Rouwarbeid nodig om te kunnen leven na verlies
Met de dood eindigt een leven maar nooit de relatie. Daarom gaat verdriet na verlies nooit over en is rouwarbeid nodig. Deze zware emotionele arbeid is op te delen in vier taken. Anderen kunnen hierbij helpen, vooral door te luisteren en vragen te stellen.
Het belangrijkste dat je moet weten over verdriet na verlies is misschien dat het niet overgaat. Je leert ermee leven, je werkt eraan en je probeert je ermee te verzoenen.
Met de dood eindigt een leven maar nooit de relatie. Ouders blijven ouders van hun kind en je blijft je leven lang een zoon of een dochter van je ouders. Verdriet heeft te maken met ”houden van”. Verdriet en liefde horen bij elkaar en vormen elkaars keerzijde. Als je van iemand houdt, is het normaal dat je je verdrietig voelt als deze persoon ziek wordt of sterft.
Om verlies te kunnen overleven moet je ”rouwarbeid” verrichten. Dat is zware emotionele arbeid. Het verklaart waarom verdrietige mensen zo moe kunnen zijn dat ze niet aan hun dagelijks werk toekomen. Het maakt ook duidelijk dat rouwen geen passief wachten is, maar een activiteit die mentaal, emotioneel én lichamelijk is. Rouwen is werken aan het vinden van betekenis en het heropbouwen van je persoonlijke wereld, die door het verlies is dooreengeschud.
Een arbeid kun je opdelen in taken. In de rouwarbeid zijn er vier rouwtaken te onderscheiden, vier opdrachten die je moet vervullen om je aan te passen aan het leven met verlies.
Werkelijkheid zien
De eerste rouwtaak is de werkelijkheid van het verlies onder ogen zien. Als iemand sterft of als je met een verlies wordt geconfronteerd, voelt het vaak als onwerkelijk, als een nare droom. Het verlies dringt niet in zijn volle dimensie door. Het kan een hele tijd duren voor je hart accepteert wat je hoofd begrijpt. De overledene zien en horen, je voorstellen dat hij nog leeft of dat hij nog iets nodig heeft en voelt, is normaal.
Als je de familieleden in de eerste dagen na het overlijden of tijdens de uitvaart ziet, heb je soms het gevoel dat ze het overlijden rustig opnemen, dat ze het wel redden, maar vaak is de volle werkelijkheid nog niet doorgedrongen. De ontnuchtering komt pas later, wanneer het gewone leven zich hervat.
Je kunt helpen om de werkelijkheid van het gebeuren te laten doordringen door mensen aan te moedigen om te vragen naar ontbrekende informatie over wat er is gebeurd. Laat hen ook hun verhaal vertellen. Dat helpt om de stukjes van de puzzel geleidelijk op hun plaats te laten vallen.
Pijn ervaren
De pijn van het verlies ervaren is de tweede taak van de rouwarbeid. Je lijdt, ook al heb je geen lichamelijk letsel. Het doet soms denken aan een depressie, maar dat is het niet. Een depressie is een psychiatrische ziekte. Rouw is normaal gedrag van normale en evenwichtige mensen. De karakteristiekste trek van de rouw is niet het voortdurend down zijn, maar er zijn tijdelijke en hevige pijnscheuten, die je ineens overvallen. De pijn komt boven in lichamelijke klachten, maar ook in gebrekkige concentratie, boosheid, agressie, schuldgevoelens en nog zoveel meer. De boosheid wordt vaak geuit tegenover de meest dierbaren, wat relaties onder druk zet. Dat heeft niets te maken met een slechte relatie. Hoe dichter je bij elkaar staat, hoe meer je de pijn van de ander voelt. En boosheid is een normale reactie als je pijn ervaart. Je uit je gevoelens waar je je veilig voelt: een man reageert zich af op zijn vrouw en omgekeerd, ouders op hun kinderen en omgekeerd.
Je kunt mensen helpen om deze tweede taak te vervullen door het onderwerp aan te raken en mogelijkheden te creëren om erover te praten. Je moet hun het gevoel geven dat alle verwarrende ervaringen en emoties normale reacties zijn van evenwichtige mensen. Ze zijn door het verlies in een emotionele aardbeving terechtgekomen. Luister hoe het voelt in plaats van te vertellen hoe een ander zich moet voelen.
