Kerkelijke uitingen droegen eeuwenlang bij aan afkeer tegen Joden
De oorlog in Israël roept veel emoties op, ook in christelijke kring. De verhouding tussen kerk en Joden kent een lange, weerbarstige geschiedenis.
Zou de oorlog tussen Israël en Gaza iets te maken hebben met de strijd tussen God en satan?
Eigenlijk heeft élk conflict te maken met deze geestelijke strijd. Het Bijbelboek Openbaring tekent hoe de hele wereldgeschiedenis is inbegrepen in het boek dat door het Lam wordt geopend. Daar komt bij dat het moeilijk is voor een christen om in de lange verdrukking van het Joodse volk géén geestelijke dimensie te zien. De persoon van de „lijdende knecht van de Heere” uit Jesaja 53 is ook op Israël van toepassing. Omdat God Zijn volk niet heeft verstoten (Romeinen 11:1), is het niet verrassend dat Gods tegenstander zijn pijlen juist op dit volk richt. Al eeuwenlang.
Als dit conflict een geestelijke dimensie heeft, betekent dit dat Israël dan zeker als overwinnaar uit deze oorlog komt?
Als wat in Gaza gebeurt te maken heeft met geestelijke strijd, „dan staat de uitkomst vast”, zo schreef een lezer aan het Reformatorisch Dagblad. Maar rond die conclusie is voorzichtigheid geboden. Ongetwijfeld bewaart God Zijn volk, naar Zijn belofte. Dat zal ook in de concrete wereldgeschiedenis blijken.
Maar valt de huidige staat Israël een-op-een samen met het volk van deze belofte? Is iedere oorlogshandeling van het Israëlische leger onderdeel van een geestelijke strijd? Draagt elke beslissing van de regering-Netanyahu dit gewicht? Wie zulke gedachtenlijnen tot het uiterste doortrekt, stuit op grote theologische problemen.
Bovendien gold zelfs in het Oude Testament voor Israël onder een theocratie –en dat is de huidige staat Israël zeker niet– dat niet iedere oorlog een heilige oorlog was met zekere winst. De God van Israël is heilig en Zijn volk beging een vergissing toen het als vanzelfsprekend de ark naar het strijdveld meenam. Telkens riepen de profeten Israël op recht te doen en wezen zij op de verbinding die er ligt tussen gehoorzaamheid en Gods beloften van voorspoed.
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F19940636_b8d7602ef2.JPG” caption=“De omstreden “Jodenzeug” in Wittenberg. beeld EPA, Felipe Trueba” alt=“19940636.JPG” />
In de grote lijn van de geschiedenis mag –en moet– een christen Gods hand zien. Maar wie die al te eenvoudig wil aanwijzen in de concrete conflicten van onze tijd loopt het risico opnieuw de ‘ark’ mee te brengen in de oorlog.
Hoe komt het dat christenen zo verschillend tegen dit conflict aankijken?
Elke oorlog raakt aan een diep rechtvaardigheidsgevoel en maakt sterke emoties los. Mensen voelen zich gedwongen partij te kiezen.
Telkens opnieuw blijkt dat de visie op Israël niet als los ‘pakketje’ kan bestaan: die raakt aan allerlei theologische vragen. Zoals: welke blijvende betekenis hebben Bijbelse beloften voor Israël? Verwachten Gods beloften een aardse of geestelijke vervulling, of beide? Wat zegt de Bijbel over hoe de eindtijd zal verlopen? Vragen waarover christenen sinds jaar en dag diep van inzicht verschillen. Die al bestaande theologische verschillen komen bij dit conflict vergroot tot uiting.
Wat betekenen termen als antisemitisme, antizionisme en anti-judaïsme?
Antisemitisme is haat tegen Joden om hun etniciteit. Antizionisme keert zich tegen het Zionisme: de stroming die pleit voor een Joodse staat in Israël. Anti-judaïsme is een theologische opvatting, die zich om religieuze redenen keert tegen de Joodse godsdienst en gebruiken.
Zijn deze begrippen wel goed van elkaar te onderscheiden?
De drie termen betekenen niet hetzelfde, maar herhaaldelijk blijkt dat het soms moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken. Nieuwtestamentische anti-judaïstische uitspraken tegen bijvoorbeeld de besnijdenis worden soms antisemitisch genoemd. Anderzijds zijn schokkende uitspraken over de Joden door Maarten Luther in christelijke kring wel verdedigd als anti-judaïstische kritiek op de religie. Terwijl voor anderen de reformator hiermee de grens van antisemitisme overschreed.
Speelde antisemitisme ook in de kerkgeschiedenis een rol?
De kerkgeschiedenis tekent zich eeuwenlang door een sterk anti-judaïstische houding. De wortel hiervan is een theologisch verschil met het Jodendom, maar in de uitingen hierover ging de kerk veel verder dan een zuiver theologisch dispuut.
Zo kregen de Joden als geheel volk het verwijt van deïcide: godmoord. De theoloog Julianus van Toledo vergeleek in de 7e eeuw Joden met een „kwaadaardige tumor”: „Zo beïnvloeden de Joden met hun krankzinnige beweringen de geestelijke gezondheid van christenen.” Het Vierde Lateraans Concilie van 1215 besloot dat Joden een geel herkenningsteken zouden moeten dragen. Keer op keer droegen kerkelijke uitingen bij aan een diepgevoelde afkeer in de samenleving richting Joden.
Antisemitisme vanuit een rassenleer, zoals dat ten grondslag lag aan de Holocaust, is een verschijnsel dat pas in de 19e eeuw opkwam. Het is onzuiver om die theorie terug te projecteren op theologen uit vroeger eeuwen. Maar omgekeerd heeft het nazisme zich wel kunnen beroepen op theologische motieven die er al eeuwenlang lagen. Het maakte bijvoorbeeld dankbaar gebruik van Luthers werk ”Over de Joden en hun leugens”.
Hoe is dat nu in de kerk?
Door de eeuwen heen waren er ook theologen die aandacht vroegen voor de blijvende positie van Israël als volk van God. Wel was dat altijd een minderheid die tegen de stroom moest inroeien. In de tweede helft van de vorige eeuw kwam er een kentering in het denken van de kerk, met name als reactie op de Holocaust. Het Tweede Vaticaans Concilie publiceerde ”Nostra Aetate” (1965). In dat document spreekt de Rooms-Katholieke Kerk zich uit tegen antisemitisme en tegen de gedachte dat de Joden „verworpen of vervloekt” zouden zijn. Ook in protestantse kring is deze beweging zichtbaar. Nog in de afgelopen paar jaar spraken meerdere Nederlandse kerken zich uit tegen antisemitisme. Wel blijft de theologische visie op Israël, zoals de duiding van de belofte dat het Joodse volk weer in het Beloofde Land zal wonen, een onderwerp waarover de meningen sterk uiteenlopen.
Geerten Moerkerken, theoloog en onderzoeksjournalist