Acht manieren om woningen te verwarmen zonder aardgas
Zonder aardgas woningen verwarmen is beter voor het klimaat. Maar hoe doe je dat? Wat zijn de opties? De acht belangrijkste alternatieve warmtebronnen op een rij.
Aquathermie
Warmtebron? Warmte uit oppervlaktewater, zoals rivieren en meren, of rioolwater.
Hoe naar woning? Via warmtenet naar een woonwijk. Vaak in combinatie met opslag in de bodem voor de winter.
Temperatuur? (Zeer) laag.
Aanpassingen? Lagetemperatuurradiatoren nodig (zoals vloerverwarming). Een afleverset waar het warme water het huis binnenkomt. Ook een boiler of warmtepomp voor heet tapwater. Het huis moet goed worden geïsoleerd: minimaal energielabel B.
Beschikbaarheid? Overal waar water in de buurt is. In Nederland is er dus veel potentie voor aquathermie.
Duurzaamheid? De warmte die gewonnen wordt uit het water is CO2-vrij. Wel is er vaak een grote warmtepomp in de wijk nodig om de in de bodem opgeslagen warmte te verhogen. Koelen in de zomer kan ook, wat een hoog stroomverbruik van airco’s scheelt.
Uitdagingen? Het rendabel maken van deze warmtenetten. Daarnaast gaat grootschalige aquathermie niet zonder opslag in de bodem: dat moet inpasbaar zijn.
Voorbeeld? In Nederland zijn al zeker 13.000 woningen op deze manier van het aardgas af, verdeeld over negentig projecten.
Geothermie
Warmtebron? Warmte uit de aarde. Op 2 kilometer diepte is de grond al circa 70 graden.
Hoe naar woning? Via warmtenet naar een woonwijk.
Temperatuur? Hoog.
Aanpassingen? Een afleverset voor het warme water. Vergaande isolatie is niet noodzakelijk vanwege de hoge temperatuur. Geothermie is dan ook vooral geschikt voor vooroorlogse woonwijken.
Beschikbaarheid? In het noorden en westen van Nederland liggen kansen. Elders is de bodem minder geschikt voor de winning van aardwarmte.
Duurzaamheid? De aarde is naar menselijke begrippen een onuitputtelijke, duurzame warmtebron.
Uitdagingen? Om een project rendabel te maken is schaalgrootte belangrijk: minimaal 4000 woningen. Dus in dorpen zal geothermie –zonder extra afnemers uit bijvoorbeeld de glastuinbouw– niet snel toegepast worden. Verder is er sowieso nog weinig ervaring met het verwarmen van woonwijken met aardwarmte.
Voorbeeld? Er zijn zo’n 25 geothermieprojecten gerealiseerd, vooral door de glastuinbouw. In Pijnacker worden ook 543 woningen verwarmd.
Restwarmte
Warmtebron? Warmte die over is van (zware) industrie, datacenters of elektriciteitscentrales.
Hoe naar woning? Via warmtenet naar een woonwijk.
Temperatuur? Wisselend. Afhankelijk van de restwarmtebron.
Aanpassingen? Een afleverset voor het warme water. Vergaande isolatie is niet noodzakelijk wanneer het gaat om hoge temperaturen.
Beschikbaarheid? Afhankelijk van de aanwezigheid van de industrie.
Duurzaamheid? Restwarmte is een onvermijdelijk bijproduct van industriële processen. Hergebruik is duurzaam. Anders verdwijnt de warmte gewoon met het afvalwater.
Uitdagingen? Op de lange termijn is het soms de vraag hoeveel van de restwarmte beschikbaar blijft, omdat bedrijven moeten verduurzamen en minder warmte zullen overhouden.
Voorbeeld? Een megaproject dat nu gerealiseerd wordt, is WarmtelinQ tussen Vlaardingen en Den Haag. Via de leidingen moet zo veel warm water gaan stromen dat er 120.000 huishoudens van kunnen worden voorzien.
Omgevingswarmte
Warmtebron? Warmte uit de bodem of de buitenlucht.
Hoe naar woning? Met behulp van een elektrische warmtepomp die in elke woning wordt geïnstalleerd.
Temperatuur? Laag. Hoewel er inmiddels ook warmtepompen voor hoge temperatuur op de markt komen.
Aanpassingen? Warmtepomp nodig. Evenals lagetemperatuurradiatoren (zoals vloerverwarming). Het huis moet goed worden geïsoleerd: minimaal energielabel B.
Beschikbaarheid? Geen beperkingen.
Duurzaamheid? Een warmtepomp produceert –zelfs met volledig grijze stroom– een derde minder CO2 dan verwarmen op aardgas. Hoe groener de stroom, hoe beter. De bodemwarmtepomp is efficiënter dan de luchtwarmtepomp. Een bodemwarmtepomp koelt ook heel zuinig in de zomer.
