Het nieuws van de gelijktijdige euthanasie van oud-premier Dries Van Agt en zijn vrouw Eugenie heeft in Italië ruim aandacht gekregen. In het land zelf is elke vorm van actieve en passieve euthanasie nog verboden.
Wel is er al enkele maanden een heftig debat gaande over de wenselijkheid van een wettelijke regeling. Zodoende werd de keuze van het echtpaar Van Agt ontvangen met een mengeling van bewondering, verbazing en afkeer.
Het linkse dagblad La Repubblica sprak van een vrije keuze van vrije mensen. De rechtse krant Il Giornale hield zich op de vlakte met de mededeling dat de praktijk in Nederland al sinds 2002 geoorloofd is. En de aan de partij van premier Giorgia Meloni gelieerde Secolo d’Italia betitelde de dubbele euthanasie sarcastisch als een „nieuwe mode” in het land waar door toedoen van Van Agt ooit de koffieshops legaal werden.
Eenzelfde spraakverwarring heerst in het Italiaanse parlement, waar bij ethische vraagstukken politieke en religieuze stellingnames kriskras door elkaar lopen. Zodoende is de volksvertegenwoordiging tot op heden niet in staat gebleken om een euthanasiewet te formuleren, hoewel in recente peilingen driekwart van de Italianen zich voorstander verklaarde.
Publiciteit
Het eerste wetsontwerp inzake euthanasie werd ingediend in 1984. Daar gebeurde niets mee. En hoewel de kwestie regelmatig in de publiciteit kwam, duurde het tot 2016 voor het parlement zich er opnieuw over boog.
In 2019 mengde het Constitutionele Hof, het hoogste rechtscollege van Italië, zich in het debat met een dringende oproep aan het parlement om een wet op te stellen die het voor zieken mogelijk moest maken vrijwillig het leven te beëindigen. Tussen 2019 en 2021 werden daartoe verschillende teksten opgesteld, maar door de val van opeenvolgende kabinetten kwam het nooit tot behandeling.
Vervolgens probeerden voorstanders om het recht op euthanasie af te dwingen via een volksstemming. In het verleden zijn zo in Italië onder meer echtscheiding en abortus gelegaliseerd. Het probleem was echter dat Italië alleen een zogeheten abrogatief referendum kent, waardoor geen nieuwe wetten kunnen worden ingevoerd, maar alleen (delen van) bestaande wetten afgeschaft. Met het argument dat je geen stuk uit de moordwetgeving kunt halen zonder menselijk leven in gevaar te brengen, verklaarde het Hof het referendum ontoelaatbaar.
Daarmee kwam de bal te liggen bij de regio’s, die ook een stem in het kapittel hebben, omdat in Italië volksgezondheid een gewestelijke bevoegdheid is. De eerste initiatiefnemer was Luca Zaia, gouverneur van de regio Veneto. Tegen het beleid van zijn partij, de Lega, in diende hij vorige maand een voorstel in om euthanasie in zijn gewest mogelijk te maken. Onverwachts haalde dat het niet doordat een raadslid van de Democratische Partij, op haar beurt ook in strijd met het partijbeleid, tegenstemde.
Regionale regeling
Nu is het de beurt aan Emilia-Romagna, waar de linkse gouverneur Stefano Bonaccini afgelopen maandag een regionale euthanasieregeling heeft ingevoerd, op basis van door het Hof geformuleerde richtlijnen.
Anders dan Zaia deed hij dat in de vorm van een algemene maatregel van bestuur, die niet in stemming gebracht hoefde te worden. Of Italië daarmee op weg is naar een nationale euthanasieregeling staat nog te bezien. Bonaccini’s Toscaanse collega en partijgenoot Eugenio Giani heeft al laten weten dat hij er niet over peinst.
Bovendien heeft kardinaal Matteo Zuppi, de voorzitter van de Italiaanse bisschoppen, laten weten dat de kerk nog altijd tegen elke vorm van vrijwillige levensbeëindiging is. En ook dat telt in een land als Italië.