Eenzaamheid; het komt voor onder oud en jong. De gereformeerde gemeente in Ridderkerk doet er van alles aan om die nood te lenigen. Met een centrale plek voor het Woord van God. „De ergste vorm van eenzaamheid is als je de liefde om je heen niet meer opmerkt.”
De ruim duizend leden en doopleden tellende gemeente vergrijst langzaam. Ouderen vormen een belangrijke groep. Tijdens de Week tegen Eenzaamheid wordt deze week in het hele land aandacht gevraagd voor mensen die alleen zijn. Hoe krijgt dit in Ridderkerk gestalte?
„Veel mensen hebben een klein netwerk, bijvoorbeeld doordat de familie ver weg woont”, zegt L. Kramer-van Vugt. Ze is een van de twee coördinatoren van vrijwilligersorganisatie Charitas, die in de gemeente actief is. De hulpgroep, die onder verantwoordelijkheid valt van de kerkenraad, telt zo’n veertig vrijwilligers. De groep biedt binnen de eigen gemeente hulp aan mensen die zelf niet of onvoldoende in staat zijn om bepaalde taken uit te voeren. Er worden bijvoorbeeld huishoudelijke taken uitgevoerd of boodschappen gedaan.
Daarnaast kunnen mensen een beroep doen op Charitas omdat ze eenzaam zijn. „Een vrijwilliger gaat bijvoorbeeld één keer per maand naar een oudere voor een praatje of om samen boodschappen te doen.” Kramer werkt zelf bij Salem in Ridderkerk. „Ook daar wonen mensen die zich eenzaam voelen. We mogen hen niet vergeten.”
De vrijwilligers proberen te signaleren of iemand eenzaam of hulpbehoevend is. Aandacht is belangrijk, ziet Kramer. „Als mensen bijvoorbeeld na een operatie hulp krijgen, maakt de vrijwilliger ook een praatje met hen. Dat doet hun goed.” Ze bemerkt ook eenzaamheid onder senioren. „Er zijn ouderen die sinds corona niet meer naar de kerk komen maar thuis meeluisteren. Dat maakt hen eenzamer.”
Meditaties
Diezelfde coronatijd was voor de Ridderkerkse kerkenraad aanleiding om te starten met het uitzenden van meditaties via de kerktelefoon. Oud-diaken W. van der Hoek werd bereid gevonden om de meditaties voor te lezen. „Dat doe ik nog steeds elke dinsdagmorgen. Ik lees een meditatie en zing een psalm. Het is wel apart om alleen voor de microfoon te gaan zingen. Maar ik hoor van mensen dat ze het op prijs stellen. Ze zingen met de kerktelefoon mee.” De totale uitzending duurt zo’n 20 tot 25 minuten.
Aanvankelijk las Van der Hoek voor uit het boekje ”Ouder worden” van ds. J. Schipper. Daarna volgde het boekje ”De blinkende morgenster” van ds. J. Mijnders en nu leest hij uit ”De geopende fontein” van diezelfde predikant. „Ds. Mijnders heeft hier jaren geleden gestaan. De ouderen kennen hem nog wel.”
Van der Hoek krijgt slechts zelden een reactie. „Maar daar gaat het mij ook niet om. Het gaat om Hem.” Via de kerkenraad krijgt hij wel te horen dat de meditaties in een behoefte voorzien. En wanneer ze tijdens de zomervakantie niet worden voorgelezen, krijgt de oud-diaken soms de vraag wanneer hij weer gaat beginnen.
Behalve door het lezen van de meditaties is Van der Hoek ook al jaren betrokken bij de ouderenmorgens die twee keer per jaar in een zaal van de kerk worden gehouden. De oud-diaken opent de ochtenden met gebed en leest een Schriftgedeelte. De huidige predikant, ds. G.W.S. Mulder houdt vervolgens een meditatie en besluit met gebed. Bovendien wordt er een verhaal of gedicht voorgelezen. En er is een koffiepauze. „Mensen vinden het fijn om bezinnend bezig te zijn en om elkaar te ontmoeten.”
Van der Hoek ervaart goede contacten met de kerkenraad. Maar hij zou voor het steunen van ouderen richtlijnen willen krijgen vanuit het landelijke kerkverband. „Het is belangrijk dat ouderen een plek hebben in het gemeenteleven.”
