PolitiekSerie emancipatie

Stortvloed aan maatregelen moet leiden tot verandering op gebied emancipatie

Vrouwenemancipatie. Wie denkt dat de overheid zich daar niet meer mee bemoeit, heeft het mis. In de Emancipatienota 2022-2025 maakt de overheid een stortvloed aan maatregelen bekend die tot doel hebben vrouwen te stimuleren meer uren betaald werk te verrichten. Een systeemverandering, noemt minister Robbert Dijkgraaf dat. Einddoel: mannen en vrouwen die in gelijke mate werken en zorgen.

2 December 2023 15:53Gewijzigd op 4 December 2023 08:15
Minister Dijkgraaf ziet een “wereldwijd terrein winnende beweging van conservatieve krachten die de verworven rechten van vrouwen tracht te beperken.” Beeld ANP, Berlnda van Dam.
Minister Dijkgraaf ziet een “wereldwijd terrein winnende beweging van conservatieve krachten die de verworven rechten van vrouwen tracht te beperken.” Beeld ANP, Berlnda van Dam.

We schrijven november 2003. Het directoraat coördinerend emancipatiebeleid, destijds ondergebracht bij het ministerie van Sociale Zaken, bestaat 25 jaar. De toenmalige minister die emancipatie in zijn portefeuille had, de CDA’er Aart-Jan de Geus, houdt een toespraakje op de feestelijke bijeenkomst – waar overigens voornamelijk vrouwen aanwezig waren.

De bewindsman gooide een knuppel in het hoenderhok en stelde dat in een volgend kabinet geen coördinerend bewindspersoon voor emancipatie meer nodig is. De gelijkstelling was zo ver gevorderd dat elke minister op zijn eigen terrein de emancipatie in de gaten kan houden.

De Geus kreeg geen gelijk. In het volgende kabinet, Balkenende IV, kwam er opnieuw een coördinerend minister voor Emancipatiezaken. En die is er anno 2023 nog steeds.

Momenteel zwaait minister Robbert Dijkgraaf voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de scepter over het directoraat emancipatie. Van enige scepsis of terughoudendheid is geen enkele sprake. „Het Nederlandse emancipatiebeleid gaat 
ervan uit dat een voortdurende inzet nodig is om emancipatie te bevorderen.” Het kabinet is ondertussen demissionair, maar de uitvoering van het emancipatiebeleid gaat gewoon door.

De directie emancipatie heeft een veelomvattende taak en werkt aan meer economische zelfstandigheid voor vrouwen; meer vrouwen in topposities van overheid, onderwijs en bedrijfsleven; terugdringing van beloningsverschillen; maatschappelijke participatie van vrouwen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt; meer meisjes die kiezen voor exacte vakken; bestrijden van geweld tegen meisjes en vrouwen; actieve aanpak van homodiscriminatie; bevordering van de combinatie arbeid en zorg tussen 7 en 7 en aan verbetering van de positie van meisjes en vrouwen wereldwijd.

In de emancipatienota gaat het ook over het bevorderen van veiligheid voor vrouwen. Maar liefst 53 procent van de Nederlandse vrouwen kreeg in haar leven te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Door de komst van niet-westerse allochtonen deden ook schadelijke praktijken zoals vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating, hun intrede in Nederland. Vele tienduizenden vrouwen hebben daarmee te maken.

Prostitutie

In de komende jaren moet Dijkgraaf (D66) in het emancipatiebeleid ook aandacht besteden aan prostitutie. Daar vroeg SGP-Kamerlid Roelof Bisschop in december vorig jaar om in een motie. De linkse partijen stemden daartegen, maar omdat die samen geen meerderheid hebben, aanvaardde de Kamer de uitspraak toch.

De grootste aandacht bij het vrouwenemancipatiebeleid blijft uitgaan naar de deelname van vrouwen aan betaalde arbeid. Vrouwen zijn de achterliggende decennia weliswaar meer uren gaan werken, maar toch blijft Nederland in Europees verband kampioen deeltijdwerken. En dat is minister Dijkgraaf een doorn in het oog.

