EconomieTerugblik 2022

Zelfmoordpreventie biedt boer luisterend oor

Nederlandse boeren verkeren op de drempel van 2023 in grote onzekerheid. De gevolgen van het toekomstige stikstofbeleid zijn nog altijd niet duidelijk. Ondertussen strooit de overheid met opkoopregelingen. Boeren krijgen het gevoel dat ze in dit land niet meer gewenst zijn. „Het maakt je murw.”

28 December 2022 06:46Gewijzigd op 26 September 2024 09:44
beeld ANP
beeld ANP

Het is woensdag 29 juni 2022. Een groep boeren uit de Gelderse Vallei, vergezeld door sympathisanten, legt bloemen op een veld bij Stroe. Ze nemen een minuut stilte in acht voor „meerdere collega’s” die de afgelopen tijd een einde aan hun leven hebben gemaakt. Een paar dagen later is er ook in Leerdam een herdenking.

Berichten over suïcide verschijnen van tijd tot tijd in boerenappgroepen. Hoe groot het probleem precies is, blijft onduidelijk. De landelijke hulporganisatie 113 Zelfmoordpreventie heeft geen actuele cijfers.

Wel is bekend dat boeren niet zo gemakkelijk hulp zoeken of naar de dokter lopen, zei medewerker Martine Peppelenbos eerder tegen het Reformatorisch Dagblad. Als ze toch gaan, hebben ze er vaak al een tijd mee gewacht. Dan moet een hulpverlener de klachten heel serieus nemen, vindt Peppelenbos.

Trainingen

De regionale boerenorganisatie LTO-Noord, die haar werkgebied boven de grote rivieren heeft, vindt het belangrijk dat signalen dat boeren depressief zijn, tijdig worden herkend. Met ingang van januari 2023 komen er zogeheten gatekeepertrainingen suïcidepreventie voor erfbetreders. Dat zijn mensen die regelmatig bij boeren aan de keukentafel zitten, zoals de accountant, de vertegenwoordiger van de voerleverancier en de dierenarts. „Maar ook de dominee of ouderling hoort in dat rijtje thuis”, zegt Fije Visscher uit Nijkerk, hoofdbestuurslid van LTO Noord.

18907961.JPG
Fije Visscher. beeld RD, Anton Dommerholt

De training is ontwikkeld door 113 Zelfmoordpreventie en wordt door specialisten van 113 verzorgd. Initiatiefnemers zijn LTO Noord en Zorg om Boer en Tuinder, een onafhankelijke vrijwilligersorganisatie die jaarlijks zo’n 400 boeren en tuinders „een luisterend oor” biedt. De overheid geeft financiële ondersteuning.

Samen met een tiental andere bestuurders heeft kalverhouder Visscher de training al gevolgd. „Het is een zware training”, zegt hij. „We leerden hoe je een gesprek moet voeren met iemand die in de put zit. We willen het probleem bespreekbaar maken. Iedereen kent wel een of meer collega’s die het moeilijk hebben.”

Visscher weet dat boeren een risicogroep vormen. Van de mensen die suïcide plegen, is meer dan de helft man in de leeftijd van 40 tot en met 70 jaar. En binnen die groep steken boeren er nog eens bovenuit.

„Alles wat er op boeren afkomt, werkt de onzekerheid in de hand. Ik schat dat zeker 60 procent het gevoel heeft: Wat gebeurt er allemaal? Vooral ouderen zijn onzeker. In het begin was er vanuit de sector veel weerstand en verzet tegen allerlei maatregelen, nu zie ik boeren die het maar over zich heen laten komen. Het blijft maar komen. Boeren krijgen het gevoel dat ze ongewenst zijn in dit land.”

Murw

Hij noemt het voorbeeld van een bedrijfsovername die afketst op de bank, omdat die eerst wil weten wat het effect op natuurgebieden is.

Visscher: „Dat doet wat met een ondernemer. Die vraagt zich af of er voor hem nog toekomstperspectief is. Dat maakt je murw. Het wordt zo mooi voorgeschoteld: de landbouw moet in transitie, en vooral snel, snel, snel. Boeren willen best stappen zetten, maar staat de overheid om hen heen? Er wordt veel over de sector gesproken, weinig mét.”

Toen stikstofbemiddelaar Johan Remkes in oktober zijn jongste rapport presenteerde, zei hij een zin die Visscher is bijgebleven. „Ik zie de wanhoop in de ogen van redelijke mensen, zei Remkes. Dat vind ik zo’n typerende uitspraak.”

De training wil de erfbetreders helpen om signalen dat een boer niet lekker in zijn vel zit, te herkennen. Visscher: „Als je ziet dat iemand die altijd heel betrokken was niet meer op vergaderingen of bijvoorbeeld fokveedagen komt, kan dat zo’n signaal zijn. Of als de situatie op de boerderij wat versloft, het grasland er minder netjes bij ligt of de verzorging van de dieren achteruitgaat. Soms komen boeren ook minder in de kerk.”

Belangrijk is zo iemand aan het praten te krijgen. „Dat vond ik in de training heel moeilijk. Als je iemand vraagt: „Hoe gaat het nu écht met je?” en je krijgt als reactie: „Waar bemoei jij je mee?”, dan is er dus geen vertrouwensbasis. Maar als je zegt dat je je zorgen over hem maakt, geef je aan dat je aan zijn kant staat, dat je bereid bent om te helpen.”

Antwoorden mag je niet voor kennisgeving aannemen, vindt Visscher. „Je moet blijven doorvragen, ook als het ongemakkelijk wordt. Zo kun je vertrouwen winnen.”

Komt het tot een gesprek, dan kan de erfbetreder iemand doorverwijzen naar een vrijwilliger van Zorg om Boer en Tuinder, de huisarts of een onafhankelijke coach.

Onzekerheid

Dat de onzekerheid in de agrarische sector groot is, staat buiten kijf. De inkt van het ene plan is nog niet droog, of het volgende lekt alweer uit. Boeren hebben het gevoel dat er een aanhoudende stroom ellende over hen wordt uitgestort. Niemand weet waar het eindigt. Een kleine bloemlezing.

Zo’n 2500 zogeheten PAS-melders -merendeels veehouders- wachten al drieënhalf jaar op legalisering van hun situatie. Zij zijn het slachtoffer van het schrappen van het oude stikstofbeleid, het Programma Aanpak Stikstof. Dat werd in mei 2019 door de Raad van State van tafel geveegd.

De overheid beloofde de PAS-melders alsnog de natuurvergunning te verstrekken die ze destijds niet nodig hadden. Dat is in 2021 zelfs in de wet vastgelegd. Uiterlijk begin 2025 moet iedereen een vergunning hebben. Maar het wachten is op stikstofruimte. En die is er nog altijd niet.

ANP-453390105.jpg
Minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof tijdens een bezoek aan een boerenbedrijf. beeld ANP, Emiel Muijderman

Dan zijn er nog de piekbelasters: bedrijven die volgens modelberekeningen veel stikstofneerslag veroorzaken op kwetsbare natuur. Tot nu toe weet niemand wanneer je nou precies een piekbelaster bent. Een lijstje is er al helemaal niet, verzekert het kabinet keer op keer bij monde van stikstofminister Christianne van der Wal.

Maar komend jaar kunnen tussen de 2000 en 3000 bedrijven een brief op de mat verwachten met de vraag of ze zich willen laten uitkopen of vrijwillig verplaatsen. Dat zijn er vijf keer zo veel als stikstofbemiddelaar Johan Remkes begin oktober nog adviseerde.

