Vertrek Kuipers verdient niet de schoonheidsprijs
Na minister Hoekstra, staatssecretaris Uslu en minister Kaag is minister Kuipers de vierde bewindspersoon op rij die het demissionaire kabinet-Rutte IV vroegtijdig verlaat. Hij doet dat met een zeer bezwaard gemoed, zo liet hij woensdag weten. Niettemin, zijn ministerschap is abrupt voorbij en dat zullen de topambtenaren in het Rijksgebouw Castalia, waar het ministerie zetelt, ook merken.
Over twee weken staat de behandeling van de VWS-begroting in de Tweede Kamer geagendeerd. Die moet dan worden verdedigd door een waarnemer of een opvolger die dat stuk niet zelf heeft opgesteld en zo iemand moet stevig worden in- en bijgepraat. Ongelukkig genoeg is ook de hoogste ambtenaar momenteel een invaller; de secretaris-generaal van het ministerie is om gezondheidsredenen net met vervroegd pensioen gegaan.
Vaststaat dat de oud-hoogleraar gastro-enterologie veel had kunnen betekenen voor de zorg als hij langer was aangebleven. Kuipers kent de sector op zijn duimpje en, belangrijker nog, hij had een missie: de kwaliteit van de zorg op peil houden. Tijdens een spreekbeurt voor professionals wees hij op de noodzaak van verbeteringen in de oncologische zorg en in meerdere Kamerbrieven zette hij uiteen dat de kwaliteit van de acute zorg, mede als gevolg van het personeelstekort, te wensen overliet. Duidelijk is dat de arts-bestuurder brandde van ambitie om de uitdagingen op te pakken en daar de ideeën voor had.
Daar komt bij dat hij de mysterieuze topfunctie die hij blijkbaar kreeg aangeboden en waar hij nogal geheimzinnig over doet vrijwel zeker niet zou hebben geaccepteerd als Rutte IV gewoon missionair was gebleven. In die zin is de vroege en onbesuisde kabinetsval, die zes maanden na dato nog steeds vragen oproept, minstens zozeer de trigger voor deze carrièreswitch als de ambitie van Kuipers om weer een nieuwe uitdaging aan te gaan.
Dat alles laat echter geheel onverlet dat Kuipers’ vertrek in bepaalde opzichten wel degelijk ook te denken geeft, al was het alleen maar omdat een minister meer is dan een willekeurige passant. Nadat Rutte de koning op 7 juli het ontslag van zijn kabinet aanbood, verzocht deze de bewindslieden niet voor niets al datgene te blijven verrichten wat zij in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk achten. Aan dat appel geeft Kuipers nu niet langer gehoor.
Daar komt bij dat van een man als Kuipers mag worden verwacht dat hij zal handelen in de geest van de wet Regels gewezen bewindspersonen, waar de ministerraad, inclusief Kuipers zelf, medio juli mee heeft ingestemd. Concreet: dat hij bereid is te laten toetsen dat hij in zijn nieuwe baan zijn eerdere positie, plus de expertise en het netwerk dat hij daar opbouwde, niet op oneigenlijke wijze benut. Horen we daar straks nog iets van? Die vraag laat Kuipers boven de markt hangen. Ook dat maakt dat zijn vertrek, hoewel het op zich wel is te billijken, niet de schoonheidsprijs verdient.