Uitdagingen? Het vergt flinke uitbreiding van het stroomnet als alle woningen in een wijk overgaan op warmtepompen. Voor bodemwarmte is ruimte nodig rond het huis.
Zonnewarmte
Warmtebron? Warmte uit het zonlicht met behulp van zonneboilers of PVT-panelen (panelen die stroom en warm water opleveren).
Hoe naar woning? Via warmtenet naar een hele woonwijk of op woningniveau samen met elektrische warmtepomp.
Aanpassingen? Bij warmtenet een afleverset nodig voor het warme water. Het huis moet goed worden geïsoleerd: minimaal energielabel B.
Temperatuur? Laag.
Beschikbaarheid? In principe onbeperkt beschikbaar. Omdat zonnecollectoren ruimte vragen, is realisatie in stedelijk gebied lastig.
Duurzaamheid? Zonne-energie is hernieuwbaar, dus duurzaam. Wel is er een back-up nodig voor in de winter, bijvoorbeeld met een buffervat in de bodem en een wijkwarmtepomp.
Voorbeeld? In heel Europa zijn zo’n 200 projecten gerealiseerd, waarvan de meeste in Denemarken. Eind dit jaar gaat zonthermiepark Dorkwerd in Groningen warmte leveren aan 2600 huishoudens.
Groengas
Warmtebron? Een alternatief brandbaar gas dat gemaakt is door de vergisting of vergassing van biomassa, zoals mest of rioolslib.
Hoe naar woning? Via het bestaande aardgasnetwerk.
Aanpassingen? Geen. Cv-ketel kan blijven. Vergaande isolatie is niet noodzakelijk. Vooral aantrekkelijk voor historische binnensteden of monumentale panden waar geen alternatieven voor zijn.
Beschikbaarheid? In landelijk gebied met veel boerderijen is het maken van groengas met mestvergisters een interessante optie. In het klimaatakkoord is afgesproken om in 2030 tien keer meer groengas te produceren.
Duurzaamheid? Hoewel er bij de verbranding broeikasgas vrijkomt, geldt groengas als CO2-neutraal. De CO2 is namelijk eerst uit de lucht gehaald door planten.
Uitdagingen? Op de lange termijn is het aanbod van biomassa voor groengas onzeker. Als de veestapel inkrimpt, is er minder mest. Ook ligt hoogwaardiger gebruik van biomassa voor de hand. Zo wil de bouw met minder beton en meer ”biobased” materiaal aan de slag.
Voorbeeld? Groengas wordt op dit moment bijgemengd in het aardgasnetwerk.
Waterstof
Warmtebron? Waterstof (H2) is een alternatief brandbaar gas.
Hoe naar woning? Via het bestaande aardgasnetwerk.
Aanpassingen? Cv-ketel kan –na aanpassing– blijven. Wel elektrisch koken. Zie verder ”Groengas”.
Beschikbaarheid? Nog nergens, los van enkele proefprojecten. Veel experts verwachten ook niet dat waterstof op grote schaal beschikbaar komt voor het verwarmen van woningen.
Duurzaamheid? Bij het verbranden van waterstof komt geen CO2 vrij. Als de waterstof met groene energie is gemaakt, kun je deze duurzaam noemen.
Uitdagingen? De ontwikkelingen gaan hard op het gebied van groene waterstof. De internationale investeringen zijn groot. Maar hoe pakt het uit? Vooral de industrie moet stappen zetten met waterstof. Maar misschien blijven er langs de H2-pijpleiding die door Nederland komt te lopen –ook wel de waterstofbackbone genoemd– nog wat restjes over voor aangrenzende gemeenten.
Biomassa
Warmtebron? Een alternatieve vaste brandstof (houtpellets) voor een pellet- of houtkachel.
Hoe naar woning? Via warmtenet naar woonwijk als er een centrale bioketel is. Of via de aanvoer van pellets of hout naar de eigen woning.
Aanpassingen? Afleverset nodig bij warmtenet. Of: pelletkachel installeren. Vergaande isolatie is niet noodzakelijk.
Temperatuur? Hoge temperaturen voor warmtenetten.
Beschikbaarheid? Biogrondstoffen zijn ruim voorradig. Alleen kan niet iedereen hierop overstappen.
Duurzaamheid? De duurzaamheid van het verbranden van houtachtige biomassa is zeer discutabel. Het stimuleert namelijk boskap. Daarnaast had het materiaal hoogwaardiger gebruikt kunnen worden door er bouwmaterialen of meubels van te maken.
Uitdagingen? Het garanderen van een duurzame oorsprong van de biomassa blijft een enorme uitdaging. Ook de luchtkwaliteit is een aandachtspunt. Met name open haarden en houtkachels zorgen voor fijnstof in de lucht, wat niet goed is voor de gezondheid.