Ook de toekomst van boeren in de veenweidegebieden staat op het spel. Om oxidatie van veen tegen te gaan, en daarmee uitstoot van het broeikasgas CO2, moet het grondwaterpeil er omhoog. Het risico is dat vruchtbaar grasland dan geleidelijk in moeras verandert. Kun je daar nog je brood op verdienen?

En wat te denken van boeren in de buurt van zogeheten nieuwe natuur? Eerder deze maand bleek dat Wageningse en Nijmeegse onderzoekers hebben uitgerekend dat er ruim 700.000 hectare natuur bij moet komen om de beschermde Natura 2000-gebieden op een hoger plan te brengen. Zo’n 30 procent daarvan zou al voor 2030 gerealiseerd moeten zijn. Dat is bijna de oppervlakte van de complete provincie Groningen. Weliswaar haastte minister Van der Wal, die opdracht voor het onderzoek gaf, zich om te zeggen dat het kabinet nog niet zo ver is. Maar onder boeren zijn de rapen gaar.

Intussen liggen kapers op de loer om stikstofruimte uit de agrarische sector op te slurpen. Schiphol, vliegveld Lelystad en Rijkswaterstaat kopen her en der boerderijen op om hun eigen natuurvergunningen op orde te brengen en verbreding van snelwegen mogelijk te maken. Terwijl de landbouw zelf die ruimte zo hard nodig heeft, allereerst om de PAS-melders te helpen maar ook om de sector van het slot te houden voor toekomstige investeringen.

Omgekeerde vlag

Koos van der Wind is melkveehouder in Montfoort (Utrecht) en commissielid voor de SGP in zijn gemeente. Voor de provinciale SGP sprak hij eerder deze maand een groep boeren toe over de problemen in zijn sector.

Wie langs de boerderij van Van der Wind rijdt, ziet meteen hoe hij in de stikstofdiscussie staat. In de tuin staat een groot bord met de tekst ”De maat is vol! Haal de stikstof maar op Schiphol!”. Ook de omgekeerde Nederlandse vlag ontbreekt niet. Heftige uitingen voor een lid van een partij die bekendstaat om haar gezagsgetrouwheid.

18907962.JPG
Koos en Marina van der Wind. beeld RD, Anton Dommerholt​

„Het vreet gigantisch aan ons wat er op boerengezinnen afkomt”, legt Van der Wind uit. „Werk en privé zijn op een boerderij niet los van elkaar te maken, boer ben je zeven dagen per week.”

De boer kan zich erover opwinden, vooral omdat hij de gevolgen om zich heen ziet. „Een vriend van mij is PAS-melder, die is naar de letter van de wet buiten zijn schuld al drie jaar illegaal bezig. Dit voorjaar maakte een andere jonge boer hier in de buurt een einde aan zijn leven. Niemand begreep dat, voor het oog waren er geen problemen. Het gaf een grote schok, het is niet in woorden uit te drukken.”

Volgens Van der Wind bouwt de druk op boeren zich voortdurend verder op. „De ene maatregel is nauwelijks ingevoerd en er komt alweer een volgende. Dan kan het iemand die steeds netjes heeft meegewerkt, opeens te veel worden. Het gevoel dat je de controle over je onderneming kwijt bent.”

Financiering

Van der Wind merkt de onzekerheid onder zijn collega’s. „Velen vragen zich af of ze in de toekomst nog boer kunnen blijven. Banken maken een pas op de plaats met financiering. En wil je investeren in technieken om de stikstofuitstoot te verminderen, dan moet je maar afwachten of die stand houden bij de rechter. Dit jaar zijn enkele emissiearme vloersystemen onderuitgehaald. Het is maar de vraag hoe lang een luchtwasser nog wordt erkend.”

Volgens de melkveehouder willen boeren best hun nek uitsteken. „Als we weten wat het doel is, dan kunnen we daarnaartoe werken. Maar dan moet het wel klaar zijn. We moeten niet nog eens horen dat er opeens 3000 piekbelasters moeten verdwijnen in plaats van 500 of dat er 700.000 hectare nieuwe natuur bij moet komen.”

