUnie maatregelen op klimaatverandering tegen te gaan, betoogt Vollaard. „De ChristenUnie wil meer dan de SGP dat de overheid actief ingrijpt om het milieu te sparen.”
De CU is weliswaar pro-Israël, maar de achterban is op dat punt „genuanceerder” dan de SGP, stelt Vollaard, medesamensteller van de jubileumbundel ”Mannen van Gods Woord. De Staatkundig Gereformeerde Partij 1918-2018”. De politicoloog wijst erop dat GPV en RPF, de voorlopers van de ChristenUnie, vanouds verschilden in hun opvattingen over Israël. „RPF’ers, vaak afkomstig uit evangelische kring, schaarden zich meer dan GPV’ers voluit achter Israël. Ik denk dat vandaag de dag in CU-kring meer aandacht is voor de rechten van de Palestijnen.”
„Bitter wantrouwen” binnen de PVV tegenover de overheid signaleert Vollaard ook in SGP-kringen. „Onder SGP-stemmers heerst meer het sentiment: de overheid moet wegblijven van mijn boerenerf en van mijn bedrijf. Waarbij ik wel aanteken dat ik die argwaan vooral bij de achterban en niet zozeer bij de leiding van de SGP zie.”
Ondanks de raakvlakken tussen PVV en SGP ziet de politicoloog ook forse verschillen. Zo scheiden zich de wegen op het terrein van de vrijheid van onderwijs. „De PVV bepleit in haar verkiezingsprogramma zogeheten „politiek neutrale leraren”. Dat strijdt heel nadrukkelijk met de visie van de SGP, die juist vrijheid bepleit voor scholen met een eigen signatuur. Verder wil de SGP de abortuswet en euthanasiewet intrekken. Dat is bij de PVV niet zo.”
Ook de politieke stijl van beide partijen verschilt, betoogt Vollaard. „PVV-politici kunnen beledigend zijn richting medelanders of gezagsdragers. Dat zie ik SGP-politici niet doen.”
Veenendaal
Ook politicoloog Chris Aalberts merkt dat de SGP veel meer dan de ChristenUnie gecharmeerd is van PVV-standpunten over migratie en islam. Aalberts, ruim een week geleden nog present op een SGP-bijeenkomst in Nijkerk: „Ik zie in Veenendaal, waar ik familie heb wonen, dat SGP’ers als het ware hun arme buren een brood zullen geven. Dus reformatorische christenen nemen in zekere zin het gebod van naastenliefde serieus. Maar tegelijkertijd willen veel SGP’ers asielzoekers, en zeker moslims, op afstand houden. SGP’ers pleiten voor opvang van migranten in hun eigen regio. Niet zozeer vanuit de houding: laat die asielzoekers maar stikken. Maar wel uit angst voor de islam. SGP’ers ervaren ook aversie tegen een bureaucratisch opvangsysteem, waar asielzoekers dan weer misbruik van kunnen maken.”
Als agnost vindt Aalberts het lastig grip te krijgen op beweegredenen van SGP’ers. „Je kunt er verschillende woorden voor gebruiken, maar ik vind de houding van de SGP jegens vluchtelingen koud. De SGP is bijvoorbeeld geen fan van gezinshereniging van asielzoekers. Vanuit Bijbels oogpunt deugt dat toch niet, zou ik denken. Vanuit de partij komt dan een wat lauwe reactie en wordt iets gemompeld over aanzuigende werking.”
Bij de ChristenUnie waait doorgaans een andere wind, betoogt Aalberts. „Ik zie bij die partij meer compassie jegens vreemdelingen. De ChristenUnie is natuurlijk een soort GroenLinks voor christenen. De CU verwelkomt bijvoorbeeld migrantenkerken in Amsterdam. Niet voor niets is Don Ceder, die een Surinaamse vader en een Ghanese moeder heeft, Kamerlid voor de ChristenUnie. De SGP is een witte club, daar is geen enkel multicultureel sausje te zien.”
Opmerkelijk genoeg vinden nogal wat christelijke migranten dat de ChristenUnie te weinig uitgesproken christelijk is, stelt Aalberts. „Op een CU-congres sprak ik een zwarte vrouw. Ze zei: „De CU heeft moeite de migrantenkerken aan zich te binden.” Omdat christelijke migranten relatief streng zijn, bijvoorbeeld wat betreft abortus. Voormalig CU-leider Segers zei bijvoorbeeld iets als: „Wij zijn tegen abortus, abortus is niet goed.” Terwijl toenmalig SGP-leider Van der Staaij woorden gebruikte als: „De Heere geeft en neemt het leven.” Bij dat soort steviger bewoordingen voelen de christenmigranten zich vaak meer thuis. Voor mij als buitenstaander zijn die subtiele verschillen haast niet te volgen.”
Tekenend is dat CU-leider Mirjam Bikker PVV-leider Wilders vorige week veel kritischer tegemoet trad dan SGP-leider Stoffer, stelt de politicoloog. „Tijdens de formatiebespreking noemt Wilders de islam een geloof. Eerder bestempelde hij tientallen jaren de islam echter als politieke ideologie. De Koran noemde hij in het verleden Mein Kampf, die wilde hij verbieden. Zou het echt zo zijn dat Wilders’ meningen over de islam die hij twintig jaar lang uitdroeg nu werkelijk in de prullenbak gooit? Ik vind dat een heel raar verhaal, ik vind Wilders niet geloofwaardig. Bikker heeft wat mij betreft terecht haar twijfels over de geloofwaardigheid van Wilders. SGP-leider Stoffer zal Wilders niet aanvallen op dit punt. Dat begrijp ik, want de SGP wil heel graag een rechtse regering met daarin de PVV. Hoe dan ook legde het formatiedebat vorige week een duidelijke kloof tussen CU en SGP bloot.”
De uiteenlopende bejegening door SGP en CU van populisten blijkt overduidelijk ook in de Europese politiek, stelt Aalberts, medeauteur van het boek ”Retourtje Brussel – Hoe Nederlanders werken aan de Europese Unie”. Hij verwijst naar de breuk tussen CU en SGP in het Europees Parlement. In 2019 stapte de CU uit de ECR-fractie (Europese Conservatieven en Hervormers) toen de FVD ook in die fractie stapte. De CU sloot zich aan bij de fractie van de Europese Volkspartij, waar ook het CDA in zit. Aalberts: „Bert-Jan Ruissen van de SGP is sceptisch over Europa en schurkt daarmee tegen PVV en FVD aan. De CU heeft een heel andere afslag genomen. Voorheen gebruikte bijvoorbeeld ChristenUnie-leider Rouvoet over Europa nog slogans als: „Samenwerking ja, superstaat nee.” Nu vaart de CU een meer pro-Europese koers en durft de partij dit soort teksten niet meer te roepen.”
De ECR-fractie waar de SGP in zit kun je geen fatsoenlijke fractie noemen, stelt Aalberts. „Tot de ECR-fractie behoren onder meer de Italiaanse partij Fratelli d’Italia (Broeders van Italië), een partij met fascistische wortels en ook de populistische partij Spaanse VOX, met daarin lui die dictator Franco terugwillen.”
De politicoloog voelt zich wat betreft de houding tegenover populisten meer thuis bij de CU dan bij de SGP. „Populisten zetten moslims in de hoek. Ik snap niet goed hoe christenen die zaken als naastenliefde zeggen na te streven met die populisten in zee kunnen gaan. Christenen zouden toch uit moeten gaan van de gedachte: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.”