Het verdwijnen van het besef van de eeuwigheid dringt ook door in de christelijke gemeente, meent ds. J.A.W. Verhoeven. „Waar blijft de dimensie van de eeuwigheid en de ernst van het laatste oordeel?”
De voorzitter van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland zei dat maandagmorgen in zijn openingswoord tijdens de GB-studieweek voor theologiestudenten. De bijeenkomst, die vier dagen duurt, wordt gehouden in conferentieoord Mennorode te Elspeet.
Het thema van de studieweek is ”Leven en sterven in het licht van de eeuwigheid”. Het is een onderwerp waarmee (toekomstige) werkers in de wijngaard op allerlei manieren worden geconfronteerd.
De week heeft een vol programma, met ’s morgens, ’s middags en ’s avonds lezingen door deskundigen, onder wie oudtestamenticus prof. dr. M.J. Paul en hoogleraar systematische theologie prof. dr. H. van den Belt. De afsluiting vindt plaats op donderdagavond, met een ”encouragement” (bemoediging) door ds. R.W. de Koeijer uit Waddinxveen.
Verzoening
Ds. Verhoeven refereerde er in zijn toespraak aan dat het thema van de studieweek in overleg met de theologiestudenten is vastgesteld. Hij maakt eruit op dat het spreken over de eeuwigheid als een probleem wordt ervaren, omdat het besef van de eeuwigheid weg is. Dat geldt volgens hem niet alleen voor de seculiere wereld, maar ook voor de christelijke gemeente. „Waar blijft de dimensie van de eeuwigheid en de ernst van het laatste oordeel?”
Dat gezegd hebbende, zou de predikant uit Krimpen aan den IJssel het woord eeuwigheid in het programma het liefst willen vervangen door de naam van Christus: ”Leven en sterven in het licht van Christus”. Hij voegde eraan toe: „Buiten het licht van Christus is het ondraaglijk om te spreken over onze sterfelijkheid.”
Daarna zoomde hij in op Romeinen 5:12-21, waar het gaat over de dood en de eeuwigheid en waar Adam en Christus met elkaar vergeleken worden. „Adam en Christus zijn op één punt vergelijkbaar: ze zijn hoofd. Hun daden hebben grote gevolgen voor anderen. Maar ze zijn niet gelijkwaardig. Het werk van Christus lijkt niet op het werk van Adam, integendeel. Door de zonde van Adam is de dood gekomen. Adam brengt de dood in het leven, maar Christus brengt leven in de dood. De heerlijkheid van Christus’ gerechtigheid is niet te vergelijken met de ongerechtigheid van Adam. Van Christus getuigen wij dat Hij de zondeval van Adam annuleert en overwint door Zijn bloed, tot verzoening.”