Het schoolzwemmen herinvoeren is helemaal geen verkeerd plan
Vanuit de politiek iets voor elkaar krijgen dat in het dagelijks leven van mensen het verschil maakt, is vaak een zaak van lange adem. Neem de inzet van de SP om het schoolzwemmen weer op te nemen in het lesprogramma van het basisonderwijs.
De partij spant zich daar al sinds 2014 onvermoeibaar voor in, maar de strijdlust van de fractie bleef tot dusver onbeloond; hoewel de kwestie al die tijd wel op de agenda bleef.
Dat is niet zonder betekenis, bleek donderdag, vlak voor het krokusreces van de Tweede Kamer. Een oproep van SP’er Van Nispen aan het kabinet om een aantal „realistische scenario’s” te ontwerpen om zo het pad naar het schoolzwemmen te effenen, haalde een meerderheid.
Als het debat over dit thema komend najaar weer herleeft, zal als één van de tegenargumenten ongetwijfeld worden ingebracht dat de overheid niet moet worden overvraagd. En dat het bijbrengen van zwemvaardigheden aan kinderen in de eerste plaats onder de ouderlijke verantwoordelijkheid valt. In dat licht is het veelzeggend dat de SP-motie donderdag ook werd gesteund door SGP en JA21; partijen die er doorgaans alert op zijn dat de staat haar grenzen bewaakt.
Is hun steun opmerkelijk? Eigenlijk niet. Tot 1985 waren scholen verplicht schoolzwemmen aan te bieden. Daarna werden gemeenten verantwoordelijk voor de financiering. Dat leidde ertoe dat het schoolzwemmen op steeds meer plaatsen verdween. Omdat een eerdere SP-motie om de gevolgen van die verdwijning goed in kaart te brengen al wel is uitgevoerd zijn er data beschikbaar over de gevolgen, die bij partijen donderdag bij hun ja-stem ongetwijfeld zwaar hebben meegewogen. Een greep: in slechts 30 procent van de gemeenten hebben kinderen nog zwemles via de basisschool. Ruim 13 procent van alle kinderen onder de 16 heeft geen zwemdiploma; een verdubbeling ten opzichte van 2018. Én: kinderen met een migratieachtergrond voldoen het minst vaak aan de zwemveiligheidsnorm, terwijl er onder die groep gemiddeld tien keer meer verdrinkingsgevallen zijn. Valt een overheidsbesluit om het schoolzwemmen weer te verplichten tegen de achtergrond van die cijfers echt een inmenging in de eigen verantwoordelijkheid van scholen en/of ouders te noemen? Op z’n minst lijkt hier toch sprake te zijn van een gedeelde verantwoordelijkheid.
Nee, gratis is het niet. Een eerdere schatting ging uit van een bedrag van 129 tot 212 miljoen euro aan kosten. En ja, scholen kampen met een gebrek aan leerkrachten, moeten het schoolzwemmen inpassen in hun beperkte tijd en draaien dan ook nog eens op voor de begeleiding van school naar het zwembad en terug. Dat kan zeker een valide reden zijn om de plannen bij te stellen, maar daar moet uit te komen zijn. En als het kabinet daarvoor nog eens stevig de stofkam haalt door allerlei onzinnige stimuleringsregelingen voor scholen –bijvoorbeeld die voor seksuele voorlichting aan kleuters– zou je zelfs kunnen betogen dat het mes aan twee kanten snijdt.