Christelijke media hebben hoge roeping
Door de oorlog tussen Israël en Hamas denk ik dezer dagen vaak terug aan de Golfoorlog, die in augustus 1990 uitbrak. Ik was nog maar een halfjaar in dienst bij het Reformatorisch Dagblad toen het in het Midden-Oosten helemaal misging.
Na de inval van Irak in Koeweit greep een internationale coalitie onder leiding van de Verenigde Staten in en zes maanden later werd Irak op de knieën gedwongen. Maar voor het zover was, viel de Iraakse dictator Israël aan met scudraketten. Beelden van Joodse gezinnen in schuilkelders gingen de wereld over. Wéér waren Joden bang voor gifgas. Na de Holocaust was dit niet eerder gebeurd. En van dit alles deed televisiezender CNN verslag met livebeelden vanaf de frontlinie. Dat was voor het eerst in de geschiedenis van de journalistiek. Het zijn vooral deze beelden die ervoor zorgden dat de Golfoorlog een onuitwisbare indruk achterliet. En blijkbaar hadden ze zo veel impact dat ik bij het huidige conflict als vanzelf weer daaraan denk.
Dat er met beelden live verslag werd gedaan, was revolutionair. Maar verder kwam het nieuws uit het Midden-Oosten begin jaren negentig nog steeds op een ouderwetse manier tot ons. Internet was nog niet voorhanden en ook beschikte zo goed als niemand over een mobiele telefoon. De berichtgeving van wat daar gebeurde, kwam via de grote, internationale persbureaus.
Hoe anders is dat nu. Bijna iedereen heeft een smartphone en kan dus altijd en overal foto’s en filmpjes maken van wat er gebeurt en die vrijwel direct delen met alle wereldbewoners. Sociale media zijn voor nogal wat mensen veel belangrijker en relevanter dan gerenommeerde mediabedrijven. Daarmee is tussen de Golfoorlog in 1990 en de huidige strijd in het Midden-Oosten de context waarbinnen journalisten hun werk doen radicaal veranderd.
Dat blijkt ook uit de recent gepubliceerde Mediamonitor van het Commissariaat voor de Media. Daarin staat actuele informatie over het (nieuws)mediagebruik van Nederlanders. Het beeld is helder: het dagelijks gebruik van traditionele media blijft afnemen. Het mediagebruik, vooral van jongeren, speelt zich steeds meer online af en op platforms van grote internationale spelers. Het gebruik van TikTok, en ook van Instagram en Snapchat, neemt verder toe. En jongeren blijken TikTok ook steeds vaker voor nieuws te gebruiken. Het Commissariaat voor de Media vraagt zich dan ook af of jongeren wel voldoende in aanraking komen met kwaliteitsnieuws en professionele journalistiek. Een terechte zorg.
Ieder mediabedrijf dat zegt te gaan voor waarheidsvinding moet dit soort signalen zeer serieus nemen. En dat geldt misschien nog wel het meest voor media die willen laten zien dat de werkelijkheid waarin we leven Gods werkelijkheid is en dat uiteindelijk haar geschiedenis uitloopt op de komst van Zijn Koninkrijk. Het RD heeft, samen met andere christelijke media, de verantwoordelijke taak om daaraan gestalte te geven op alle kanalen die daarvoor geschikt zijn. En dan is alleen de beste journalistiek goed genoeg.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Vanwege zijn benoeming als manager strategische projecten binnen EMG is dit zijn laatste bijdrage aan deze rubriek.