Nederland wil emancipatiedoelen over hele wereld uitrollen
Het kabinet wil zijn ideologisch gedreven emancipatiedoelstellingen niet alleen over Nederland uitrollen, maar over de hele wereld. De regering gaat in Europa en wereldwijd vrouwen- en homo-emancipatie stimuleren. En „conservatieve tegenkrachten” tegenwerken.
„Nederland maakt deel uit van een vrije Europese Unie met open grenzen. Daardoor moeten nationale ambities op gendergelijkheid en gelijke rechten voor lhbtiq±personen ook terugkomen in de –naleving van– harde, duidelijke én ambitieuze Europese en internationale afspraken op deze mensenrechten.” Dat schrijft de verantwoordelijke minister voor emancipatiezaken, Robbert Dijkgraaf, in de nota ”Emancipatie: een opdracht voor ons allen”.
Om dat doel te verwezenlijken voert het kabinet ondermeer het zogenoemde feministisch buitenlandbeleid (FBB). Minister Bruins Slot van Buitenlandse Zaken (CDA) en collega Liesje Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (VVD) nemen daarin het voortouw. Emancipatieminister Dijkgraaf kijkt over hun schouders mee.
In zijn emancipatienota doet Dijkgraaf uitvoerig uit de doeken wat het FBB inhoudt. „Op korte termijn betekent dit dat het ministerie van Buitenlandse Zaken nog meer aandacht besteedt aan gelijkheid in algemene zin, gendergelijkheid in het bijzonder, inclusief lhbtiq+, binnen alle beleidsterreinen van het buitenlandbeleid.”
In een brief die de ministers een jaar geleden naar de Tweede Kamer stuurden, werken zij het feministisch buitenlandbeleid uit. In het kader van het FBB onderneemt de regering stappen om geweld tegen vrouwen, inclusief huiselijk geweld en eerwraak tegen te gaan. Oog is er ook voor vrouwen die in ramp- en conflictgebieden disproportioneel vaak slachtoffer van seksueel geweld zijn. Dat zijn onderwerpen waarover in de politiek breed overeenstemming bestaat.
Abortus
Maar de regering gebruikt het beleid ook om de Nederlandse emancipatieagenda uit te rollen over de rest van de wereld. Een van de eerste dingen die de bewindslieden in de brief benoemen is dat 1,2 miljard vrouwen „geen toegang hebben tot abortus”.
Het recht op abortus en de toegang tot anticonceptie valt onder de zogenoemde seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Die zijn volgens minister Schreinemacher „essentieel voor een duurzame ontwikkeling vanwege hun verband met gendergelijkheid en het welzijn van vrouwen, hun invloed op de gezondheid van moeders, pasgeborenen, kinderen en adolescenten.”
De bewindsvrouw stelt: „SRGR zijn mensenrechten. Het recht op de hoogst haalbare gezondheidsstandaard omvat gendergelijkheid op het gebied van gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid. De essentie van reproductieve rechten is keuzevrijheid. Mensenrechten zijn universeel, wat betekent dat vrijheid van discriminatie en geweld voor iedereen, ongeacht gender of seksuele geaardheid, geldt.”
Eerder onthulde het Reformatorisch Dagblad dat Nederland in de afgelopen vijf jaar gemiddeld ruim 250.000 zogenoemde abortusdiensten in arme landen betaalde. Dan gaat het onder meer over abortussen, abortuspreventie en moeder-kindzorg. In 2022 ging hier meer dan een half miljard euro in om. Dat is vier keer zo veel als in het kader van ontwikkelingssamenwerking wordt uitgetrokken voor onderwijs.
Een doorn in het oog van de bewindslieden is verder dat zorgtaken en ander onbetaald (huishoudelijk) werk „overal ter wereld met name op de schouders van vrouwen terechtkomen, waardoor van gelijke kansen op de arbeidsmarkt, een gelijkwaardige financieel-economische positie of vermogensopbouw geen sprake is”.
Bij dit feministisch buitenlandbeleid hoort een flinke pot geld. Het zogenoemde Nederlandse SDG5 Fonds is met een budget van 510 miljoen euro (2021-2025) een van de grootste fondsen ter wereld op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid.
Lhbti
Hoewel de naam feministisch buitenlandbeleid dat niet doet vermoeden, valt daar voor de regering ook de emancipatie van alle niet-heteroseksuele personen onder. In de stukken worden vrouwenemancipatie en de emancipatie van de lhbti-gemeenschap vaak in één adem genoemd.
In het kader van het feministisch buitenlandbeleid organiseerde Nederland onder meer een congres om seksueel geweld in conflictgebieden tegen te gaan. Aanleiding daarvoor is de oorlog in Oekraïne. Verder stuurde Nederland vorig jaar voor het eerst een genderexpert mee met de Nederlandse delegatie naar de VN-klimaattop.
En er komt nog meer aan. Volgens het departement blijft er ruimte voor verdere verbetering van concretisering. Het ministerie werkt aan een praktisch handboek voor ambtenaren en aan een handleiding ”Gelijke rechten, gelijke kansen voor lhbtiq±personen” dat bestemd is voor Nederlandse ambassades en consulaten.
Hoe serieus Nederland die emancipatieagenda neemt, bleek enkele maanden geleden toen minister Schreinemacher besloot om minder samen te gaan werken met Uganda omdat de president van het Afrikaanse land wetgeving had goedgekeurd om de uitleving van homoseksualiteit aan banden te leggen. Nederland stopt de samenwerking met projecten voor rechtshandhaving. De bescherming van homo’s blijft het kabinet wel actief steunen.
D66’er Sigrid Kaag schreef in 2021 in haar hoedanigheid als minister van Buitenlandse Zaken dat ze de totstandkoming van een nieuw handelsverdrag in EU-verband heeft benut om abortus en homopropaganda op te dringen aan ontwikkelingslanden. De bewindsvrouw schreef in 2021 letterlijk: „Nederland heeft zich er gedurende de onderhandelingen hard voor gemaakt dat mensenrechten, inclusief seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en het non- discriminatiebeginsel, stevig verankerd werden in de partnerschapsovereenkomst.”
Overzeese gebiedsdelen
Het kabinet richt zijn pijlen ook op de Nederlandse overzeese gebiedsdelen. „In de autonome landen Curaçao, Aruba, Sint Maarten (CASt) van het koninkrijk en in Caraïbisch Nederland Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) is inzet op gendergelijkheid, acceptatie en gelijke rechten voor lhbtiq±personen onverminderd noodzakelijk”, aldus Dijkgraaf.
Zo werkt de overheid aan voortzetting van het zogenoemde Pink Orange Akkoord voor CASt en BES. Dat moet onder meer leiden tot de oprichting van een homobelangenorganisatie (een evenknie van het COC) in de overzeese gebiedsdelen. Deze organisatie moet pleiten voor gelijke rechten, acceptatie en begeleiding van de lokale lhbti-gemeenschap.
De staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties, Alexandra van Huffelen, gaat namens het kabinet proberen om het homohuwelijk in autonome landen binnen het koninkrijk (CASt) aan de man brengen.
Ondermijning
De bewindslieden van Buitenlandse Zaken hekelen conservatieve landen en krachten die kritiek uitoefenen op internationale afspraken op het gebied van gendergelijkheid en gelijke rechten voor lhbti-personen. De regering wil met gelijkgezinde landen optreden en de progressieve emancipatieagenda aan de man en vrouw brengen.
Dijkgraaf betitelt in zijn nota degenen die er anders over denken dan het Nederlandse kabinet als „ondermijnende krachten”. En die wil de minister tegenwerken.