Zelf laat hij zien dat hij zich terdege inzet voor de natuur. Van der Wind heeft met succes maatregelen genomen om weidevogels meer kansen te geven. „Ik maai een deel van mijn land niet eerder dan 15 juni, ik heb een plasdras aangelegd waar een deel van het jaar water op staat, vrijwilligers zoeken in het voorjaar de nesten op en markeren ze, we maaien de eerste snede (grasoogst, TR) in etappes zodat vogels in het gras kunnen blijven schuilen. Ook verbouw ik sinds zeven jaar maïs. Dat trekt kieviten en scholeksters aan. Vroeger vond ik op mijn land misschien een paar weidevogelnesten, nu zijn het er tientallen.”

Wat dit betreft ergert hij zich aan de manier waarop een natuurbeheerder als Staatsbosbeheer zijn grond beheert. „Ik gebruik een stuk land van Staatsbosbeheer. Vroeger was dat weiland waar veel vogels op zaten. Nu mag er geen mest meer op, waardoor de vogels niks te eten hebben. Die houden ook niet van het lange gras daar. Ik zie dat ze naar mijn eigen land trekken. Dan doet het pijn als er gezegd wordt dat wij als boeren de weidevogels om zeep helpen. Dat stukje land gaat elk jaar verder achteruit. Ik zie er niks geen diversiteit, er groeit vooral pitrus. Zonder bemesting is er weinig bodemleven, wordt water slecht vast gehouden en wordt er weinig stikstof en CO2 opgenomen.”

18907963.JPG
Protestbord in de tuin van de familie Van der Wind. beeld RD, Anton Dommerholt

De boer vindt het ook onterecht dat stikstof min of meer automatisch als dé schuldige wordt aangewezen als het niet goed gaat met kwetsbare natuur. „Waarom zou het stikstof moeten zijn? Van de laatste vijf jaar waren er vier redelijk tot erg droog, toen ging zelfs gras dood. Het verhaal klopt gewoon niet. Ik zeg: Geef dat natuurland aan boeren, laten die het onderhouden en je zult zien dat het in orde komt, voor veel minder geld dan er nu in wordt gestoken.”

Verzuring van sommige natuurgronden is volgens hem nog steeds het gevolg van de zwavel van destijds, niet van de stikstof die nu neerslaat. „Toen de zwavel werd aangepakt, had men de natuur moeten helpen door de bodem te bekalken. Dat weet iedere boer. Maar als je niks doet, blijft de grond verzuurd.

Natuur zou verzuren door neerslag van 21 kilogram stikstof per hectare. Op mijn grond gebruik ik 400 kilo stikstof per hectare. Maar toch verzuurt mijn grond, die ik om de vier jaar laat bemonsteren, niet.”

Arbeidsvreugde

Ondanks zijn zorgen is Van der Wind blij dat hij boer is geworden. „Ik weet hoe mooi het is om op het land te werken en met dieren om te gaan. Dat geeft veel arbeidsvreugde. Ik zou niet willen ruilen met iemand die ander werk doet. Maar met al dat gedoe erbij, zou ik soms het bijltje erbij neer willen gooien.”

Intussen staat een van zijn zoons klaar om in het bedrijf te komen. „Ik heb er met hem over gesproken. Als vader zou ik graag zien dat hij straks het bedrijf overneemt. Maar wat komt er nog op ons af? Hij is jong, hij ziet nog wel kansen om te groeien. Maar land is hier niet te koop. Iedereen trekt eraan. En naar het buitenland wil ik ook niet, dan zouden we onze familie moeten achterlaten. Maar het speelt wel eens door mijn hoofd: Wat doe ik hier nog?”

Hebt u hulp nodig? Dan kunt u contact opnemen met Stichting 113 Zelfmoordpreventie via 0800 0113 (24 uur bereikbaar), 113 (op mobiel) en 113.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer