Kerk & religieVluchtelingen

Geen warm welkom in Zeeuws-Vlaanderen voor vluchtelingen in achttiende eeuw

Betaalt Den Haag de opvang van vluchtelingen of is de plaatselijke gemeente daarvoor verantwoordelijk? Deze vraag lijkt actueel, maar werd in de achttiende eeuw al gesteld  toen ruim 800 vluchtelingen uit Salzburg in Zeeuws-Vlaanderen arriveerden.

Bastiaan van Soest
4 April 2024 15:58
Verhaal van de Salzburgerimmigranten. Het boek is te zien in het Luther Museum in Amsterdam. beeld Bastiaan van Soest
Verhaal van de Salzburgerimmigranten. Het boek is te zien in het Luther Museum in Amsterdam. beeld Bastiaan van Soest

De tentoonstelling ”Welkom in Nederland?”, die tot 2 juni in het Luther Museum in Amsterdam te zien is, voelt hoogstactueel aan, aangezien de problematiek in de afgelopen 300 jaar weinig veranderd lijkt te zijn. In 1727 wil aartsbisschop Firmian van Salzburg, overtuigd jezuïet, zijn bisdom zuiveren van alles wat niet rooms-katholiek is. Hij brengt daardoor een stroom van maar liefst 20.000 vluchtelingen op gang. Alle protestanten vertrekken, vaak met alleen het hoogstnoodzakelijke, op weg naar een onbekende toekomst. Ruim 800 vluchtelingen reizen naar de Nederlanden, omdat de overheid wel oren heeft naar dit arbeidspotentieel: het kan worden ingezet in Zeeuws-Vlaanderen. Daarmee begint een dramatische reis.

Tentoonstellingen over vluchtelingen. beeld Bastiaan van Soest

Kost en inwoning

Programmamaker Gerard Saurwalt van het Amsterdamse museum vertelt hoe de vluchtelingen een ruim honderd dagen durende reis maken in enkele vaartuigen en onder erbarmelijke omstandigheden, zoals kou, honger en besmettelijke ziekten. Maar Nederland lonkt. Saurwalt: „De vluchtelingen worden gelokt met de belofte dat er voor de eerste vijf maanden voor kost en inwoning wordt gezorgd. Maar niets blijkt minder waar. Bij aankomst in Nieuwerhaven is er niemand die de vele immigranten staat op te wachten. Sterker nog: de vluchtelingen mogen de schepen niet verlaten. En als er de volgende dag wel een haastig opgetrommeld ontvangstcomité is, gaat dat vooral heel druk aan de slag met het invullen van namenlijsten, het verdelen van de vluchtelingen over het eiland op basis van hun achternaam en het houden van een toespraak – in het Nederlands.”

De omstandigheden waarin de vluchtelingen komen te leven zijn lang niet zo goed als gehoopt. De overheden ruziën over wie de kosten moeten dragen. De onderkomens zijn slecht met nauwelijks daglicht. De lutheranen mogen wel gebruik maken van de kerken in Zeeuws-Vlaanderen, maar dan moet hun dienst wel al om 06.00 uur beginnen.

„De vluchtelingen krijgen een toespraak in het Nederlands” - Gerard Saurwalt, programmamaker Luther Museum Amsterdam

Van de 800 vluchtelingen leven er na verloop van tijd nog maar zo’n 200 in Zeeuws-Vlaanderen. De overige 600 zijn vertrokken naar Duitsland of overleden aan allerlei ziekten. Dan springt de rijke diaconie van de lutherse gemeente van Amsterdam bij. De overheid komt niet over de brug en de vluchtelingen in Zeeland hebben gebrek aan van alles. Zo komen er huizen, een school en een eigen kerk. Het gebouw, in het Zeeuwse Groede, wordt nog tot 1989 gebruikt door leden van de lutherse gemeente.

Dagboek

Het beklemmende verhaal, dat in de centrale gang van het museum met prenten en andere voorwerpen –zoals een fraaie schroefpenning met heel kleine aquarellen– wordt verteld, kent ook lichtpuntjes. Een daarvan is de predikant die meereist uit Salzburg: ds. Johann Gottlob Fischer. De geestelijk leider van de lutheranen werkt onvermoeibaar onder zijn gemeenteleden. Maar eenmaal in Zeeuws-Vlaanderen, vraagt hij snel om een extra predikant én een paard om de forse afstanden op het Zeeuwse eiland te overbruggen.

Onderkomen van vluchtelingen in de achttiende eeuw. beeld Bastiaan van Soest

Fischer, die de moeite neemt om het Nederlands snel onder de knie te krijgen, houdt een dagboek bij. Het pronkstuk ligt in de regentenkamer van het museum. Op de kaft staat met sierlijke letters dat de predikant  „van deze Saltsburgse Gemeente” alles over de „Emigration uyt haar Vaterlande” en „ankomst in Land van Cadzand” in zijn dagboek heeft opgeschreven. En daardoor weten we nu dat de ontvangst allesbehalve hartelijk was en de opvang een grote administratieve klus, waarbij het belang van de vluchteling bepaald niet altijd vooropstond.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer