Overijssel zoekt naar uitweg voor PAS-melder
De provincie Overijssel werkt aan een mogelijke uitweg voor boeren die de dupe dreigen te worden van de stikstofcrisis. Dat zei landbouwgedeputeerde Gert Harm ten Bolscher woensdag. „We zoeken een oplossing die niet opnieuw tot onzekerheid leidt.”
Honderden Overijsselse boeren kwamen woensdag, al dan niet op hun trekker, naar het provinciehuis in Zwolle. Ze zijn boos over de harde aanpak door de provincie van enkele collega’s. Die moeten hun veestapel fors inkrimpen op straffe van zware boetes als ze dat niet op tijd doen.
Het gaat om zogeheten PAS-melders, boeren die het slachtoffer zijn van het wegvallen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Deze stikstofwetgeving uit 2015 is door de Raad van State buiten werking gesteld. De PAS-melders hebben geen geldige natuurvergunning, omdat dat onder het PAS niet nodig was.
Milieugroepen dwingen de provincies, die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de Natuurbeschermingswet, via de rechter om de PAS-melders aan te pakken. Overijssel is onlangs als eerste provincie daartoe overgegaan.
De boeren in Zwolle eisten een publieke verantwoording van commissaris van de Koning Andries Heidema en de gedeputeerden Tijs de Bree (Handhaving) en Gert Harm ten Bolscher (Landbouw). Vanaf een geïmproviseerd podium zouden zij moeten toezeggen de maatregel terug te draaien.
De drie gaven geen krimp. „Deze zaak is veel te ingewikkeld om even vanaf een platte wagen uit te leggen”, zegt SGP’er Ten Bolscher als hij terugblikt. Een delegatie van de boeren was welkom in het provinciehuis voor een inhoudelijk gesprek, maar die ging niet op het aanbod in.
De boeren wilden in het openbaar uitleg van GS, niet in een achterkamertje. Had u ze niet kort kunnen toespreken?
„Wat zouden we daarmee bereiken? De commissaris van de Koning heeft gezegd: We staan aan jullie zijde en we zoeken samen met jullie naar een oplossing. Maar het is ondoenlijk om even kort toe te lichten hoe het precies zit met de problemen van de PAS-melders, waarom de oplossingen waar we op hoopten niet juridisch houdbaar zijn en dat we in sommige gevallen noodgedwongen moeten handhaven.”
Waarom is handhaven voor de provincie onontkoombaar?
„Dat is de trieste situatie waar we in zitten. We voelen ons klem gezet na vier rechtbankzaken over de PAS-melders en tientallen andere procedures die met stikstof te maken hebben. We hebben alle argumenten die we voorhanden hadden ingezet om de handhavingsverzoeken van de milieuorganisaties af te wijzen. Dat het niet eerlijk is om te handhaven, omdat de boeren onder het PAS te goeder trouw hebben gehandeld. Dat de gevolgen van handhaving, met het risico dat boerenbedrijven omvallen, niet in verhouding staan tot het doel van de Wet natuurbescherming. Dat de minister voor stikstof een programma heeft opgestart om de PAS-melders uiterlijk in februari 2025 te legaliseren. Maar elke keer oordeelde de rechter dat we een nieuw besluit moesten nemen.
Toen waren we aan het eind van onze mogelijkheden. We hebben er met juristen en met de landsadvocaat naar gekeken. Allemaal zeiden ze: er zijn geen nieuwe argumenten meer. Dan heeft een hoger beroep geen zin. Dat heeft ook geen opschortende werking: tijdens zo’n procedure zouden we toch moeten handhaven.
We kunnen op dit moment niet anders, we lopen als provincie tegen onze grenzen aan. We hebben de afgelopen drie jaar in Den Haag voortdurend aandacht voor de PAS-melders gevraagd. Elke keer horen we dat er stappen worden gezet. Maar het schiet niet op. Afgelopen zomer dachten we zelf een oplossing te hebben, maar ook die kan niet door de beugel.”
Wat ging er mis?
„De provincie had 25 miljoen euro gereserveerd en was van plan zelf stikstofruimte te kopen en die te gebruiken om PAS-melders te legaliseren. Maar dat blijkt als ongeoorloofde staatssteun te worden beschouwd. Opgekochte stikstof mag wel ten goede komen van de natuur, maar we mogen er geen ondernemers mee helpen. En iemand die ons de ruimte zou verkopen, kan binnen anderhalf tot twee jaar een boete en een naheffing tegemoet zien. Dan hebben we dus een nieuw probleem.”
Overijssel heeft een rem gezet op extern salderen: het overhevelen van stikstofruimte tussen bedrijven. De boeren willen dat u dat weer toestaat. Waarom doet u dat niet?
„Het lijkt een mooie oplossing: een PAS-melder koopt stikstofruimte op van een collega die stopt, daar wordt volgens de huidige regels 30 procent vanaf geroomd om de natuur te helpen en de rest is dan beschikbaar om de boer een vergunning te geven. Maar sinds eind vorig jaar ligt er een uitspraak van de Raad van State dat we bij extern salderen eerst moeten beoordelen of de beschikbare ruimte niet nodig is voor natuurherstel. Als de natuur er slecht voor staat, gaat die voor.
Wij willen dat poortje niet openzetten. Als een vergunning wordt aangevochten, is de kans vrij groot dat die bij de rechter onderuit gaat. We vinden dat niet eerlijk tegenover ondernemers, want dan helpen we ze van de regen in de drup en dreigt er voor hen nieuwe onzekerheid. Je moet je als overheid ook afvragen of je op zo’n manier wel goed bezig bent terwijl die uitspraak van de Raad van State er ligt.”
Wat kunt u de PAS-melders wel bieden?
„We denken dat er een route is om handhaving te voorkomen. Die houdt in dat een PAS-melder de stikstofruimte opkoopt die nodig is om de depositie (neerslag op kwetsbare natuur, TR) uit zijn PAS-melding te compenseren. Maar hij moet die ruimte nog niet gebruiken voor een nieuwe vergunning, dus wachten met legaliseren. Wij verwachten dat wij in zo’n geval een verzoek tot handhaving kunnen afwijzen. Verschillende juristen steunen ons daarin. Maar de boer moet dus zelf de stikstofruimte kopen, want als wij het doen is sprake van staatssteun. Let wel, het is dus nog geen volledige oplossing, want de PAS-melder kan nog geen vergunning krijgen. Bovendien moet hij deze weg zelf financieren terwijl het Rijk beloofd had het probleem op te lossen.
We hebben dit idee bij de minister neergelegd. Maar een structurele aanpak blijft nodig om de PAS-melders te legaliseren. Daarvoor moet snel stikstofruimte uit de markt worden gehaald. De daling van de stikstofdepositie op de natuur moet worden geborgd zodat extern salderen weer mogelijk wordt zonder de kans dat we in een PAS 2.0 geraken.”
Hebt u uw alternatieve aanpak al aan boeren voorgelegd?
„We kijken per geval naar een passende oplossing. We willen naast de ondernemer staan en meedenken en meezoeken. De MOB (milieuorganisatie, TR) heeft in onze provincie in één keer vijftig handhavingsverzoeken met betrekking tot PAS-melders gedaan. Bij 27 daarvan is inmiddels duidelijk dat zij geen probleem meer hebben en netjes binnen hun vergunning blijven. Van de 23 anderen kan het overgrote deel met relatief eenvoudige maatregelen uit de gevarenzone komen. Bijvoorbeeld door twee koeien weg te doen of wat jongvee elders onder te brengen.
Uiteindelijk houden we vijf of zes bedrijven over waar de situatie ingewikkeld of schrijnend is. Schrijnend noem ik het als zo’n boer behoorlijk ver van een Natura 2000-gebied woont en daarmee een beperkte depositie op die natuur veroorzaakt, maar onder het PAS wel een forse uitbreiding heeft gerealiseerd. Dan moet hij misschien veel koeien wegdoen om binnen de grenzen van zijn vergunning terug te komen, zoals de Overijsselse boer die vorige week in het nieuws was (bekend als boer Arjan, TR).”
Hebt u begrip voor de boosheid van woensdagmiddag?
„Ik kan me de teleurstelling en frustratie goed voorstellen. Die voel ik elke keer als ik bij boerengezinnen aan tafel zit, wat elke week wel een paar keer voorkomt. Steeds weer die onzekerheid. We lopen aan alle kanten klem in dit stikstofmoeras. Er moeten in Nederland zogezegd op systeemniveau, dus door het Rijk, keuzes worden gemaakt en oplossingen bedacht. Daarom hebben we onlangs een nieuwe noodkreet naar de minister gestuurd. Wij zitten in gewetensnood: we moeten handhaven, terwijl we dat eigenlijk niet willen en terwijl we zien wat de gevolgen voor ondernemers zijn.”