Het Belgische hof van cassatie heeft vorige maand in een zaak rond het „mijdingsbeleid” van Jehovah’s Getuigen opnieuw in het voordeel van deze gemeenschap beslist.
Dat lieten de Jehovah’s Getuigen in Nederland donderdag weten.
Het hof bevestigde daarmee een uitspraak van het Belgische hof van beroep in 2022. Dit verwierp toen een vonnis van de rechtbank van Gent. Deze oordeelde in 2021 dat de Jehovah’s Getuigen in België schuldig waren aan het aanzetten tot discriminatie en haat of geweld tegen ex-leden.
De zaak was in 2015 gestart door Patrick Haeck, een hooggeplaatste Jehovah’s getuige die na 35 jaar de gemeenschap verliet. Hij had zelf jarenlang als lid van het gerechtelijk comité van de Getuigen van Jehovah meegewerkt aan uitsluitingen van leden die opstapten, tot hij vond dat het te ver ging. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia en een vijftiental slachtoffers sloten zich bij de rechtszaak aan.
Het hof van cassatie stelt nu onder meer dat het mijdingsbeleid van Jehovah’s Getuigen onder de godsdienstvrijheid valt, niet discriminerend is en de banden tussen gezinsleden intact laat. Ook leidt het beleid niet tot een „veralgemeende sociale isolatie”.
Vorige maand schreef de Nederlandse minister Weerwind van Rechtsbescherming in een brief aan de Tweede Kamer eveneens dat hij geen aanleiding ziet om strafrechtelijk op te treden tegen religieuze groepen, zoals de Jehovah’s Getuigen, vanwege het feit dat zij ex-leden uitsluiten.