Opinie
Wie over zonde zwijgt mist Bijbelse troost in rouw

Als nabestaanden geen gegronde Bijbelse hoop hebben voor de overledene maakt dat het verdriet onnoemelijk veel zwaarder. Maar mag die hoop er wel zijn, dan zijn het verdriet en gemis er nog wel, maar dan is er zoveel troost.

Ds. M.A. Kempeneers
„Als er gegronde Bijbelse hoop is voor de overledene, dan zijn het verdriet en het gemis er nog wel, maar dan is er zoveel troost.” beeld RD, Anton Dommerholt
„Als er gegronde Bijbelse hoop is voor de overledene, dan zijn het verdriet en het gemis er nog wel, maar dan is er zoveel troost.” beeld RD, Anton Dommerholt

Er stond in het RD (9-11) een lezenswaardig artikel van Manu Keirse, klinisch psycholoog en emeritus hoogleraar geneeskunde aan de KU te Leuven, getiteld: ”Rouwarbeid nodig om te kunnen leven na verlies”. Het was een samenvatting van zijn lezing voor de NPV-afdeling Midden-Betuwe op 1 december. Ik was door het bestuur uitgenodigd om die avond te openen en samen met de inleider vragen vanuit de zaal te beantwoorden. Vanuit die hoedanigheid zou ik graag een korte reactie willen geven op zijn lezing.

Dr. Keirse noemde vier taken van rouwarbeid voor de betrokkene. Ik heb begrepen dat men, kort samengevat, moet leren de werkelijkheid te aanvaarden en het verlies te ervaren, maar de band met de overledene moet bewaren om opnieuw van het leven te leren genieten. Voor de omgeving is er ook werk: naar het verhaal van de rouwende blijven luisteren en hem het gevoel geven dat zijn reacties horen bij een normaal en evenwichtig mens. Zo moeten we hem helpen om het verlies van de dierbare te integreren in het leven en die te herinneren in plaats van te vergeten.

Oorzaak van de dood

Bij het vele en goede wat in het artikel te lezen was, heeft de christelijke lezer er wel iets heel belangrijks in gemist: het Woord van God. Na zijn lezing legde dr. Keirse dat desgevraagd uit, door te zeggen dat de enige handen die God heeft onze handen zijn. Wij hebben onze naasten te troosten en doen op die manier het werk van God. Nu zit daar zeker een Bijbelse gedachte in. „Draagt elkanders lasten en vervult alzo de wet van Christus”, zo zegt Paulus in Galaten 2:6. En we zouden ook de bekende gedachte kunnen noemen bij het boek Esther. Daarin ontbreekt de Naam van God, maar Zijn Hand is op elke bladzijde te zien.

Toch moet er naar mijn diepste overtuiging meer gezegd worden. Vanuit Gods Woord wordt er niet alleen gekeken naar de dood als zodanig, maar wordt er doorgevraagd naar de oorzaak van de dood. Een oud gezegde luidt: ”Waren er geen zonden, dan waren er ook geen wonden.” En waar dat niet genoemd wordt of onderbelicht blijft, komen we ook niet toe aan datgene wat de Heidelbergse Catechismus noemt: de enige troost in leven en sterven.

De dood brengt veel verdriet met zich mee en dr. Keirse heeft belangrijke gedachten aangereikt om een weg in die werkelijkheid te vinden. Een mens heeft troost nodig, in de zin van tegenwicht tegenover de last van het verlies, zodat het leven weer in balans komt.

Er is volgens Paulus echter iets wat de dood zo erg maakt. Hij noemt dat in 1 Korinthe 15:56 „de prikkel des doods”. Je kunt het vergelijken met een splinter in een etterende wond. Als die splinter eruit wordt gehaald, is de ergste pijn voorbij en kan de wond genezen. Zo is de zonde de prikkel van de dood: dat wat de dood zo erg maakt.

Bijbelse hoop

Als gelovige nabestaanden geen gegronde Bijbelse hoop hebben voor de overledene maakt dat het verdriet onnoemelijk veel zwaarder, zo weet ik uit eigen ervaring en vanuit de pastorale praktijk. Dan blijft de splinter in de wond aanwezig en zullen mensen moeilijke vertroosters blijken te zijn. Maar als die hoop er wel mag zijn, dan zijn het verdriet en het gemis er nog wel, maar dan is er zoveel troost. Ook daar heb ik ervaring mee. Dan zijn we nog wel bedroefd, zo zegt Paulus in 1 Thessalonicenzen 4:13, maar niet „gelijk de anderen, die geen hoop hebben”.

Juist deze week mocht ik de begrafenis leiden van een oud-ouderling uit mijn eerste gemeente. Ik heb gezien hoe hij mocht getuigen van de vaste hoop die in hem was en wat dit heeft uitgewerkt bij de kinderen en kleinkinderen. „De pelgrim is thuis”, zo zei een van de kinderen. Wat deze man uit genade mocht leren, vinden we in Romeinen 8:18: „Want ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.”

Enige troost

Dr. H.F. Kohlbrugge zegt in zijn eerste preek over Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus onder andere dit: „Wat moet nu een mens die Gods eigendom geworden is te midden van deze levensomstandigheden staande houden, te midden van de duizenden smarten (…)? Het Woord moet hem staande houden; het Woord moet hem weer helpen; het Woord moet hem door alles heen dragen.”

Met dit Woord gaat de Trooster bij uitstek, de Heilige Geest, aan het werk in het hart en leven van zondaren om hen zicht te geven op een troost die ver uitstijgt boven alle andere vormen van troost. Daarom is het met recht genoemd: de enige troost.

De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Barendrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer