Man en vrouw hebben elkaar keihard nodig op elk levensterrein
Het klassieke kostwinnerspatroon is debet aan het gat tussen de harde werkelijkheid en het ideaal van het traditionele gezin. Man en vrouw hebben elkaar juist nodig in gezin, werk en samenleven.
Op de studiedag van het Dutch Biblebelt Network sprak prof. dr. Miranda Klaver over „een kloof tussen de maatschappelijke veranderingen op het grondvlak binnen de reformatorische gezindte en de door de leidslieden gevoerde strijd voor het behoud van het traditionele gezin”.
Zij noemde die een achterhoedegevecht. Een zevental predikanten reageerde hierop met een artikel waarin zij bepleiten dat de doordenking van de m/v-verhouding weer prioriteit krijgt. Wanneer het hierbij blijft, vrees ik dat precies gebeurt wat prof. Klaver voorspelt: de kloof zal alleen maar groter worden.
Mijns inziens komt dit vooral doordat er te weinig echt contact tussen de leidslieden en het grondvlak is. Neem bijvoorbeeld singles in de gereformeerde gezindte. Zijn zij in beeld als nagedacht wordt over man/vrouw-verhoudingen? Waar passen zij in het plaatje? Niet alle vrouwen trouwen of worden moeder. Wat doet het met hen als steeds benadrukt wordt dat de vrouw er is om haar man te helpen floreren of dat het moederschap de hoogste roeping voor vrouwen is? Huwelijk en gezin verdienen de hoogste waardering, maar vanuit het Nieuwe Testament zijn ook andere accenten te leggen.
Vrouwenbenen
En kijk eens goed naar (jonge) gezinnen. Zelf vond ik het belangrijk om thuis te zijn, zeker zolang de kinderen klein waren. Toen de jongste van de vier een baby was, woonden we tweehoog. Wanneer ik de oudsten naar school bracht, sjouwde ik eerst een Maxi-Cosi twee steile trappen af, waarna ik per bakfiets (zonder ondersteuning) vier kinderen vervoerde. Daarna boodschappen doen, terugfietsen, Maxi-Cosi de trap weer op. En dan rechtsomkeert om twee volle boodschappentassen op te halen. Gelukkig kreeg ik vaak hulp van mijn man of mijn schoonvader. „Het lichaam van de man is meer toegerust op werk en inspanning, het lichaam van de vrouw is uitgerust om leven voort te brengen, te voeden en te verzorgen”, schrijven de predikanten. Ik denk dat mijn moederbaan destijds fysiek zwaarder was dan menige mannelijke kantoorbaan.
Een gezin grootbrengen vraagt meer dan leven voortbrengen, voeden en verzorgen. Het is ook een hoop gesjouw van hot naar her, van zwemles naar muziekles, van fysiotherapie naar tandarts, van school naar winkel naar bibliotheek. Het is management op hoog niveau. Je moet veel lijntjes bij elkaar houden, knopen doorhakken, taken verdelen, conflicten bijleggen. De geloofsopvoeding moet vorm krijgen. Het zijn sterke vrouwenbenen, fysiek en mentaal, die dit alleen kunnen dragen.
Mijn schoonmoeder had geen baan buitenshuis; ze heeft zes kinderen grootgebracht. Als mijn schoonvader ’s middags thuiskwam, kookte hij vaak het eten, terwijl zij naar boven vertrok. Ze had een groot talent; ze was kalligrafe op hoog niveau. Doordat hij kookte kon zij zich daaraan wijden. Op zijn beurt kon hij even afstand nemen van zijn werk. De rollen wisselden.
Gewetensruimte
En zo zal het in veel gezinnen gaan: je bekijkt met elkaar wat werkt en het beste is voor het gezin. Dat ligt persoonlijk en vraagt maatwerk. Zeker als er kinderen zijn die veel (medische) zorg vragen of als een psychische problematiek of chronische ziekte bij een van de ouders speelt. De motieven om wel of niet buitenshuis te werken kunnen we niet voor elkaar beoordelen. Alleen God kent de situatie en weegt de harten. Ontneem gezinnen die gewetensruimte niet door de rolverdeling heel precies vast te leggen met een beroep op de Bijbel.
Het lijkt me geen verkeerde ontwikkeling dat veel mannen een paar dagen in het gezin zijn terwijl hun vrouw elders werkt. Even andere lucht, even kletsen met collega’s – het kan precies zijn wat zij nodig heeft om het als moeder vol te houden. Andersom kan niet elke man vijf volle werkdagen aan. En de kinderen ontvangen moederlijke én vaderlijke zorg, wat me gezond en Bijbels lijkt.
Twee tafels
De kloof die ik in de gereformeerde gezindte dan ook het meest betreur (en die wellicht samenhangt met de kloof die Klaver beschrijft) is die tussen mannen en vrouwen. Het klassieke kostwinnerspatroon waarbij vader vijf dagen werkt en vaak ook nog ’s avonds voor de kerkenraad of de SGP op pad is, werkt gescheiden levenssferen in de hand. Je ziet het terug op verjaardagen en bijeenkomsten: er vormt zich vanzelf een vrouwen- en een mannentafel.
Ook in de kerk zijn het veelal gescheiden werelden. Mannen stemmen, nemen de beslissingen, doen pastorale bezoeken, zonder enige invloed van vrouwen. Je hoeft niet meteen de ambten open te stellen voor vrouwen om te erkennen dat hun helper-zijn verder mag reiken dan het koken van pannen soep. Mannen en vrouwen hebben elkaar keihard nodig. In het gezin en op elk levensterrein daarbuiten. Ze moeten elkaar aanvullen en opscherpen. „IJzer scherpt men met ijzer” (Spreuken 27:17). Die Bijbeltekst heb ik in m/v-verband nog niet horen noemen, maar die zou weleens de brug over de kloof kunnen zijn.
De auteur is moeder van vier, schrijver en pastoraal werker.