Producten die volledig vegan zijn, blijken niet altijd duurzaam en gezond, schreef Gijsbert Korevaar (RD 16-9). Deels heeft hij gelijk, maar zijn mening verdient wel enige nuance.
Vegan producten zijn vaak sterk bewerkt en bevatten veel zout, aldus Korevaar. Dat klopt, maar tegelijkertijd ligt het er wel aan waarmee je deze vegan producten vergelijkt. Kip of gehakt bijvoorbeeld moet ook op smaak gebracht worden met onder andere zout. En sommige soorten vlees bevatten veel verzadigd vet, in tegenstelling tot de meeste vleesvervangers.
Het ligt er ook aan waarom je ervoor kiest om vegan te eten. Als je voor je gezondheid vegan eet, kies je wellicht niet vaak voor kant-en-klare vleesvervangers, maar eerder voor bijvoorbeeld zelfgemaakte vleesvervangers of voor erwten of bonen. En met name erwten en bonen zijn wel degelijk gezond.
Zowel een vegan eetpatroon als een eetpatroon dat niet-vegan is, kun je zo gezond of ongezond maken als je wilt. Bij beide eetpatronen kun je ervoor kiezen om veel ”junkfood” of kant-en-klare maaltijden te eten. Maar je kunt ook kiezen voor gezondere maaltijden en die zelf bereiden. Zo is er ook een stroming‚ ”Whole Food Plantbased” geheten, waarbij je voornamelijk onbewerkte plantaardige producten eet. Denk bijvoorbeeld aan bonen als vleesvervanger.
Vitamine B12
Korevaar noemt onder andere havermelk als sterk bewerkt vegan supermarktproduct. Nu vind ik zelf havermelk wel lekker door bijvoorbeeld de koffie, maar havermelk is wel precies de melkvervanger met de minste voedingsstoffen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld sojamelk, die veel eiwitten bevat (en daardoor ook beter opschuimt).
En ja, soms worden calcium en vitamine B12 toegevoegd. Maar is dat erg? Vaak wordt aan koeien bijvoorbeeld kobalt gegeven; hun lichaam kan dat omzetten in vitamine B12. Vroeger kregen we vitamine B12 binnen via groenten uit de bodem, maar helaas bevatten onze bodems steeds minder voedingsstoffen en moeten we op andere manieren aan vitamine B12 komen. Als deze voedingsstoffen worden toegevoegd, is daar niks mis mee, denk ik.
Als het over calcium gaat: dit kun je beter uit bladgroenten, zoals boerenkool en broccoli, halen dan uit koemelk. Calcium uit bladgroenten wordt namelijk maar liefst anderhalf tot twee keer beter opgenomen door je lichaam. Bovendien zijn er veel mensen met een lactose-intolerantie, vaak zelfs zonder dat ze dat weten. Lactose zit in veel zuivelproducten. De leus ”Koemelk is goed voor elk” is dus te kort door de bocht.
Overigens ben ik benieuwd of Korevaar weleens een cake zonder eieren heeft gebakken. Hij schrijft over een voorval waarbij een muffin uit elkaar viel. Vervelend natuurlijk. En ja, het is even omschakelen en je moet weten hoe je op een goede manier vegan kun bakken, maar cake bakken zonder eieren is zeker mogelijk. Niet voor niets is vorig jaar een vegan bakker de winnaar geworden bij het tv-programma ”Heel Holland Bakt”.
Eieren maken je gebak luchtig en gebonden. Gelukkig kan ei prima vervangen worden. Bijvoorbeeld door 60 gram appelmoes óf een halve rijpe, gepureerde banaan óf één eetlepel chiazaad of gemalen lijnzaad gemengd met drie eetlepels water. Voeg één (extra) eetlepel bakpoeder toe om het gebak te laten rijzen. Gebak kun je goed bestrijken met plantaardige melk. In een quiche kan ei vervangen worden door gelijke delen water en kikkererwtenmeel.
Avocado’s
Verder schrijft Korevaar (in de kop boven zijn column) dat volledig vegan niet altijd duurzaam is. Ik was benieuwd naar zijn mening hierover, maar in de column komt dit verder niet naar voren. De kop verbaasde me enigszins, want een vegan eetpatroon is doorgaans wel degelijk duurzamer dan een niet-vegan eetpatroon. Zo zijn de CO2-uitstoot en het waterverbruik meestal geringer als je vegan eet. Avocado’s brengen wel een hoog waterverbruik met zich mee en doordat ze worden geïmporteerd, is de CO2-uitstoot ook vrij hoog. Maar het is niet verplicht om avocado’s te eten als je vegan eet…
Daarnaast draagt (vaker) vegan eten indirect bij aan een betere wereldvoedselverdeling. Zo gaat een groot deel van de soja (gezond en eiwitrijk) naar dieren in de veehouderij. Deze gebruiken een deel van deze soja natuurlijk om zelf van te leven. Ze halen er energie uit en scheiden de afvalstoffen uit. De soja die een dier eet, komt dus niet een-op-een terecht bij de mens als deze een dier eet. Efficiënter is het als de mens rechtstreeks soja eet.
Kortom, ik denk dat we er zeker goed aan doen als we wat vaker vegan eten. Dat is goed voor de natuur en het klimaat, voor de dieren én voor onze medemens. Of dat nu volledig vegan is of niet – alle beetjes helpen.
De auteur is plantaardig voedingsdeskundige.