Hoe ga je als echtpaar verder na een miskraam?
Een lege buik en lege handen. Het verlies zit voor altijd in het hoofd en het hart van de ouders. Hoe kun je de draad van het leven weer oppakken? En durf je te denken aan een nieuwe zwangerschap?
Negen onrustige maanden. Doodsbang dat het weer mis zou gaan. Constant twijfel. Zo beschrijven verschillende vrouwen hun zwangerschap na een eerdere miskraam. Terugkijken op dat verdrietige verlies is moeilijk. Maar vooruitkijken naar een mogelijke nieuwe zwangerschap ook. Wat als daar wel een verlangen naar is, maar het vertrouwen in het eigen lichaam is weg? Of wat als dit verlangen verdrongen wordt door angst, maar de kans op een nieuwe zwangerschap aanwezig is?
Een miskraam of stilgeboorte meemaken is een ingrijpende verlieservaring. De vraag die veel vrouwen na een miskraam als eerste krijgen –hoe ver was je?– kan een pijnlijke zijn, vanwege de suggestie dat een vroege miskraam minder erg is dan een latere. Verschil in beleving zal er altijd zijn. Maar elke miskraam, of het nu na zes of na twintig weken zwangerschap is, brengt rouw en ontwrichting met zich mee. Iets waar je naar uitkeek, waar je mee rekende, waar je lichaam zich op voorbereidde, is er niet meer. Dat doet wat met je. Miriam van Kreij van Miskraambegeleiding Nederland: „Ook de wetenschap vindt daar bewijs voor. Van elke zwangerschap zijn cellen terug te vinden in het lichaam. Er is iets veranderd; je bent voor het eerst of opnieuw moeder geworden. Vrouwen die alleen miskramen hebben meegemaakt, noemen we daarom onzichtbare moeders.”
Medisch onderzoek naar de oorzaak van miskramen levert meestal niet veel duidelijkheid op. In de praktijk wordt dit na twee of drie miskramen aangeboden, maar sommige ouders hebben er eerder behoefte aan. Van Kreij, die miskraamcoaches opleidt en zelf ook stellen begeleidt die een miskraam hebben meegemaakt: „Dan hebben ze het gevoel dat ze er alles aan gedaan hebben. Het uitblijven van een verklaring kan een teleurstelling zijn, maar ook hoop geven dat het een volgende keer wel goed gaat.”
Nadat een kindje dat verwacht werd niet meer blijkt te leven, volgt een periode van verwerking en herstel. Soms komt de miskraam niet spontaan en volgen ingrijpende ziekenhuisbehandelingen. Een miskraam is meer dan alleen bloedverlies, het is een (mini)bevalling die vaak gepaard gaat met weeën en pijn. Dat die weeën niet blijdschap en nieuw leven brengen maar dood en verdriet, maakt het psychisch zwaar. Veel moeders zijn na een miskraam uitgeput, zowel fysiek als mentaal. Vaders voelen zich vaak machteloos en verslagen.
Nazorg
Niet iedereen deelt het feit dat er een miskraam is geweest met anderen. Stellen die dat wel doen, ontvangen steun van familie, vrienden en soms ook van hun kerkelijke gemeente. Er is nog een poosje (lichamelijke) nazorg vanuit het ziekenhuis, de huisarts, de verloskundige. Maar elk stel moet op een gegeven moment de draad van het leven weer oppakken. En onvermijdelijk komt de gedachte op: kan ik ooit weer gewoon zwanger worden? Durf ik dat aan? De vraag hoe het nu verder moet, speelt na vrijwel alle bevallingen, maar kan na een miskraam nog veel beladener zijn.
Sommige stellen besluiten: geen nieuwe zwangerschap meer. Zeker als er al een paar gezonde kinderen zijn. Maar het kan ook heel anders zijn: je bent weer (even) zwanger geweest, je hebt het aan je lijf gevoeld. Je zou het dolgraag graag opnieuw willen. Maar de angst zit diep.
Het is een eenzaam pad voor veel echtparen. Het heeft onder andere met seksualiteit en intimiteit te maken, thema’s die niet zo snel met vrienden, de verloskundige of de huisarts besproken worden, en al helemaal niet met de predikant.
Miriam van Kreij pleit daarom voor gespecialiseerde miskraambegeleiding, gericht op de psychosociale kant van miskramen. De situaties die zijzelf tegenkomt zijn heel divers. „Soms is de trigger om hulp te zoeken een nieuwe zwangerschap, waarbij mensen ontdekken dat ze de miskraam niet goed verwerkt hebben. Ze zoeken naar een manier om meer ontspannen met de zwangerschap om te gaan. Of er is een gezond kindje, en daarna volgen veel miskramen. Dan weet zo’n stel het gewoon niet meer.”
Van Kreij heeft een programma ontworpen om vaders en moeders te helpen hun verlies te verwerken, zodat ze met vertrouwen de toekomst in kunnen gaan, wat die ook brengen gaat. „Ik help stellen om stil te staan bij wat er is. Soms is dat rouw om een miskraam van vijf of tien jaar geleden, en soms is dat een nieuwe zwangerschap die spannend is.”
Meestal zoekt de vrouw als eerste contact, vertelt Van Kreij, en komt de man mee „voor haar”. Dat wil niet zeggen dat mannen geen emoties hebben bij een miskraam. „Mannen houden zich vaak sterk voor hun vrouw. Als zij zwak en verdrietig is, kan hij dat voor zijn gevoel niet zijn. Stort dan niet het hele huis in? Misschien zit er daarom een dikker deksel op zijn gevoelens. Maar als we hier aan de slag gaan, komen die emoties er vaak wel uit.”
Hechten vrouwen zich vroeger en meer aan een pril kindje, omdat ze de zwangerschap aan den lijve ervaren? Dat kan, volgens Van Kreij, „maar als er ooit een miskraam is geweest zie je ook dat vrouwen zich bewust niet hechten, uit zelfbescherming. Eerst maar eens zien of het goed gaat, denken ze dan.”
Soms is het juist de man die een grotere spanning bij een nieuwe mogelijke zwangerschap ervaart, bijvoorbeeld omdat zijn moeder meerdere miskramen heeft gehad. Die voorgeschiedenis inzichtelijk maken is een van de dingen die Miriam doet tijdens haar begeleiding van vijf stappen die ze met een stel doorloopt. Nadien ziet ze het stel lichter naar huis gaan.
Ethische vragen
Sommige christenen worstelen behalve met de persoonlijke vraag ”durf ik weer zwanger te worden” ook met ethische vragen. Mag ik ingrijpen in mijn vruchtbaarheid, mag ik (tijdelijk) voorbehoedsmiddelen gebruiken om tot rust te komen? Dit kan grote spanning geven bij de intieme omgang binnen het huwelijk. Ook hier wordt doorgaans weinig over gesproken.
Een moeder met een verlieservaring vertelt: „We hebben moeten leren dat intimiteit breder is dan alleen seksuele gemeenschap.” Ze heeft een tip voor ouders: „Als je gelooft dat je geen gemeenschap mag hebben zonder open te staan voor een nieuwe zwangerschap, moet je elkaar wel blijven aanraken en knuffelen.”
Ditzelfde geldt voor koppels voor wie seksuele gemeenschap een traumatisch randje heeft gekregen, bijvoorbeeld omdat de vrouw bloed verloor tijdens het vrijen, wat het eerste teken van de miskraam was. Ook dan is het belangrijk om rust te nemen, maar elkaar wel te blijven aanraken en vinden.
„Ik zie in mijn praktijk dat het geloof zowel een steun kan zijn als een crisis kan brengen”, zegt Van Kreij, die rooms-katholiek is opgevoed. „De waaromvraag kan groot worden. Bijvoorbeeld als een stel uit principe geen fertiliteitstrajecten wil en lang kinderloos blijft. Het aanvaardt dit uit Gods hand. Als er na twintig jaar toch spontaan een zwangerschap is en deze in een miskraam eindigt.”
Een zinnetje als: „Je kindje is nu bij God”, kan troostend bedoeld zijn en toch niet helpend zijn, omdat het geen recht doet aan het intense verdriet en de vragen die er leven. Van Kreij ziet het niet als haar taak om mensen bij te sturen in hun mening, of om te zeggen wat ze wel of niet zouden moeten doen. „Wat ik vind of denk doet er niet toe. Daarom kan ik ook mensen met verschillende achtergronden helpen. Samen met hen probeer ik een brug te bouwen van het verleden naar het heden. Ik help mensen om weer vertrouwen te krijgen, in hun lijf, in hun intuïtie. De begeleiding helpt hen ook om de relatie te versterken, zodat ze samen weer in alle rust keuzes kunnen maken.”
Bij de verwerking van een miskraam kan het belang van praten moeilijk overschat worden. Praten doe je met elkaar, met vrienden, met de predikant of de wijkouderling. Van Kreij raadt aan dit ook met de andere kinderen in het gezin te doen, als die er zijn, ook als ze nog klein zijn. „Op mijn site kunnen ouders een stappenplan downloaden om hun kinderen te vertellen over de miskraam. Een bijzondere variant is: vertel het aan het ongeboren kindje in je nieuwe zwangerschap. Vertel: „Ik ben soms bang, omdat het de vorige keer misging. En je bent heel welkom!” Daarmee doe je recht aan wat je voelt, je maakt onderscheid tussen deze en eerdere zwangerschappen en je verbindt je met het prille kindje. De eerste duizend dagen, die zo belangrijk zijn voor de hechting, beginnen immers al bij de conceptie.”
Verlangen
Dat gelovigen behalve de mensen om hen heen nog Iemand hebben bij Wie ze terechtkunnen, daarvan getuigde een moeder die ik in de pastorale praktijk ontmoette. Met haar toestemming deel ik iets van dit verhaal. Deze moeder vertelt: „Toen ik een tijdje geleden het advies kreeg om eerlijk tegen het ongeboren kind te praten, ging het plotseling door me heen: dit moet ik ook tegen de Heere God doen. Alles vertellen van mijn angsten en twijfels, en ook van mijn groeiende verlangen.”
Nadat ze dat begon te doen, ervaarde deze moeder Gods aanwezigheid in dingen waarvan ze vroeger dacht dat Hij zich er niet mee zou bemoeien. „Hij wist van het ongemak en de angst als ik intiem was met mijn man. Hij zag mijn spanning toen ik de test deed. Hij was erbij toen ik weer naar de verloskundige ging met een grote knoop in mijn maag. Hij was daar toen ik weeën kreeg en alles van de vorige keer terugkwam. Ik zeg niet dat het ineens allemaal gemakkelijk werd, maar wel dat alles van toen af aan anders werd. We hoeven het niet alleen te doen. Hij baant het pad.”
Dit is deel 3 in een serie over verlies in de eerste helft van de zwangerschap.
miskraambegeleiding.nl