Een moslimpartij die op geweldloze wijze, via de democratische weg, in Nederland de sharia in wil voeren, moet verboden worden, of het nu gaat om een partij die dat op lokaal niveau wil bewerkstelligen of op nationaal niveau.
Dat zei CDA-fractievoorzitter Verhagen woensdagmorgen in het kamerdebat over de kabinetsmaatregelen tot bestrijding van het terrorisme. Een moslimpartij die op gewelddadige wijze de sharia wil invoeren, kan op grond van de huidige wetgeving al aangepakt worden. Een extremistische partij die dat via de democratische weg wil realiseren niet. Verhagen wil voorkomen „dat bijvoorbeeld in een deelgemeenteraad een democratische meerderheid ontstaat om hoofddoekjes verplicht te stellen.” Ook wil hij niet toestaan „dat vrouwen worden mishandeld of vernederd omdat ze zich niet naar bepaalde geloofswetten gedragen.”
Verhagen kreeg woensdagmorgen kritiek van D66 en GroenLinks. Volgens D66-leider Dittrich zet dit voorstel het grondrecht van burgers om een partij op te richten ten onrechte onder druk. Hij liet blijken een tegenstander van het plan te zijn. „U hebt geen vertrouwen in de innerlijke kracht van onze democratie.”
GroenLinks-aanvoerder Halsema verweet Verhagen met twee maten te meten omdat hij met geen woord repte over de SGP, een partij waarvan vrouwen geen volwaardig lid kunnen zijn. „U meet dus met twee maten en bedrijft een politiek van angst.”
Verhagen hield vol dat zijn voorstel „geen inbreuk maakt op grondrechten, maar die grondrechten juist wil behouden voor de goedwillende burgers.”
Ook over andere onderdelen van het antiterrorismebeleid bleek de Kamer woensdagmorgen flink verdeeld te zijn. Zo kregen CDA en VVD zware kritiek van links over het voorstel om potentiële terroristen te verplichten zich regelmatig op het politiebureau te melden. Ook hiervan vinden D66 en GroenLinks dat dit de principes van de rechtsstaat ondermijnt. Het voorbeeld van Verhagen van een persoon die in Pakistan een strengislamitisch trainingskamp volgt, werd door Halsema en Dittrich, maar ook door het onafhankelijke kamerlid Wilders van tafel geveegd. Halsema: „Voor zo iemand is een meldingsplicht veel te soft. Tegen hem moet je veel harder optreden, en dat kun je wettelijk momenteel al lang.”
Alle fracties maakten opmerkingen over de oproepen die nog altijd op internet te vinden zijn om deel te nemen aan de jihad, de islamitische strijd tegen de ongelovigen. Vooral in chatprogramma’s (MSN) zijn deze oproepen te vinden, zo bleek dinsdag uit een onderzoek van het televisieprogramma NOVA. Ook zijn er MSN-sites over schietlessen, militaire training en boodschappen om het gezag van parlement en rechtbanken af te wijzen.
Onder meer de dreigbrief aan de Amsterdamse wethouder Aboutaleb staat op de MSN-groep Nlboeken. Op de groep Nlmaroc staan instructies over onthoofdingen en zijn videofilms daarover te zien. Ook zijn er artikelen te vinden die Mohammed B. schreef, de verdachte van de moord op Theo van Gogh. De Kamer is er ontevreden over dat het kabinet dergelijke sites nog niet heeft aangepakt, terwijl hij in haar laatste overleg over terrorisme daar nog bij het kabinet op had aangedrongen.
SGP-woordvoerder Van der Vlies noemde het kabinet op één punt naïef. „Dat betreft zijn houding tegenover de islam. Het kabinet wekt de indruk dat gematigde moslims een remmende invloed (kunnen) hebben op de radicalisering van hun geloofsgenoten, maar de praktijk en onderzoek wijzen uit dat dit niet zo is. Het kabinet moet zich diepgaander gaan buigen over de gevolgen van een toenemende islamisering van ons land”, vindt de SGP.