Overheid blijft tekortschieten in strijd tegen antisemitisme
De Nederlandse overheid moet niet alleen met woorden steun uitspreken voor de Joodse gemeenschap, maar vooral ook met concrete maatregelen komen om het toenemende antisemitisme te bestrijden.
Sinds de gruwelijke acties van Hamas op 7 oktober in Israël en het daaropvolgende conflict zien we een alarmerende stijging van het aantal antisemitische incidenten in Nederland. Sinds deze datum is er sprake van een toename van antisemitisch vandalisme, waaronder graffiti, vernieling van mezuzot (gebedsrolletjes) en het bekogelen van de ramen bij families waarvan zichtbaar is dat ze Joods zijn. Het aantal meldingen van bedreigingen groeit eveneens. Joden met een Davidsster of keppeltje worden op straat uitgescholden en bedreigd. Dit treft ook Joodse kinderen op school, waar sommigen zelfs met een mes zijn bedreigd.
Het is een onmiskenbaar feit dat antisemitisme in het basis-, middelbaar en hoger onderwijs aanzienlijk is toegenomen. Dit is deels het gevolg van de invloed van antisemitisme op sociale media. Het CIDI meldt bovendien een aanzienlijke toename van haatmails en haattelefoontjes naar Joodse organisaties in Nederland, met schokkende teksten als ”Hitler heeft zijn werk niet afgemaakt” en ”Jullie zijn allemaal kankerjoden”.
Zowel vanuit de samenleving als vanuit de overheid is er nog geen krachtig antwoord gehoord op deze verontrustende incidenten. Hoewel de overheid lijkt te investeren in het stoppen van polarisatie, ontbreekt een daadkrachtige aanpak om excessen tegen te gaan. Het lijkt erop dat het overheidsmotto is: deze periode waait wel weer over. Theedrinken is natuurlijk van belang, maar de overheid moet ook een steviger aanpak hanteren om deze excessen effectief tegen te gaan. Die aanpak ontbreekt momenteel volledig.
Holle woorden
Nog niet zo lang geleden is de initiatiefnota over de aanpak van antisemitisme behandeld in de Tweede Kamer. Daarin zijn indrukwekkende uitspraken opgenomen. Men sprak bijvoorbeeld de wens uit dat de Joodse gemeenschap niet alleen een geschiedenis, maar ook een toekomst heeft in Nederland. De minister van Justitie en Veiligheid heeft steun betuigd aan deze initiatiefnota. Echter, sinds de terroristische aanval van 7 oktober in Israël en het toenemende antisemitisme in Nederland lijken al deze woorden vooralsnog hol te zijn.
Strafverzwarend
Het is zeker haalbaar voor de Nederlandse overheid om de woorden van de initiatiefnota nu ook om te zetten in daden. Vooral met het oog op de komende formatie is het van belang dat deze suggesties ook daadwerkelijk op tafel komen te liggen.
Allereerst mogen we een actievere houding verwachten van het Openbaar Ministerie (OM): waarom verklaart het OM niet nog duidelijker dat het zich ook ernstig zorgen maakt over de toename van antisemitische incidenten en dat antisemitische zaken topprioriteit hebben? Gezien de extreme stijging van het aantal bij het CIDI gemelde antisemitische incidenten ligt dit wel voor de hand.
Een daarmee samenhangende suggestie is om van specifiek antisemitisme als motief voor een misdrijf een strafverzwarende omstandigheid te maken. Dat kan bijvoorbeeld door het op te nemen in de wet, zoals in Duitsland het geval is. Het gaat dan echt specifiek om het toevoegen van antisemitisme, zonder het te laten vallen onder algemene discriminatie, zoals nu gebeurt. Dat zou ook laten zien dat Nederland echt werk wil maken van het bestrijden van antisemitisme.
Het zou eveneens opgenomen kunnen worden in de richtlijnen van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Dat zijn richtlijnen die ook door rechters gebruikt worden om de op te leggen straffen te bepalen. Ook hier geldt dan weer dat het van belang is om antisemitisme specifiek op te nemen in deze richtlijnen.
Een ander concreet idee is het aanstellen van een coördinator antisemitisme bij het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD). Dat centrum richt zich nu binnen het OM op discriminatie in het algemeen. We zien dit bijvoorbeeld ook bij het OM in Berlijn; daar hebben ze een speciale commissaris voor de bestrijding van antisemitisme in dienst. Die zorgt bijvoorbeeld voor betere communicatie met slachtoffers en een goede relatie met de Joodse gemeenschap. Dit zijn belangrijke elementen om de aangiftebereidheid te stimuleren. In Nederland zou dit ook goed denkbaar zijn, waarbij deze coördinator dan in nauw contact moet staan met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding en het CIDI, die beide een grote rol hebben in de bestrijding van antisemitisme. Ook zou deze persoon extra aandacht kunnen hebben voor antisemitisme in de digitale wereld.
Maatregelen
De overheid moet niet alleen steun uitspreken voor de Joodse gemeenschap, maar vooral ook met concrete maatregelen komen. Geen woorden maar daden zijn nu cruciaal in de strijd tegen het antisemitisme.
Hans Wallage is historicus, Freek Vergeer is jurist.