Eisen tot zes jaar voor verminking vrouw met zwavelzuur Rotterdam
Het Openbaar Ministerie heeft vrijdag voor de rechtbank in Rotterdam zes jaar cel geëist tegen een 21-jarige man die in mei 2023 een vrouw zwavelzuur in het gezicht zou hebben gespoten. De aanval vond volkomen onverwacht plaats op straat, op het Zaailand in het Rotterdamse stadsdeel Feijenoord. De vrouw liep ernstige brandwonden op en is voor het leven verminkt.
Tegen een 20-jarige man, José S.B., die de vrouw voor de aanval achtervolgde en haar positie telefonisch doorgaf aan zijn medeverdachte eiste de officier van justitie vier jaar cel, waarvan een half jaar voorwaardelijk.
Hoofdverdachte Amory C.J. ontkent iedere betrokkenheid. S.B. heeft hem aangewezen als de man die het zuur heeft gespoten. Beiden werden in september 2023 opgepakt. S.B. kwam na ruim vier maanden onder voorwaarden op vrije voeten, C.J. zit nog steeds vast.
Het motief voor de aanval is onduidelijk gebleven. Volgens justitie gaat het om „een aangenomen opdracht”, van een onbekend gebleven opdrachtgever. C.J. zou 450 euro voor zijn actie hebben gekregen. Er is geen link tussen de verdachten en het slachtoffer. „Ongelooflijk dat je zo’n opdracht aanneemt”, aldus de officier van justitie. „Het gemak waarmee is niet te bevatten. En dat waarschijnlijk voor een paar rotcenten.”
Door de volkomen duistere achtergrond van de aanval is de vrouw nog steeds heel bang, bleek uit haar slachtofferverklaring. Zij durft niet meer alleen naar buiten. De rechtbank drong er vergeefs bij de verdachten op aan opheldering op dit punt te verschaffen. De vrouw was in de rechtszaal aanwezig, maar liet haar verklaring voordragen door haar advocaat.
De destijds 36-jarige vrouw heeft meerdere operaties moeten ondergaan en er staan haar nog meer te wachten. „Ik kijk in de spiegel en zie een persoon die ik niet herken”, schreef zij in haar verklaring. „Jullie hebben niet alleen mijn huid beschadigd, maar ook mijn ziel verminkt. Waarom hebben jullie mij dit aangedaan?” De aanval heeft tot een miskraam geleid, aldus de vrouw.
Vorig jaar veroordeelde de rechtbank een minderjarige medeverdachte; zijn zaak loopt nog in hoger beroep. Ook hij heeft tegen C.J. verklaard. Volgens C.J.’s advocaat zijn alle belastende verklaringen onbetrouwbaar en moet de rechtbank zijn cliënt vrijspreken.
De rechtbank doet uitspraak op 25 april.