Provincies zijn niet altijd verplicht om op te treden tegen zogeheten PAS-melders, bedrijven die zonder natuurvergunning zitten en daardoor formeel in overtreding zijn. Tot medio 2025 krijgen ze de ruimte om in sommige gevallen af te zien van handhaving, zo heeft de Raad van State bepaald. Ze moeten dan wel „motiveren dat er een redelijk evenwicht is tussen de belangen van PAS-melders aan de ene kant en het natuurbelang aan de andere kant”.
De hoogste bestuursrechter wijst onder meer op de rechtszekerheid van de ondernemers en op het voornemen van de overheid om het uiterlijk in de loop van 2025 mogelijk te maken voor alle PAS-melders om een natuurvergunning aan te vragen.
De zaken waarin de Raad van State woensdag uitspraak deed, draaiden om drie PAS-melders uit Overijssel en Utrecht: een melkveehouderij in Kampen, een biomassacentrale in Balkbrug en een vleesproducent in IJsselstein. Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze geen vergunning hebben voor hun stikstofuitstoot. De provincies wilden daar niet tegen optreden, tot ergernis van milieuorganisatie MOB. Die spande rechtszaken aan om handhaving af te dwingen.
Hoewel de Raad van State hiermee tijdelijk ruimte geeft om niet op te treden, zijn de rechters niet tevreden over de manier waarop Overijssel en Utrecht hun besluiten hebben onderbouwd. De provinciebesturen moeten daarom nieuw besluiten nemen over de drie bedrijven.
Toen het zogeheten Programma Aanpak Stikstof (PAS) nog van kracht was, hoefden bedrijven die relatief kleine hoeveelheden stikstof uitstoten slechts een melding te doen. De Raad van State heeft het PAS echter ongeldig verklaard in 2019, omdat het te vrijblijvend was en daarmee in strijd met Europese natuurwetten.
Bedrijven die een PAS-melding hadden gedaan, hebben sindsdien toch een vergunning nodig. Doordat veel natuurgebieden al te hoge concentraties stikstof te verduren hebben en daar van de rechter geen verslechtering in mag optreden, kunnen die vergunningen vaak echter niet worden uitgegeven.
„Of provincies daadwerkelijk kunnen afzien van handhaving vergt nog wel een nadere beoordeling”, legt de Raad van State verder uit. Per geval moet worden bekeken wat de gevolgen zijn voor de natuur als niet wordt gehandhaafd. Provincies kunnen ervoor kiezen om PAS-melders te ontzien en andere natuurmaatregelen te nemen. Als voorbeeld noemt de Raad van State het bemestingsverbod dat Overijssel instelde op eigen gronden.