Bram van Grootheest van Wycliffe Bijbelvertalers: Reformatorische achterban steeds zendingsbewuster
Na zestien jaar neemt Bram van Grootheest (57) afscheid als directeur van Wycliffe Bijbelvertalers. In gesprek met een bevlogen directeur over de noodzaak van vertalen, de zegen van corona en het Woord van God. „Het Woord is krachtig, het is niet zomaar een boek.”
In zijn kantoor in Driebergen, een voormalig zomerverblijf van een baron, staan de vertaalde Bijbels op planken tegenover het bureau van Van Grootheest. Jarenlang stond hij aan het roer van de organisatie. In die tijd zag hij –tot zijn vreugde– dat de bewustwording in het reformatorische deel van de achterban voor het zendingswerk groeit.
„De gereformeerde gezindte is een kleine minderheid die steeds meer zendingsbewust wordt. Uitgezonden medewerkers komen ook steeds meer uit de gereformeerde gezindte. Tegelijkertijd blijf ik me erover verbazen dat mensen eerder en meer geven aan diaconale projecten dan aan de verspreiding van Gods Woord. Was het Jezus niet Die zei: „De armen heb gij altijd met u?” Het aanbieden van het Evangelie in de eigen taal heeft een heel andere urgentie dan dorstigen een glas water bieden.”
Impact
Dat iedere taalgroep de Bijbel in de eigen taal heeft, is volgens Van Grootheest van cruciaal belang. „De situatie in veel plekken in de wereld is dat mensen hooguit dertig procent van een Bijbelverhaal of preek begrijpen als ze niet in hun eigen taal het Woord van God horen. Dan heb je toch helemaal niet door waar het over gaat?”
Kortgeleden was Van Grootheest terug in Ethiopië, waar hij eerder was. Diep in de binnenlanden van het Afrikaanse land kwam 25 jaar geleden het Evangelie. In een van de drie kerkjes presenteerden jongeren in 2016 een zelfgemaakte vertaling van de evangeliën aan Van Grootheest. „Ze hadden het zelf in een schriftje geschreven en lazen eruit voor. Ze vroegen ons of wij hen konden helpen om daar een echte Bijbel van te maken.”
Wycliffe Bijbelvertalers nam het project op zich. En dus keerde de directeur na acht jaar terug met de gedrukte Nieuwe Testamenten in zijn koffer. „Ik zat letterlijk op de eerste rij bij deze viering, acht jaar later. Een van de toenmalige studenten pakte de nieuw gedrukte Bijbel uit en las hardop voor uit het Evangelie, in zijn eigen taal. Daarna ging hij voor in dankgebed. Na het ”amen” zag ik dat de ruim tien aanwezige studenten plat op de grond lagen uit dankbaarheid en aanbidding. Ik was zó onder de indruk van dat moment. Ondertussen waren de drie gemeenten uitgebreid en staan er in dit taalgebied nu vijftien kerken. Dan sta je aan de basis van Gods Koninkrijk. Je ziet de kerk groeien, mensen tot geloof komen en je realiseert je hoe groot de impact van de Bijbel is en dat dat hét verschil maakt in het leven van mensen.”
Conflict
Van Grootheest laat bij zijn vertrek een gezonde organisatie achter die elk jaar groei laat zien. „Dat is voor mij echt een wonder: elk jaar hebben we in veel landen vertaalprojecten gestart. Maar het geld was er altijd, zelfs als we in april al dachten: „Hoe moet dat toch?” Die groei is alle jaren geweest, zelfs in coronatijd. In die tijd hebben we veel vergaderingen digitaal gedaan en daardoor konden meer mensen deelnemen. Dat heeft de groei van het vertaalwerk enorm geholpen.”
Bijbelvertaalwerk kan ook eenheid bevorderen, merkt Van Grootheest op. „Twee taalgroepen uit Congo, die met elkaar in oorlog waren, gingen tegelijk deelnemen aan een Bijbelvertaalcursus. De deelnemers vroegen zich af waarom ze eigenlijk in onmin leefden en legden hun conflict bij. Bijbelvertaalwerk zorgt voor verbroedering tussen kerken en taalgroepen. Het Woord is krachtig, het is niet zomaar een boek.”
Wycliffe Bijbelvertalers zet zich in om de Bijbel in alle lokale talen vertaald te krijgen. En dat punt komt steeds dichterbij, stelt Van Grootheest. „Afgelopen jaar zijn er ruim 400 vertaalprojecten begonnen. In de komende jaren moeten er nog wereldwijd zo’n 1250 vertaalprojecten worden gestart. We hebben een sterke drive om iedereen te bereiken met het Woord van God. Een element van de eindtijd is dat het Evangelie overal zal klinken. Als je om je heen kijkt, mag je wel concluderen dat we nog nooit zo ver geweest zijn als nu.”
Pinksteren
Van Grootheest verlaat de organisatie na zestien jaar. „Dit is een baan die je eigenlijk voor 24 uur per dag en 7 dagen per week hebt. Het is een grote verantwoordelijkheid. Heel regelmatig heb ik moeten kiezen voor Wycliffe en niet voor mijn gezin. Nu wil ik meer tijd hebben voor mijn gezin en andere verantwoordelijkheden. Tegelijkertijd, ik heb nog zo’n tien jaar te gaan tot mijn pensioen. Dan kan ik met volle overgave nog iets anders gaan doen, wat dat ook is.”
Er staan nieuwe „ervaren leiders” klaar die al jaren bij Wycliffe werken en het werk overnemen. „Dat maakt het makkelijker om te vertrekken. Daarbij: het is niet mijn werk, maar Gods werk. En dat werk gaat ook gewoon door.”
Wat blijft Van Grootheest na al die jaren het meeste bij van het werken bij Wycliffe? Daar moet hij even over nadenken. „Op de Pinksterdag in Jeruzalem bleek dat God de mensen wilde aanspreken en „een iegelijk hoorde hen in zijn eigen taal spreken”. God Die zo dichtbij komt dat Hij zelfs jouw eigen taal spreekt, hoe mooi is dat?”