De derde taak van de rouwarbeid is je aanpassen aan de nieuwe situatie. Als je partner sterft, duurt het even voor je je realiseert wat het allemaal inhoudt om verder te moeten leven zonder hem. Sommige vrouwen hebben door te trouwen hun karretje helemaal vastgehaakt aan de levenskar van hun man. Wanneer die man sterft, blijven ze achter als een wagon zonder locomotief. Het komt er nu op aan om nieuwe vaardigheden te leren en een oplossing te vinden voor de rollen die hij vroeger opnam. Dat verloopt niet zonder moeite en emoties, zoals kwaadheid, verdriet, agressie, ontgoocheling en machteloosheid.
Je kunt helpen in het opnemen van de derde taak door telkens opnieuw te luisteren naar iemands verhaal. Zo help je mensen om opnieuw op verhaal te komen in het leven. Als de gestorvene wordt geïdealiseerd, ga daar dan niet tegenin. Blijf met respect luisteren. Geleidelijk komt er dan wel een waarheidsgetrouw beeld voor in de plaats. Het is normaal dat je de ander vooral mist in zijn positieve aspecten.
Je aanpassen aan de wereld zonder de overledene betekent niet alles achterlaten. De dood verandert relaties, maar beëindigt ze niet. Alles wat je heeft verbonden, geraakt en geboeid in die persoon is niet verdwenen met zijn dood. Je moet het in een andere vorm integreren in je verdere leven.
Weer leren genieten
De vierde taak van de rouwarbeid bestaat erin de band te bewaren in de herinnering en opnieuw te leren genieten. Een lichaam sterft, maar niet de relatie die je met iemand hebt. Iemand van wie je hebt gehouden, is nooit helemaal verloren. Wat iemand je gegeven heeft, blijft je bij. Omkijken naar mooie herinneringen helpt om naar de toekomst te kijken. Het einde van de rouw betekent niet dat je de band met de overledene breekt, maar dat je de persoon integreert in je leven, op een andere manier dan toen deze nog leefde.
Er is geen knop in je brein om herinneringen te dumpen of ze bewust te vergeten. Ze komen telkens weer op. Hiermee omgaan is geen gemakkelijke oefening. Als je blijft steken in het verleden en volledig in beslag bent genomen door het verlies, loop je kans huidige relaties te verliezen. Maar als je te veel afstand neemt van wat was maar niet langer meer beschikbaar is, raak je vervreemd van je eigen oorsprong en verlies je de wortels van je bestaan. Vanuit de herinnering aan de liefde en de zorg voor wie er niet meer is, kun je inspiratie vinden om de diepere zin van zijn leven en de waarde van zijn bestaan verder te realiseren in je huidige en toekomstige relaties. Helpen bij deze vierde taak betekent bewust kiezen om de indruk die de overledene nalaat in het leven van nabestaanden te versterken.
Getuige zijn
Het eindresultaat van de rouwarbeid is ”integreren en herinneren”, niet ”vergeten”. Uit machteloosheid om met verdriet om te gaan hoopt je omgeving soms dat je zou vergeten. Maar vergeten is een ontkenning van verdriet. Als je terugdenkt aan iemand van wie je hebt gehouden, roept dit nog altijd een vorm van verdriet op, maar zonder het ontwrichtende karakter van voorheen.
Adequaat helpen betekent dat je ”getuige” bent van verdriet in plaats van de richting te willen bepalen of er onmiddellijk iets aan te willen doen. Getuige zijn betekent meer observeren dan doen, meer luisteren dan spreken en meer volgen dan leiden.
De auteur is klinisch psycholoog en emeritus hoogleraar geneeskunde aan de KU Leuven. Hij schreef ”Helpen bij verlies en verdriet. Een gids voor het gezin en de hulpverlener” (Lannoo, Tielt, 2017). Dit artikel is een samenvatting van zijn
lezing
voor de NPV-afdeling Midden-Betuwe op een bijeenkomst op 1 december. > https://www.npvzorg.nl/nieuws/lezen-samenvatting-lezing-thema-avond-verlieservaringen-1-12-2023/?ref=midden-betuwe.