Een gebed om vergeving
Wie hier spreekt, is de grootste Profeet Die het volk Israël heeft voortgebracht. Hij is groter nog dan Mozes, en daarom is Hij de hoogste Profeet. Hij is bovendien Koning van het volk dat in Lukas 23 rondom Hem verzameld is. Zijn Koningschap is af te lezen van het opschrift boven Zijn troon. Die troon is hier een kruis. Het volk rondom Hem, veracht en bespot Hem. Israël, is Dit nu uw Koning?
Het is Jezus Die hier hangt, te midden van moordenaars en veracht door omstanders. Hij wordt hier tot de overtreders gerekend, en er is niemand die Hem hoogacht. Niemand eert Hem hier als zijn Koning, niemand luistert nog naar Hem als zijn Profeet. En toch gaat Hij hier spreken. Maar voordat we op Zijn woorden letten is er de persoonlijke vraag Wie deze Jezus voor ons is. Is Zijn Woord voor ons waarheid, geest en leven? Mag Hij van ons Koning zijn over ons leven? En waaruit blijkt dat? Willen we bij Hem horen als dat gaat betekenen dat anderen op ons neerkijken? Aanvaarden we Zijn waarheid ook als die de zonde aanwijst in ons bestaan?
„Wie kind is, mag blijven roepen tot zijn Vader om vergeving” - Ds. H. Brons, Moerkapelle
Maar niet alleen als Profeet en Koning hangt hier Jezus. Hij toont Zich nu meer nog Priester. Want Hij doet hier voorbede en neemt het op voor spotters rondom Hem. Hij vertolkt hun nood, zonder dat zij die beseffen, en brengt die in gebed naar de hemel. Hij vraagt Zijn Vader om deze spotters hun zonden niet toe te rekenen. Het is een volmaakt gebed dat Jezus hier bidt, we vinden het terug in het Onze Vader, dat Hij ons leert te bidden. Zoals wij bidden om ons dagelijks brood, zo bidden wij om vergeving van onze schulden. En als voorbeeld stellen wij in ons gebed hoe wijzelf hun vergeven die ons iets schuldig zijn. Vaak bidden wij dat gedachteloos, het maakt de diepe werkelijkheid van onze wens er niet minder om. Om die werkelijkheid te peilen is het goed te letten op de woorden die hier klinken, en de manier waarop ze werkelijkheid worden. Bij het horen van Gods Woord is het immers altijd belangrijk of en hoe ze werkelijkheid worden in ons bestaan.
Jezus bidt hier voor vijanden. Er spreekt een grote vergevingsgezindheid uit deze woorden. Hij bidt dat Zijn Vader Zijn vijanden vergeeft. Herkennen we ons als vijanden van God? Let dan op dat God inderdaad vergeeft. Hij doet dat in de Naam van Zijn Zoon, uit kracht van Diens priesterlijke offer. Hij doet dat voor de ene moordenaar onmiddellijk. Voor vele spotters pas vijftig dagen later. Het volgt op een roep omhoog in diep berouw. Want toen werkte de levendmakende Pinkstergeest. Hij geeft nog steeds dat roepen om genade. En in die weg werd vergeving volle werkelijkheid. Want Petrus verkondigde de ene Naam tot zaligheid aan alle hoorders. Ook nu biedt Hij Zich aan. Hij is als een slang aan het kruis verhoogd, om gerechtigheid te verdienen Die Hij als Koning uitdeelt. Zie dit Lam Gods, in Hem is vergeving. Dit Lam is de Weg tot Zijn Vader. Hij opent de weg naar het kindschap. Wie kind is, mag blijven roepen tot zijn Vader om vergeving en zo veel meer. Hij mag ook roepen door tranen heen. Groot en menigerlei is de troost in de voorbede van deze Koning. Nu bidt Hij boven.