De bewindsman vindt dat mannen en vrouwen gelijkelijk aan de slag moeten op de arbeidsmarkt: „De inzet op een gelijke verdeling van arbeid en zorg is cruciaal. Dit is een belangrijke manier om het voor Nederland kenmerkende systeem waarbij de meeste mannen in voltijd werken en de meeste vrouwen in deeltijd werken te doorbreken.”

Met enige verbazing schrijft de bewindsman: „Een keuze die bovendien in veel gevallen niet wordt gewijzigd wanneer de zorgtaken naderhand minder worden.”

Dat in de lockdowns tijdens de coronacrisis het thuisonderwijs en de zorgtaken sneller op het bord belandden van werkende moeders dan van werkende vaders, heeft Dijkgraaf ook verrast.

Maar hij weet wel hoe dat komt: „Dit alles hangt samen met cultureel bepaalde opvattingen, aspecten van het stelsel en sociale normen.”

Een vrije keuze voor de hoeveelheid uren die mannen en vrouwen werken, zal Dijkgraaf niet promoten. Integendeel, hij wil een cultuurverandering waarbij mannen meer zorgtaken op zich nemen: „Het verleggen van een (groter) deel van de zorgtaken van vrouwen naar mannen veronderstelt een grotere cultuurverandering. Die komt er niet zomaar en helaas ook zeker niet van de ene op de andere dag. Als minister van Emancipatie wil ik het gesprek hierover blijven aanjagen.”

Dijkgraaf is niet optimistisch: „Op alle fronten is nog sprake van ongelijkheid. Daarom neemt het kabinet stevige maatregelen die bijdragen aan de benodigde systeemverandering om te komen tot een gelijk speelveld.”

Een belangrijk instrument hiervoor is de kinderopvang. Om ouders te stimuleren hier maximaal gebruik van te maken, komen de kosten voor ouders op een minimum. Zij hoeven slechts 5 procent te betalen van de werkelijke kosten. De overheid pompt jaarlijks enkele miljarden in de kinderopvang. De ambitie is om het vergoedingspercentage op termijn te verhogen naar 100 procent.

Tegenbeweging

Dijkgraaf ziet met lede ogen aan dat een tegenbeweging aan invloed wint: „Wij weten dat de weg naar vooruitgang niet altijd in een rechte lijn naar boven loopt. Emancipatie vereist ook –en helaas meer en meer– omgaan met tegenkrachten. Er is een wereldwijd terrein winnende beweging van conservatieve krachten die de verworven rechten van vrouwen en lhbtiq+’ers tracht te beperken.” Dijkgraaf stelt „dat wij deze tegenkrachten geen ruimte moeten bieden.”

Ondertussen zoeken beleidsmakers naar nieuwe mogelijkheden om de gelijkheid van mannen en vrouwen door te zetten. Daarbij richten de pijlen zich op de man. Esther van Dijk, directeur van de directie emancipatie van het ministerie, stelde vorig jaar tijdens een studiebijeenkomst in Den Haag dat „mannenemancipatie een volgende fase in de strijd is.” Uit een onderzoeksrapport, van Atria ”Vrij om te kiezen” blijkt dat met name mannen worden belemmerd bij keuzes rond werken en zorgen. „Zij worden sterk beïnvloed door hun eigen traditionele opvattingen. Als mannen zich net zo verantwoordelijk gaan voelen voor het huishouden, en stereotiepe opvattingen hen niet langer belemmeren, zal dat voor een gelijkere verdeling zorgen tussen mannen en vrouwen.”

Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, maakt zich sterk voor de nieuwe vorm van gelijkstelling. Mannenemancipatie versterkt volgens het instituut vrouwenemancipatie.

Het zal nog wel even duren voor de directie emancipatie van het ministerie wordt opgeheven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer