De opinieredactie van het RD nodigde ons uit (als auteurs van het artikel in StandVastig 2023/4 over het GBS-project ”Statenvertaling bewaren”) om een reactie te geven op het artikel van dr. P.L. Rouwendal (RD 11-12). Wij beperken ons tot de volgende opmerkingen.
Als voornaam punt van kritiek noemt Rouwendal het door de GBS gemaakte onderscheid tussen woorden die in de Dikke Van Dale gelabeld zijn als ”verouderd” en woorden die gelabeld zijn als ”archaïsch”. Wij ontleenden een en ander rechtstreeks aan de verantwoording die Van Dale voor archaïsmen en verouderde woorden geeft (Dikke Van Dale, onlineversie). Het onderscheid dat wij tussen spreektaal en geschreven tekst maakten, is gebaseerd op wat Van Dale zelf in deze verantwoording schrijft. Overigens is Van Dale slechts een hulpmiddel.
Het bovenstaande betekent niet dat alle archaïsmen nog goed zullen worden begrepen. Andersom zijn ook niet alle verouderde woorden moeilijk. In het GBS-project wordt daarom rekening gehouden met de moeilijkheidsgraad van woorden. Woorden die aanleiding geven tot niet verstaan of misverstaan worden door ons onderzocht.
Het valt op dat Rouwendal zijn stellingname vervolgens op slechts één woord baseert (het woord ”mitsgaders”). Dit doet geen recht aan het artikel in StandVastig, waarin enkele tientallen woorden besproken zijn, inclusief voorbeelden van voorgenomen wijzigingen. Op al die voorbeelden is niet ingegaan. Het artikel van Rouwendal kunnen wij dan ook niet anders kwalificeren dan als eenzijdig. De geleverde kritiek en toonzetting hebben wij bovendien niet als constructief ervaren.
Tot zover een reactie op Rouwendal. Wij sluiten af met enkele opmerkingen van meer algemene aard.
Eensgezindheid
De Statenvertaling staat, als gevolg van de gehanteerde vertaalprincipes, van alle vertalingen in het Nederlands het dichtst bij de zegswijzen in het Hebreeuws en het Grieks. Dat geldt zowel voor de zinsconstructies als voor de afzonderlijke woorden. Deze letterlijke vertaalmethode zal zonder voorbehoud door de GBS worden gehandhaafd. Ook is de herkenbaarheid van de vertaling van groot belang. Het project van de GBS beperkt zich dan ook tot die woorden en constructies waarbij door de verandering in taal (en niet vanwege de letterlijke vertaling) van ”niet verstaan” of ”misverstaan” gesproken kan worden.
Wij hopen op en bidden om eensgezindheid ten aanzien van de Bijbelvertaling. Daarbij is het ook van groot belang dat de Statenvertaling in de gezinnen en op de scholen gebruikt blijft worden. Moeilijke Bijbelse woorden, begrippen en teksten dienen –ook door ouders en docenten, voor zover dit in hun vermogen ligt– te worden verklaard. Dit ook naar Bijbels voorbeeld: „En zij lazen in het boek, in de wet Gods, duidelijk; en den zin verklarende, zo maakten zij dat men het verstond in het lezen” (Nehemia 8:9).
„Zuivere vertaling”
Wij sluiten af zoals wij ook het artikel in StandVastig afsloten: „Onze wens en bede is dat dit werk mag dienen tot het bewaren van de Statenvertaling voor het nageslacht, als zuivere vertaling van de Bijbel zoals God die in Zijn voorzienigheid ons volk geschonken heeft.”
De auteurs zijn betrokken bij het project ”Statenvertaling bewaren” van de GBS.