Binnenlandoverstromingen libië
Rode Kruis vreest vergetelheid ramp Libië; „grote kans dat Nederlander minder gul geeft”

Tienduizend vermisten vinden en meer dan 5000 doden bergen: de taak waar hulpverleners in Libië voor staan is even immens als weerzinwekkend. Over vernieling in een verscheurd land en de vrees voor vergetelheid.

Verwoestingen in de Libische kustplaats Derna. beeld EPA
Verwoestingen in de Libische kustplaats Derna. beeld EPA

Havenstad Derna is zwaar getroffen. Na heftige regenval en twee damdoorbraken is die stad het epicentrum geworden van het rampgebied. Doordat de stad –met zo’n 125.000 inwoners– tussen verschillende bergketens in ligt en het land niet berekend is op zware regenval, kon het water moeilijk wegstromen. Ongeveer een kwart van de stad werd volgens lokale autoriteiten weggevaagd. „Overal liggen lichamen: in zee, in de valleien en onder gebouwen”, verklaarde een overheidsfunctionaris tegenover persbureau Reuters.

Hulporganisatie de Libische Rode Halve Maan, zusterorganisatie van het Rode Kruis, biedt ter plekke hulp aan de slachtoffers. De prioriteit ligt naast het zoeken naar vermisten, ook bij het zorgen voor de mensen die de ramp wel overleefd hebben, vertelt Iris van Deinse, woordvoerder van het Nederlandse Rode Kruis. „Bij een overstroming is slechte hygiëne een groot probleem. Vervuild water vergroot de kans op verspreiding van ziektes, zoals cholera.” De Rode Halve Maan voorziet onder meer in tenten, dekens, zeep en schoon drinkwater.

19645131.JPG
Iris van Deinse, woordvoerder van het Nederlandse Rode Kruis. beeld Rode Kruis

Al die producten worden niet vanuit Nederland overgevlogen. Dat zou volgens Van Deinse inefficiënt zijn en veel geld kosten. „We hebben als Rode Kruis magazijnen over de hele wereld waarin we noodhulpspullen opslaan. Ook kopen we lokaal veel spullen in. Zo kan er snel gereageerd worden als er een ramp is. En het scheelt veel papierwerk.” Wel bestaat de kans dat de Libische Rode Halve Maan om assistentie vraagt aan het Nederlandse Rode Kruis. „Maar dat gaat dan echt om bepaalde specialisten.”

Timing

Die andere natuurramp, in Marokko, trok tot nu toe veel media-aandacht. Wat betreft timing komt de ramp in Libië dan ook ongelukkig uit, beaamt Van Deinse. „Maar ik wil geen leed met leed vergelijken. De ene ramp is net zo erg als de andere.” Het Rode Kruis opende dinsdagavond daarom gironummer 7447 voor Libië. Toch denkt de woordvoerder dat de kans bestaat dat daar „helaas” minder gul op gegeven zal worden dan voor het aardbevingsdrama. „De band van Nederland met Marokko is toch anders dan die met Libië, alleen al door de grote Marokkaanse gemeenschap in ons land. Als je iemand kent wiens huis is ingestort, doet dat toch meer met je.”

Libië zal alle hulp dan ook goed kunnen gebruiken. Daarbij doemt echter wel een probleem op: het land wordt geregeerd door twee regeringen. Sinds de afzetting van dictator Muammar Gaddafi tijdens de Arabische Lente van 2011 is het land politiek verdeeld. In het oosten van het land, waar de ramp zich voltrok, zetelt generaal Khalifa Haftar, een voormalig vertrouweling van Gaddafi, in de stad Benghazi. Zijn regering wordt gesteun door Egypte, Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten. Het westen van het land, inclusief hoofdstad Tripoli, is in handen van de door de Verenigde Naties erkende regering van premier Abdul Hamid Dbeibah.

Doordat een groot deel van de internationale gemeenschap de regering van generaal Haftar niet erkent, willen veel landen dat noodhulp via de west-Libische regering geregeld wordt; iets wat uiterst gevoelig ligt. Al Jazeera schrijft bijvoorbeeld dat de oost-Libische regering om financiële hulp gevraagd heeft bij de centrale bank, maar omdat die bank alleen de regering in Tripoli erkent, weigert het orgaan medewerking.

Toch gloort er ook hoop. Inmiddels heeft de west-Libische regering voor tonnen aan hulpgoederen richting het oosten verscheept. Ook heeft premier Dbeibah al zo’n 400 miljoen euro toegezegd voor de wederopbouw van de getroffen stad Derna. „De hoop is dat de ramp, hoe wrang ook, een hefboom kan zijn waarmee samenwerking wordt geforceerd, zegt voorzitter Herman Klijnsma van de Dutch Libyan Cooperation Council. „Maar in Libië draait het om machtsstrijd, invloed, geld en positiebehoud. Dat zal door deze ramp niet veranderen, vrees ik.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer