Beïnvloeding Rusland vraagt om weerbaar parlement, maar is achterstallig huiswerk
In de Tweede Kamer gaan de handen dinsdag ongetwijfeld massaal in de lucht als de Kamervoorzitter van dienst twee moties van GL-PvdA-leider Frans Timmermans in stemming brengt, bedoeld om de weerbaarheid van ons parlement tegen Russische beïnvloedingsoperaties te vergroten.
Met de voorstellen die in de moties staan beschreven, reageert de Kamer op het zorgelijke nieuws dat een ooit in Nederland opgerichte nieuwssite, Voice of Europe, tamelijk onopgemerkt bleek te zijn verworden tot een wapen voor het Russische destabiliserings- en desinformatieproject. Via de site zouden politici, onder wie ook Nederlandse, zijn betaald voor het uitdragen van standpunten die Rusland welgevallig zijn.
Over het hoe en wat is nog veel onduidelijk. Een van de vragen die nog altijd boven de markt hangt, is welke politici er zouden zijn beïnvloed, en hoe. Gelukkig weerstond de Kamer tot nu toe de verleiding het kabinet onder druk te zetten met allerlei niet-uitvoerbare aansporingen om de AIVD alsnog snel tot openheid te bewegen. Hopelijk blijft dat zo. Dit is geen goedkope soapstory, maar bittere ernst. Los daarvan hebben inlichtingendiensten niet voor niets een eigen taak en een eigen mandaat.
Opvallend is wel dat veel partijen het tot nu toe doen voorkomen alsof het vijf voor twaalf is en alsof de dreiging dat ook Nederlandse politici betrokken raken bij Russische beïnvloedingsoperaties nog af te wenden is door nu snel wat stevige voorzorgsmaatregelen te treffen. Dat moment is allang gepasseerd. In zijn hoedanigheid van oud-voorzitter van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa lobbyde oud-CDA-staatssecretaris René van der Linden jarenlang bij allerlei belangrijke gremia voor het terugdraaien van de economische sancties jegens Rusland na de annexatie van de Krim. Groot was de schok toen in 2019 bleek dat de diplomaten die hem probeerden te overtuigen van het belang daarvan en hem paaiden met allerlei luxe tripjes hooggeplaatste vertegenwoordigers van het Poetin-regime bleken. Zeker een van hen was een spion die door Frankrijk op de internationale sanctielijst was gezet.
Behalve groot blijkt die schok echter ook kortstondig te zijn geweest. In het Kamerdebat van dinsdag werden wel een paar stevige verdachtmakingen geuit aan het adres van FVD, waar overigens goede gronden voor zijn aan te voeren, maar zelfs de geringste verwijzing naar de kwestie-Van der Linden ontbrak.
Dat de stappen waar de Kamer dinsdag ja tegen zegt nuttig zijn, staat buiten kijf. Een wettelijke verankering voor een toezichthouder die bevoegd is giftenstromen naar fracties en individuele Kamerleden uit te pluizen? Prima. De wettelijke regels voor het vervolgen van Kamerleden wegens ambtsmisdrijven beter toepasbaar maken? Doen. Maar wie het debat overziet en de tussenbalans opmaakt, kan maar één ding concluderen. Het pro-actief vergroten van de weerbaarheid van het parlement is hier niet aan de orde. Het is hoofdzakelijk achterstallig huiswerk dat uit de kast wordt gehaald. En dit keer hopelijk goed wordt uitgevoerd.