Dr. De Reuver over roepingenzondag: Aanhoudend gebed nodig om arbeiders in de wijngaard
Bij een groeiend predikantentekort gaat het niet zomaar om een „praktisch probleem”, maar om „geestelijke nood”. Reden voor de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) om de vierde zondag van Pasen roepingenzondag te houden.
De Protestantse Kerk kampt al geruime tijd met een predikantentekort, dat de komende jaren verder zal toenemen. Binnen tien jaar tijd gaat bijna de helft van de predikanten binnen de PKN met emeritaat, terwijl steeds minder studenten kiezen voor een studie theologie.
Vanwege het groeiende predikantentekort riepen ds. Mark de Jager uit Dwingeloo en ds. Gert de Kok uit Hulshorst in 2023 eerste pinksterdag uit tot „roepingenzondag” binnen de PKN. Zij noemden Pinksteren –„het feest van de uitstorting van de Heilige Geest, maar ook het geboortefeest van de kerk”– theologisch gezien „een uitgelezen moment om te bidden voor arbeiders in Gods Koninkrijk”.
Het moderamen van de generale synode ondersteunde destijds het initiatief van de beide predikanten om met Pinksteren in de erediensten aandacht te geven aan het thema roeping. Nu neemt het zelf het voortouw door de vierde zondag van Pasen –dit jaar 21 april– uit te roepen tot een jaarlijks terugkerende roepingenzondag, maakt scriba dr. René de Reuver bekend.
Wat is het belang van zo’n roepingenzondag?
„Om het predikantentekort te bestrijden, is het van belang dat meer studenten kiezen voor de opleiding theologie. De kerk heeft predikanten, pioniers en kerkelijk werkers hard nodig. Daarbij is roeping fundamenteel voor het ambt, zeker voor dat van voorganger. De vraag om na te denken over roeping en daar bewust aandacht aan te geven, klonk al veel langer in de kerk. Ds. De Jager en ds. De Kok hebben dat vorig jaar op eigen initiatief opgepakt. Diverse predikanten vroegen het moderamen om daarmee verder te gaan. Die oproep was niet aan dovemansoren gericht.”
De beide predikanten kozen vorig jaar bewust voor de pinksterzondag. Waarom wordt het nu de vierde zondag van Pasen?
„De keuze voor Pinksteren was begrijpelijk, maar in feite is de hele periode van Pasen tot Pinksteren passend. Als Jezus na Zijn opstanding de eerste keer aan Zijn discipelen verschijnt, zendt Hij hen er ook al op uit, Johannes 20. Dit wordt wel klein Pinksteren genoemd.
Als moderamen hebben we ons breed georiënteerd. De Rooms-Katholieke Kerk heeft al veel langer een roepingenzondag op de vierde zondag na Pasen. Dat zie je ook bij de anglicanen. Onze keus past dus in een brede oecumenische traditie. Het leek ons goed om daarbij aan te sluiten.”
Op welke manier hoopt u dat gemeenten aandacht besteden aan de roepingenzondag?
„We hopen dat het thema roeping in elke gemeente niet alleen in het gebed in de dienst een plek krijgt –dat is uiteraard heel belangrijk–, maar breder. We zullen daarvoor de komende tijd zowel exegetisch als liturgisch materiaal op onze website plaatsen dat voorgangers en kerkenraden op hun eigen manier kunnen gebruiken. Daarnaast zouden ook in de catechese en het kringwerk gemeenteleden aan het denken gezet kunnen worden over het thema roeping.”
In oktober riep de PKN een studiefonds voor zij-instromers in het leven. Hoe is daarop gereageerd?
„Het is belangrijk om ook hierbij het fundamentele belang van een roeping, die tot je komt en die je van binnenuit voelt, te benadrukken. Tegelijk zien we in toenemende mate dat mensen die theologie gaan studeren vaak al iets ouder zijn. Zij hebben eerst een andere studie gedaan of hebben al een plek in het arbeidsproces als ze een roeping voelen en predikant willen worden. Dat is natuurlijk prachtig, maar financieel gezien is het vaak een hele puzzel. Soms kan de financiële situatie een belemmering vormen om invulling te geven aan de roeping. We hadden nog wat slapende fondsen die we als startkapitaal voor een studiefonds konden gebruiken. Dit heeft tot tientallen aanvragen geleid, die na een gesprek met betrokkenen worden beoordeeld.
Zo komen het geestelijke en het praktische aspect samen, waarbij het geestelijke nadrukkelijk vooropstaat. Het gaat niet zomaar om een praktisch probleem, een tekort aan werkers in de kerk, maar om de voortgang van het Evangelie. Dat is de geestelijke nood die achter de roepingenzondag zit. Ik hoop dat die nood erkend wordt en leidt tot het aanhoudend gebed om arbeiders in de wijngaard. Het is prachtig om daarin te mogen werken.”