Zorgminister Kuipers moet bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aandringen op een serieuze verlenging van de consultatietermijn voor de nieuwe richtlijnen voor genderzorg die de WHO eind februari wil vaststellen.
Daar heeft SGP-Kamerlid Van Dijk donderdag op aangedrongen in schriftelijke vragen.
De consultatietermijn sluit al op 8 januari. Van Dijk vindt dat te snel, aangezien de WHO de bouwstenen voor de richtlijnen pas een week voor Kerst publiek maakte.
Daar komt bij dat het internationale artsencollectief Society for Evidence Based Gender Medicine (SEGM) ernstige zorgen heeft over het vergaande karakter ervan, zoals het Reformatorisch Dagblad woensdag meldde. De richtlijnen moeten namelijk toegang tot „genderinclusieve zorg” stimuleren, bedoeld om genderbevestigende behandelingen en zelfidentificatiewetgeving te bevorderen. Alles bij elkaar ziet SEGM voldoende reden de WHO te vragen de pauzeknop in te drukken.
Van Dijk wil van Kuipers weten of de sluitingsdatum van 8 januari van de publieke consultatiefase wel bij het ministerie bekend was, en zo ja hoe het departement daarop heeft gereageerd. Ook vraagt hij de bewindsman te reflecteren op de zorgen van SEGM over de inhoudelijke koers van de WHO. Volgens de artsenorganisatie neigt die naar een forse vooringenomenheid, gelet op het taalgebruik én het feit dat het WHO-panel dat de richtlijnen eind februari vaststelt deels bestaat uit personen die zich actief uitspreken voor geslachtsaanpassing of die zelfs voor belangenorganisaties actief zijn.
Van Dijk vraagt Kuipers ook te bevestigen en te borgen dat (medische) professionals in Nederland te allen tijde verantwoorde afwegingen kunnen blijven maken, zéker wanneer het minderjarigen en jongvolwassenen met genderdysforie betreft; dus ook wanneer de WHO de nieuwe richtlijnen definitief aanvaardt.