Meditatie: De verhoogde slang
In Johannes 3 is de Heere Jezus met Nicodemus in gesprek en houdt hem daar twee kernzaken voor: wedergeboorte en geloof. In het begin van dit hoofdstuk houdt Hij hem voor dat de mens wederom geboren moet worden. En even later wijst Hij hem op de noodzaak van het geloof in de Zoon van God.
En zo staat Gods Woord ook helemaal vol met steeds weer dezelfde twee kernzaken: wedergeboorte en geloof. Zonde en genade. Adam en Christus.
In vers 14 houdt Christus deze overste der Joden, die goed thuis is in de boeken van het Oude Testament, de gebeurtenis voor uit Numeri 21 waar het volk als straf op de zonde een slangenplaag overkwam. Mannen, vrouwen en kinderen stierven door de beten van deze giftige slangen. Het gif kroop door de aderen en leidde uiteindelijk tot de dood. Maar dan gebeurt er een wonder. Ja, een groot wonder. Ze belijden: „Wij hebben gezondigd! Mozes, bid voor ons!” En de Heere hoort. Mozes moet in opdracht van de Heere een stang oprichten met daarop een koperen slang en zegt: Al wie gebeten is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven.
„Wel Nicodemus”, zegt Jezus, „zoals de slang in de woestijn verhoogd werd, moet ook Ik, de Zoon des mensen, verhoogd worden. En eenieder die in Mij gelooft, zal niet verderven, maar het eeuwige leven hebben.”
De verhoogde Christus zorgde voor hét middel, het tegengif, Zijn dierbaar bloed - Ds. C. van Ruitenburg
Mag ik eens vragen, hebt u al geleerd van de slang gebeten te zijn in het paradijs? Hebt u al geleerd dat het zondige gif door uw aderen stroomt en er geen goeds in u woont? Wat een ontdekking als de Heere het door Zijn Geest gaat leren. Dan gaan we het ook uitroepen: „Ik heb gezondigd!” Dan komt er ook een roepen tot de Heere: „O God, ik ben van de slang gebeten, maar hoe moet het nu?” En dan maar proberen met allerlei middeltjes dat zondige gif in u te doden? Ja, een mens probeert wat, hoor, om zichzelf te redden. Maar het kan niet en nooit. In die weg gaat men dan ook uitzien naar het wonder. Daar wordt het in eigen oog een verloren zaak, maar gaat men uitzien naar hét Middel. Naar de verhoogde Christus, Die op het vloekhout van Golgotha betaalde voor de zonden van Zijn Kerk. Die daar zorgde voor hét middel, het tegengif, Zijn dierbaar bloed.
O, als u nu als een verloren zondaar over de wereld gaat en met al uw middeltjes aan een einde gekomen bent, wat moet u dan doen? In dat kamp van de Israëlieten ging een bode rond die de mensen die gebeten waren, opriep om op de verhoogde slang te zien. Mag ik u dan ook proberen te wijzen op de verhoogde Zoon des mensen? Mogen we u ook als een bode van Christuswege wijzen op dat Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt? Zie op Hem! Hij is het leven, maar buiten Hem is er geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Zie op Hem, alle gij einden der aarde, en word behouden.
Ja, zegt u, maar ik ben zo blind. Dat klopt. Maar Hij kan blinde ogen openen en heeft alle macht in de hemel en op de aarde. Wat een wonder als u het op Gods tijd mag gaan uitroepen: Op U vest ik het oog, Gij heft mijn hoofd omhoog en doet me Uw gunst aanschouwen.
„En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden.” - Johannes 3:14