„Het regelen van preekbeurten is uit de hand gelopen”
Doen predikanten er goed aan preekafspraken te maken voor over twee jaar? Nee, vindt dr. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Een bericht dat hij hierover plaatste op X riep uiteenlopende reacties op.
Op 2 januari rinkelt vanouds in veel pastorieën al vroeg de telefoon. Preekregelaars benaderen predikanten om in het jaar daarop, of het nu in januari, juli of december is, voor te gaan in kerkdiensten.
Vrijdag, vier dagen voor de tweede januari, trok een bericht van dr. De Reuver over dit verschijnsel de aandacht. Op X, voorheen Twitter, schreef hij: „Opvallend juist in DV-kringen blijken dominees bang te zijn dat zij over meer dan een jaar niet uitgenodigd worden als gastvoorganger. En is het stoer om de eerste week van jan. te kunnen zeggen: ik zit ‘volgend’ jaar al helemaal vol. Je kunt het maar gepland hebben…”
Diverse reacties op X bestempelden het bericht als „onsympathiek”. Ook gaven sommigen aan dat het punt van dr. De Reuver eerder met de werkwijze van preekvoorzieners te maken heeft dan met de wens van predikanten om afspraken voor over twee jaar te maken.
Waarop was de tweet van dr. De Reuver gebaseerd en wat beoogde hij ermee? Het was „een hartenkreet”, zegt woordvoerder Hugo Bulk van de PKN, die namens dr. De Reuver reageert. „Waar is het Deo Volente gebleven? We belijden afhankelijk te zijn van God en intussen plannen we zo ver vooruit. Daarvoor wilde de scriba aandacht vragen.”
Volgens Bulk krijgt de Protestantse Kerk al „een heel aantal jaren” signalen van predikanten, preekvoorzieners en kerkenraden die moeite hebben met het ver vooruit plannen van afspraken met gastvoorgangers. Zijn indruk is dat dit in „de orthodoxe hoek” meer speelt dan in de breedte van de kerk. „We hebben daar de afgelopen jaren op verschillende manieren aandacht voor gevraagd.”
Volgens Bulk zou het mooi zijn als preekvoorzieners en predikanten „een ”gentlemen’s agreement” zouden sluiten om niet meer zo lang van tevoren preekafspraken te maken. Natuurlijk moet je zaken plannen, maar als je vanaf de zomer van 2024 afspraken maakt voor 2025, dan ben je nog steeds ruim op tijd.”
Stekker eruit
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F19980953_edab8cacbd.JPG” caption=“Ds. A.J. Mensink: „Je moet ervoor oppassen dat je alleen een bepaald soort predikant op de preekstoel wilt hebben, die precies zegt wat je graag wilt horen.” beeld HOE" alt=“19980953.JPG” />
Ds. A.J. Mensink, predikant van de hervormde gemeente in Elburg, vindt dat het regelen van preekbeurten „uit de hand gelopen is”. Voor de laatste jaarwisseling kreeg hij zo’n zes telefoontjes van preekvoorzieners met de vraag om in 2025 in een dienst voor te gaan. Dinsdagochtend belden nog eens tien tot twaalf preekregelaars hem.
De predikant besloot echter niet meer een of twee jaar van tevoren diensten af te spreken buiten zijn eigen gemeente, schreef hij begin december in de Veluwse Kerkbode. Zijn bijdrage werd later door De Waarheidsvriend, het orgaan van de Gereformeerde Bond in de PKN, overgenomen.
„In december 2021 is onze dochter overleden. Dan is het daarna al heel snel 2 januari. Toen heb ik de stekker er heel bewust uitgetrokken. Een week na de begrafenis stond mijn hoofd er niet naar om preekbeurten voor meer dan een jaar later af te spreken. Ver vooruitkijken doe je dan sowieso niet.”
Het afgelopen jaar gaf ds. Mensink in april of mei via de preekbeurtenzoeker op de website van de PKN aan welke zondagen hij nog beschikbaar was. „Die diensten ben ik allemaal kwijtgeraakt, in veel gevallen in gemeenten die echt omhoog zaten, omdat er een uitvaller was of doordat er een vacature was ontstaan. Zo kwam ik ook op plaatsen waar ik niet eerder was geweest. Het geeft me meer voldoening om op die manier een gemeente te helpen dan wanneer ik nu al weet waar ik over twee jaar met Kerst ga preken.”
Geestelijke kant
De predikant wil die lijn voortzetten door steeds drie of vier maanden van tevoren aan te geven welke zondagen hij beschikbaar is om in een andere gemeente voor te gaan. Dat betekende dat hij de preekvoorzieners die hem dinsdag belden, moest teleurstellen. „Het viel me op dat de meesten er veel begrip voor hadden.”
Vragen rond de preekvoorziening wil ds. Mensink niet alleen praktisch, maar ook geestelijk benaderen. „Je moet ervoor oppassen dat je alleen een bepaald soort predikant op de preekstoel wilt hebben, die precies zegt wat je graag wilt horen. Laten we het profetische element van de prediking niet uit het oog verliezen, waarbij soms iets naar voren kan komen wat je niet graag hoort. Zelf ben ik wat dat betreft ook weleens beschaamd de kerk uit gekomen.”