Jongeren uit de gemeente verzorgen één keer per jaar een middag voor de ouderen, zegt G.D. Schellevis, voorzitter van de jv 16+. „Die middag verzorgt de dominee een meditatie die raakvlakken heeft met jongeren en met ouderen. Er is koffie met gebak en aan het einde een broodmaaltijd. Tussendoor doen we een spel, bijvoorbeeld over de kerkgeschiedenis of een oud-Hollands spel.” Na afloop krijgen de ouderen een presentje mee, bijvoorbeeld bloemen met daarbij een Bijbeltekst. „Het doel is dat jongeren en ouderen elkaar ontmoeten en leren kennen.”
Opa en oma
De bijeenkomst op een zaterdagmiddag in het voorjaar wordt goed bezocht. „Jongeren willen vaak wel helpen bij de ouderenmiddag. Dat komt onder andere doordat hun opa en oma ook in de kerk zitten.” Schellevis hoopt dat jongeren ook ouderen thuis gaan opzoeken. „Ze kunnen leren van de ouderen. Het is waardevol wanneer ouderen met jongeren kunnen spreken over een leven met de Heere. Sommige jongeren leggen aan hen levensvragen voor. Aan de andere kant zijn ouderen blij als ze worden opgezocht. Ze horen er dan meer bij.”
De 16±ers sturen bovendien iedereen van 70 jaar en ouder op de verjaardag een kaart. Ook zieken krijgen een kaart. „Er worden zo’n 150 kaarten per jaar verstuurd.”
Overigens ziet Schellevis dat eenzaamheid onder jong en oud voorkomt. „Beide groepen missen mensen aan wie ze de zorgen van het leven kunnen voorleggen. Er zijn mensen die een groot netwerk hebben, maar die toch eenzaam zijn doordat ze niet worden begrepen.” De ergste vorm van eenzaamheid is volgens Schellevis dat mensen niet meer zien dat anderen van hen houden. „Bij vriendschap komt het op puurheid aan. De Heere wil dat we voor elkaar zorgen.”
Alle activiteiten binnen de gereformeerde gemeente in Ridderkerk vallen onder de verantwoordelijkheid van de kerkenraad. Diaken W.P. Huijser is binnen die kerkenraad contactpersoon voor vrijwilligersorganisatie Charitas. „Ieder gemeentelid heeft de Bijbelse opdracht om oog te hebben voor de mensen in zijn omgeving”, aldus Huijser. Dat kan volgens hem bijvoorbeeld door te bedenken of mensen die vlak bij je in de kerk zitten misschien hulp of aandacht kunnen gebruiken. „Eenvoudig de vraag stellen hoe het met die persoon gaat, kan iemand al goed doen.”
Ouderen die een concrete hulpvraag hebben, kloppen vaak zelf aan bij Charitas. Ook gebeurt het dat anderen melden dat een oudere wat steun kan gebruiken. De kerkenraad streeft ernaar om elke anderhalf jaar bij alle gemeenteleden een huisbezoek af te leggen. „Maar vaak krijgen we dan geen praktische hulpvragen.” Wel proberen de ambtsdragers aan te voelen of er behoefte is aan ondersteuning.
Rond hun verjaardag of wanneer de situatie daarom vraagt, wordt extra meegeleefd met oudere gemeenteleden. Huijser wijst erop dat het belangrijk is dat mensen zelf aankaarten of ze hulp nodig hebben of dat mensen om hen heen dat signaleren. „Ga er niet zomaar van uit dat de kerkenraad wel weet wat er nodig is.”
Advies
De gemeente krijgt vanuit het landelijke bureau geen richtlijnen hoe er moet worden gehandeld rond eenzaamheid, zegt Huijser. „Als gemeente is er de vrijheid om dit zelf vorm te geven. Wel is er de mogelijkheid om advies in te winnen, bijvoorbeeld bij het deputaatschap diaconale en maatschappelijke zorg.”
Activiteiten in de gemeente worden zo veel mogelijk afgestemd op de doelgroep. „Samenkomen rondom Gods Woord is de eerste doelstelling van de gemeente. Daarbij is er ook ruimte voor ontspanning en ontmoeting. Samenbinding binnen een gemeente is nodig.” Wel moet de Bijbel centraal blijven staan. „Juist door oog te hebben voor de verschillende groepen binnen de gemeente kan de Bijbelse boodschap specifiek worden toegepast op die doelgroep. Vanuit de Bijbel moet worden gezocht naar antwoorden op de verschillende levensvragen die er zijn.”