De psalmberijming van de Dordtse dichter en arts Johannes Eusebius Voet (1706-1778) vormde een belangrijke bron voor de berijming van 1773. Tweeëntachtig psalmen en gezangen van zijn hand zijn in deze berijming opgenomen.
Dit bleek vrijdagavond tijdens een thema-avond rond de psalmen in de Augustijnenkerk te Dordrecht. De avond werd georganiseerd door de plaatselijke kerken en ondersteund door de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.
Voorspel
Ds. A. van der Zwan, predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Dordrecht, opent de avond met het lezen van Psalm 116:17-19, waarin de dichter „een aantal manieren aangeeft waarom je behoefte kunt hebben om in Gods huis te zingen”. De predikant hoopt dat de aanwezigen deze avond „meer liefde voor de psalmen, voor deze psalmberijming, krijgen.”
Tijdens het voorspel van Psalm 25 laat organist Jeroen de Weerdt horen hoe de psalmen rond 1773 werden gezongen. Na iedere regel klinkt een kort tussenspel dat de volgende versregel inleidt.
Naast samenzang en bijdragen van het Dordtse Ivrietkoor Al Naharot (bij de rivieren) staan er deze avond ook twee referaten op het programma. Dr. A.J. van den Herik, predikant van de hervormde gemeente te Dordrecht, belicht de historie van het oudtestamentische psalmboek. De psalmen vormen het gebedenboek van Israël en zijn de bron voor de berijming van 1773.
Een berijming maskeert echter dat de psalmen oorspronkelijk poëzie zijn. „Er is weinig besef dat we in de onberijmde psalmen met poëzie te maken hebben”, zo stelt de predikant vast. Ook in de opmaak van gedrukte Bijbels is dit vaak niet te zien. Toch is niet alleen de inhoud, maar ook de vorm van de psalmen „verrassend en vernieuwend”.
„Is Christus in de psalmen?” Met deze vraag eindigt dr. Van den Herik zijn referaat. „Wie goed leest, hoort Zijn stem. De stem van Hem, Die nadat Hij de lofzang gezongen had, vertrok richting Gethsémané. Van Hem, Die Koning is en het Koninkrijk brengt.”
Actualiteit
Als intermezzo houdt A. Nelemans, initiatiefnemer van de avond, een korte inleiding over de geschiedenis van de Augustijnenkerk en de betekenis van Dordrecht in de Nederlandse kerkgeschiedenis. Hij memoreert het feit dat in 1578 Petrus Datheen in de Augustijnenkerk de Nationale Synode voorzat. Zijn psalmberijming was tot de invoering van de berijming van 1773 eeuwenlang geliefd bij het kerkvolk, aldus Nelemans.
Ds. J.A.W. Verhoeven, hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel en voorzitter van de Gereformeerde Bond, belicht de actualiteit van de psalmen. Het psalmboek vormt een apotheek vol medicijnen, aldus de predikant. „We zingen in de psalmen ons geloof niet alleen uit, maar ook in. Dat laat de plaats van het psalmboek in de canon ook zien. De psalmen zijn niet alleen een antwoord op, maar ook een onderdeel ervan.” In de huidige tijd is het zingen van de psalmen „verzet” tegen de secularisatie, „een spook dat niet alleen buiten de kerk rondwaart, maar ook in ons eigen hart”.
Het zingen van psalmen is typisch gereformeerd, aldus ds. Verhoeven, „maar de psalmen zijn van Israël. De kerk zingt ze met Israël mee.” De predikant maakt zich zorgen om de huidige tendens in kerk en theologie waarbij, vaak onbewust, het Oude Testament minder wordt geacht dan het Nieuwe Testament. De kerk is niet begonnen bij Pinksteren, maar bij Adam, zo maakt de predikant duidelijk.
Nieuwtestamentische gelovigen „hebben principieel hetzelfde geloof als Abraham, omdat God één is. De Vader van Jezus, is de God van Israël.” Ds. Verhoeven wijst ook op het steeds weer terugkerende antisemitisme. Ook dan „verbindt het zingen van de psalmen met Israël, met Christus Die ze zong en met de wereldkerk”.
Toegift
Als afsluiting van de avond leest ds. Van der Zwan de laatste drie verzen van Psalm 72, waarna hij de organist verzoekt om als toegift Psalm 72:11 te spelen: „Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.”
Enkele momenten later vertolkt de organist deze woorden op het volle werk en vult de kerk zich met krachtige samenzang. Ook de leden van het Ivrietkoor stemmen in.