Opinie

Pastoraat en niet-christelijke psychiater sluiten elkaar niet uit

Waarom zou een christen zijn lichamelijk lijden wel door een veelal onchristelijke professional laten behandelen, maar zijn of haar psychisch lijden niet? Laten we pastoraat en professionele hulp niet tegen elkaar uitspelen.

Dr. Cornelieke Aarnoudse-Moens
25 November 2023 10:22
„Psychisch lijden is niet minder dan lichamelijk lijden een gevolg van de zondeval en heeft daarom toch alles met God te maken. Voor beide mogen we de middelen gebruiken welke God ons gegeven heeft.” beeld Unsplash
„Psychisch lijden is niet minder dan lichamelijk lijden een gevolg van de zondeval en heeft daarom toch alles met God te maken. Voor beide mogen we de middelen gebruiken welke God ons gegeven heeft.” beeld Unsplash

In zijn bijdrage aan de najaarsconferentie van Bijbels Beraad M/V (RD 17-11) stelt drs. De Vrieze: „Noem mij één psychisch probleem waar God niet mee te maken heeft. De vraag is dan of we ze kunnen overlaten aan de therapeuten.”

Maar moeten we dan ook huiverig staan tegenover het bezoeken van een arts bij een lichamelijke aandoening? Psychisch lijden is niet minder dan lichamelijk lijden een gevolg van de zondeval en heeft daarom toch alles met God te maken. Voor beide mogen we de middelen gebruiken die God ons gegeven heeft. Als we met lichamelijk lijden naar een dokter gaan, laten we het toch ook niet zodanig aan de dokter over dat we niet meer bidden om Gods zegen voor de behandeling?

Achterhaald

In de lezing worden verschillende professies en behandelvormen door elkaar heen gebruikt. Dat maakt de presentatie niet sterk en verwart niet alleen de leek, maar ook predikanten en andere ambtsdragers die in het pastoraat te maken krijgen met psychisch lijden bij gemeenteleden.

De (valse) tegenstelling van De Vrieze lijkt voort te komen uit een zowel onjuist als niet-actueel inzicht in de huidige beoefening van het vak van de psychiatrie en psychologie. In de jaren 70 kwamen naast de biologische psychiatrie gesprekgerichte vormen van psychiatrie en daarmee ook psychotherapie op. Toen ontstond ook de Client Centered Therapy door Carl Rogers. In die tijd was de heersende opvatting dat de hulpzoekende mens, de zogeheten cliënt, een afhankelijke relatie had ten opzichte van de therapeut en onderworpen werd aan diens opvattingen en gesprekvoering. Daarbij zou de therapeut zijn opvattingen willen overdragen aan de cliënt. Gelukkig is het vakgebied inmiddels veel verder ontwikkeld en wordt tegenwoordig een dergelijke dominante houding van een therapeut door de beroepsgroep niet meer geaccepteerd. Therapeuten sluiten altijd aan bij het referentiekader van de cliënt, ongeacht of zij zelf dit kader delen. In het vormen van de therapeutische relatie kan de levensbeschouwing wel een rol spelen; een christen kan zich daarom sneller op zijn gemak voelen bij een christen-psychiater of -psycholoog. Maar dat zegt niet dat een niet-christelijke therapeut dan maar vermeden moet worden.

Aanvullen

Wat mij het meest raakt, is dat in deze lezing met wankele argumentatie kwetsbare broeders en zusters afgehouden worden van adequate hulp. De drempel in onze gezindte om professionele hulp te zoeken is al hoger dan gemiddeld, waardoor veel psychische problematiek onbehandeld blijft en er meer schade wordt berokkend dan nodig.

Laten we veel meer samen in gesprek gaan over hoe pastoraat en psychiatrische/psychologische hulp elkaar kunnen aanvullen en hoe we elkaar kunnen toerusten om goed om te gaan met psychisch lijden. Veel waarschuwend handelen komt voort uit angst of komt van mensen die het vak van de psychiatrie of psychologie zelf niet beoefenen. Ik zou denken: schoenmaker, blijft bij uw leest.

Als ambtsdragers tijdens huisbezoek of andere momenten worden geconfronteerd met psychische problematiek, zouden zij zich moeten onthouden van een eigen oordeel. In plaats daarvan moeten zij toegerust worden in wanneer ze moeten doorverwijzen naar een professionele hulpverlener en waar zij zelf nog kunnen helpen. Er is terecht een onderscheid tussen geestelijke zorg en professionele behandeling. Laten we veel meer werken aan goede voorlichting vanuit het kerkelijke pastoraat, zodat gemeenteleden in biddend opzien naar God, van Wiens Zegen wij uiteindelijk in alles afhankelijk zijn, weten bij welke problematiek zij zich tot welke hulpverlening kunnen wenden.

De auteur is gz-psycholoog (BIG) en neuropsycholoog en verbonden aan het Amsterdam UMC.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer