OpinieToegespitst

Moraliteit doet er niet alleen toe bij dominee

We stemmen niet voor een predikant, maar voor een president. Met dat argument verdedigen Amerikaanse christenen nogal eens hun keus voor Donald Trump, de man die zeker geen smetteloos blazoen heeft.

14 December 2024 15:15
beeld RD
beeld RD

Die argumentatie is opmerkelijk, want conservatieve christenen in de VS waren een kwarteeuw geleden ernstig bezorgd als hoge ambtenaren in hun privéleven over de schreef waren gegaan.

Dat Donald Trump een bruisend, of beter: een rumoerig leven achter zich heeft, is geen nieuws. Behalve dat hij tweemaal gescheiden is, weet iedereen hoe hij over vrouwen denkt en soms met hen omgaat. Evenzo is algemeen bekend dat hij herhaaldelijk heeft geprobeerd de belasting te ontwijken, zakenpartners op soms onredelijke wijze uitknijpt en een loopje neemt met de waarheid. Kortom, er zit nogal rek in het normenkader van Trump.

Wasknijper

De vraag dringt zich op: Moet zo’n man weer president worden? En ook: Kun je wel stemmen op een kandidaat met zo’n staat van dienst? De uitslag van de laatstgehouden presidentsverkiezingen bewijst dat voor veel Amerikanen dit gedrag van Trump geen belemmering is. Bekend is ook dat conservatieve christenen in de VS in overgrote meerderheid op hem hebben gestemd.

Nu is het vanuit Nederland vaak heel gemakkelijk om daar een negatief oordeel over te vellen. Bij verkiezingen in ons land kan gekozen worden uit een breed aanbod van politieke partijen en politici. Daaronder zijn ook partijen die zich willen laten gezeggen door de Bijbel. Die situatie is er in Amerika niet. Daar zijn feitelijk maar twee smaken. Je stemt óf op een Democraat, óf op een Republikein.

De eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat voor mensen die vast willen houden aan de Bijbelse normen een stem op de Democratische kandidaat geen optie is. Zeker, ook die partij heeft standpunten die aansluiten bij de Bijbelse opdracht tot zorg voor de zwakken en tot aandacht voor behoud van de schepping. Maar daar staat tegenover dat de koers van de Democraten op veel belangrijke thema’s heel liberaal is. Trumps tegenkandidate Kamala Harris wil bijvoorbeeld niet weten van het Bijbels gebod ten aanzien van het levensbegin en -einde en van de Bijbelse regels omtrent homoseksualiteit en transgenderwensen. Die standpunten maken het voor Bijbelgetrouwe christenen onmogelijk om te kiezen voor een Democratische kandidaat. Het beleid van de presidenten Obama en Biden op deze terreinen hebben aangetoond waar de Democraten heen willen.

In dat licht bezien is een keus voor Trump, de kandidaat van de Republikeinen, te begrijpen. Weliswaar profileert die partij zich niet als christelijk, zeker is dat bij haar de oude Bijbelse waarden veiliger zijn.

Sommige orthodoxe christenen stemmen op Trump „met een wasknijper op de neus”. Daarmee zeggen ze feitelijk geen betere keus te hebben en zich terdege bewust te zijn van de bezwaren tegen de aanstaande president van de Verenigde Staten. Anderen brengen hun stem op hem met overtuiging uit en verdedigen die keus met een opmerkelijke felheid. Hun argument is: We stemmen niet op de persoon, maar op zijn beleid. Alsof het persoonlijke leven van de kandidaat onbelangrijk is. Enkelen beseffen kennelijk enigszins dat er ergens iets wringt. Die zeggen: We gaan niet naar de stembus voor een predikant, maar voor een president. Alsof dat veel uitmaakt wanneer het gaat om moraliteit.

Uitmuntendheid

Opmerkelijk is dat conservatieve christenen een kwarteeuw geleden bewust stelling namen tegen dat onderscheid. In juni 1998 aanvaardden de Zuidelijke Baptisten op hun jaarlijkse conventie een resolutie „over het morele karakter van overheidsfunctionarissen”. De concrete aanleiding was toen dat Amerika leefde in de ban van de zaak-Lewinsky. Er was aan het licht gekomen dat president Bill Clinton een buitenechtelijke relatie had gehad met Monica Lewinsky, een stagiaire in het Witte Huis. Tijdens een groot, openbaar onderzoek probeerde de president toen onder ede vol te houden dat hij niet schuldig was. Maar uiteindelijk viel hij door de mand.

„Eind vorige eeuw deden de Zuidelijke Baptisten een klemmend appel op alle overheidsfunctionarissen om zich te houden aan Gods wetten en „om te leven volgens de hoogste morele normen”.” Foto: het Capitool in nevelen gehuld. beeld EPA, Graeme Sloan

In die situatie deden de Zuidelijke Baptisten met een beroep op de Bijbel een klemmend appel op alle overheidsfunctionarissen om zich te houden aan Gods wetten en „om te leven volgens de hoogste morele normen, zowel in hun privéacties als in hun publieke plichten en daardoor te dienen als voorbeeld van morele uitmuntendheid en karakter”. In de resolutie werd ook gewaarschuwd tegen het libertijnse beleid. Overheidsdienaren moesten beseffen dat „tolerantie van misstanden door leiders het geweten van de cultuur dichtschroeit, ongebreidelde immoraliteit en wetteloosheid in de samenleving teweegbrengt en zeker resulteert in Gods oordeel”.

Ook al viel nergens in de resolutie de naam van Clinton, het was wel duidelijk dat ook de president werd bedoeld. Of beter: júíst hij werd bedoeld. De voorzitter van het resolutiecomité van de baptistenconventie, Michael Whitehead, zei in een toelichting op de oproep: „Karakter telt voor God en zou voor ons moeten gelden, zelfs in het stembureau.” Dat was toen, in 1998. Misschien toch iets om ook nu nog eens over na te denken.

De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer