Prof. Paul voor studenten GB: Oude Testament spreekt wel degelijk over het leven na de dood
Elk volk in het Midden-Oosten heeft zijn eigen voorstelling over het leven na de dood, stelt prof. dr. Mart-Jan Paul. „”Sjeool” is een uniek woord en komt niet bij de buurvolken voor. Het ligt voor de hand dat er dus ook een inhoudelijk verschil is.”
In conferentieoord Mennorode in Elspeet buigen theologiestudenten uit de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zich tijdens een studieweek van de Gereformeerde Bond over het thema ”Leven en sterven in het licht van de eeuwigheid”. Prof. Paul, directeur-bestuurder van de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond en deeltijdhoogleraar Oude Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit Leuven, sprak maandagavond voor ruim 35 studenten over het leven na de dood in het Oude Testament (OT).
Verandering
De gangbare opvatting is dat het Oude Testament bijna niet over het leven na de dood spreekt. „Merkwaardig, omdat het volk lang in Egypte is, waar het veel gaat over het leven na de dood”, aldus prof. Paul. „De Israëliet is meer gericht op het leven hier en nu, om met God te leven, dan op het leven na de dood, zo wordt dan gezegd. Na de Babylonische ballingschap zou dan de ontwikkeling van de opstanding uit de dood dateren. Maar hoe kun je de enorme verandering over het spreken over de dood dan verklaren in het Nieuwe Testament? Er is reden om deze gangbare opvatting te nuanceren.”
In het Oude Testament komt tientallen keren het woord ”sjeool” voor. Het geeft een beschrijving van het lot van de doden na het sterven. Dit belangrijkste woord voor ”onderwereld” komt ruim zestig keer voor in de Tenach. Het komt vooral in de profetische boeken naar voren. Prof. Paul: „Elk volk in het Midden-Oosten heeft zijn eigen voorstelling over het leven na de dood. Zo ook het volk Israël. ”Sjeool” is een uniek woord en komt niet bij de buurvolken voor. Het ligt voor de hand dat er dus ook een inhoudelijk verschil is.”
Bestemming
”Sjeool” wordt vooral gebruikt voor de menselijke bestemming, vooral voor de goddelozen. „Jacob vreest af te dalen naar ”sjeool”, na het horen van de dood van Jozef. Later lezen we dat hij „de geest geeft en verenigd wordt met zijn voorgeslacht”. Als God tegen hem is, vreest hij neer te dalen in de hel. De vertaling met het woord ”graf”, zoals de Herziene Statenvertaling doet, is mij te beperkt.”
Het lichaam keert terug naar de aarde, de geest keert terug tot God. „Wat betekent het dat de geest terugkeert tot God? Vergaderd worden met het voorgeslacht betekent dan een gemeenschappelijke bestemming hebben met betrekking tot het leven na de dood.”
Psalmen
Is het eindoordeel over de levenden en de doden een latere theologische ontwikkeling? Prof. Paul: „Prediker noemt de waarnemingen onder de zon. Maar God zal alles oordelen, stelt Prediker 11. Spreuken en Prediker noemen al diverse keren dat God oordeelt, soms in dit leven, soms na dit leven. De geest van de mens gaat naar God, stelt Prediker. Ook in het boek Psalmen is veel aandacht voor het leven en de dood. Psalm 49 schetst de tegenstelling tussen wijzen en dwazen. De dwazen zijn gelijk aan de beesten die vergaan. Maar God zal mijn leven verlossen uit de macht van ”sjeool”, want Hij zal mij opnemen, stelt vers zestien. De dichter, die in zijn moeilijke omstandigheden ervaart dat hij in de greep van ”sjeool” is, weet dat God hem eruit verlost.”
Er blijven veel onduidelijkheden over bij dit moeilijke onderwerp, zei prof. Paul. „Maar wat wel duidelijk is, is dat het Nieuwe Testament ook bij dit onderwerp aansluit op het Oude Testament. Jezus Christus is opgestaan uit de doden en ook de gelovigen zullen dat meemaken.”